Hoofdstuk 2
Brutowinst; het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs.
Nettowinst; brutowinst – de overige kosten
Inkoopprijs -> 100% maar ook, inkoopprijs -> 75%
Brutowinst -> 25% brutowinst -> 25%
Verkoopprijs -> 125% verkoopprijs -> 100%
Als er staat brutowinst van de verkoopprijs is verkoopprijs 100%
Promillage: 1 pr 1000 als er staat een promillage van 7 bedoelen we 7%.
Afzet: het aantal verkochte producten, Omzet: prijs x afzet
Ongewogen rekenkundig gemiddelde: alle waardes bij elkaar op te tellen gedeelde
door het aantal waardes.
Gewogen rekenkundig gemiddelde: de waardes te vermenigvuldigen met het gewicht
gedeeld door de som van de gewichten.
Indexcijfers
Het basisjaar is altijd 100, door de indexcijfers van andere jaren te berekenen doe je
als je het basis jaar gelijk hebt gesteld aan 100
Het bedrag van dat ene jaar % het bedrag van het basisjaar x 100
Als je het basisjaar moet verleggen dan doen we:
Het bedrag van het nieuwe basisjaar gedeeld door 100, dan bereken je daarna met
het bedrag dat daar uitkomt de andere nieuwe indexcijfers door het indexcijfer van de
jaren % het bedrag van het nieuwe basisjaar.
Provisie: het is de dekking voor haar kosten aan vreemde valuta
Is vaak een percentage van het aan- of verkoopbedrag; soms houdt de bank daarbij
rekening met een bepaald minimum of ze berekent een vast bedrag.
Hoofdstuk 3
Kapitaalgoederen: zijn bezittingen van een onderneming, bijv. auto’s, machines of
voorraden.
, Eigenvermogen: nodig om kapitaalgoederen te financieren, kan de eigenaar het zelf
in brengen. Vreemd vermogen: is als je geld bij iemand leent om je kapitaalgoederen
te financieren. (Schulden)
Balans: een balans geeft een overzicht van de bezittingen en het eigen vermogen en
vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment, is altijd gelijk aan
beide kanten.
Debet Balans per… Credit
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen op langer trm
Liquide middelen Vreemd vermogen op korter trm
Vaste activa: gaat meer dan één keer mee in een productieproces. (Gebouwen,
machines).
Vlottende activa: gaan maar één productieproces mee. (Voorraden en debiteuren).
Liquide middelen: waarmee je kan betalen, zoals te goed bij bank of je kas.
Vreemd vermogen op langer termijn: heeft een looptijd van langer dan één jaar.
(Hypotheeklening) Vreemd vermogen op korter termijn: heeft een looptijd van korter
dan één jaar. (Crediteuren)
Kenmerken van vreemd vermogen (tijdelijk vermogen):
Moet worden afgelost, dus terugbetaalt worden
Leidt tot het betalen van rente, rente is de vergoeding
Als je geld op de bankrekening hebt staan, heb je vordering op de bank. Als je schuld
hebt bij de bank dan staat dat in het rood er is dan sprake van een bankkrediet.
Noem je ook wel rekening-courantkrediet. Elke onderneming heeft een bankrekening
voor dagelijkse ontvangsten en betalingen. De bank en de onderneming spreken af
tot hoeveel de onderneming in het rood mag staan, dit maximale bedrag heet:
kredietplafond.
Aan de Debet kant van een balans zien we op welke wijze het beschikbare
vermogen van een onderneming is geïnvesteerd, dus welke kapitaalgoederen met
het vermogen zijn gekocht. Aan de credietkant zien we hoe de onderneming het
benodigde vermogen voor de financiering van kapitaalgoederen heeft verkregen.
Crediteuren: zijn leveranciers aan wie je een schuld hebt omdat je bij hen goederen
op rekening hebt gekocht.
Debiteuren: zijn afnemers op wie je een vordering hebt omdat je aan hen goederen
op rekening hebt gekocht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jentevanderklis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.