100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Summary Een kennismaking met de Oude Wereld €5,48
In winkelwagen

Samenvatting

Summary Een kennismaking met de Oude Wereld

8 beoordelingen
 2665 keer bekeken  63 keer verkocht

Een samenvatting van het standaardboek voor de beginnende geschiedenisstudent. Ik heb geprobeerd het boek zo overzichtelijk mogelijk samen te vatten.

Laatste update van het document: 10 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 34  pagina's

  • 12 november 2012
  • 6 oktober 2014
  • 34
  • 2013/2014
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)

8  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: advvdv • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: tbjvanderheide • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: gerritjangroenewoudt • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ukopruis • 8 jaar geleden

Erg duidelijk en volledig!

review-writer-avatar

Door: Recep • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: TulayK • 10 jaar geleden

Goede samenvatting.

review-writer-avatar

Door: fontys • 10 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
JSchollaardt
Een kennismaking met de Oude Wereld
L. de Blois & R.J. van der Spek

Het Oude Nabije Oosten
Hoofdstuk 1:

Kenmerken opkomst culturen Mesopotamië en Egypte(rond 3000 v Chr.):
 Verstedelijking
 Schrift
 Staatsvorming
Eerst jagers-verzamelaars, steentijd
Daarna zelf planten van graansoorten en temmen van dieren: neolithische revolutie
Soorten landbouw:
 Regenlandbouw, afhankelijker van het weer
 Irrigatielandbouw, productiever
Gevolgen landbouw:
 Mensen konden langer op een plek blijven wonen.
o Kunnen zich met andere dingen dan de voedselproductie bezig gaan houden
specialisten
o Ontstaan ambtenarenapparaat en priesterkaste
Tempel centrum van Mesopotamische stad.
 Behoefte aan schrift
o Spijkerschrift
o Hiërogliefenschrift(Egypte)
o Zowel pictografisch(elk woord een afbeelding) als ideografisch(elk woord een
symbool)
o Alleen voor professionals
Geen tegenstelling boeren–stedelingen(90% was hiervan boer)
Wel tegenstelling nomaden-landbouwers

Vergelijking Egypte en Mesopotamië
Overeenkomsten:
 Geografische gesteldheid(beide afhankelijk van rivierwater)
Verschil:
 Gunstigere voorwaarden landbouw in Egypte
o Nijl stroomt vóór zaai tijd over
o Nijlwater van betere kwaliteit(minder zout)
 Egypte moeilijker bereikbaar door bufferzone woestijn
o Politiek vrij stabiel

,Hoofdstuk 2:

Egypte: Het Oude Rijk(2600-2150 v Chr.)
Twee mogelijke indelingen:
 Dynastieën(30)
 Rijken(3)
o Oude Rijk
 Piramiden
 5e eeuwen, ten val door: - machtige provinciehoofden
- hongersnood
o Middenrijk
o Nieuwe Rijk
o (Late Rijk)
3000-2600: vroeg-dynastieke periode(1e + 2e dynastie)
 Hiërogliefenschrift
 Boven- en Beneden-Egypte
Opbouw Mesopotamische beschaving door:
 Sumeriërs
o Belangrijkst
o Hebben Mesopotamië groot gemaakt
o Onduidelijk of zij het schrift en stedenbouw hebben uitgevonden
o Begonnen met wetenschap
o Leefden in stadstaten
o Conflicten tussen paleis en tempel
o 2100-2000: Derde dynastie van Ur
 Groot rijk, paleis belangrijker dan tempel
 Ten gronde door Amorieten, nomaden door droogte naar steden
werden gedreven
 Akkadiërs
o Koning Sargon stichtte groot rijk
o Spreken een Semitische taal
o Nemen veel van Sumeriërs over
 Behielden eigen goden en taal
o Ten val door opstanden en invallen uit het oosten


Hoofdstuk 3

Eenheid Egypte in 2000 hersteld in Thebe, Middenrijk:
o Bloeitijd literatuur
o Veroveringstochten
o Val door afbrokkeling gezag koning
Hyksos grijpen de macht.

Mesopotamië:
Twee staten gaan een rol spelen
 Assyrië

,  Babylonië
De stad Assur wordt rond 2000 zelfstandig, bloeiperiode breekt aan.
Inzinking, tot 1800 wanneer weer een periode van bloei aanbreekt, na machtsgreep.
1800-1600: Babylonische beschaving
 Koning Hammurábi legde basis
 Schreef wetboek, ontleende hierbij recht aan goden
 Daarna brokkelde macht af, 1600 wordt Babylon ingenomen
Mesopotamië krijgt weer met vreemde overheerser te maken. Zij passen zich aan aan de
plaatselijke tradities.

Veel grote mogendheden na 1600 door oa de uitvinding van de strijdwagen.
Egypte:
Na Hyksos-dynastie, 18e dynastie:
 Koningen heetten ‘farao’
 Veroveringstochten tot Syrië en Nubië
 Koning Achnaton:
o Probeerde veelgodendom tot monotheïstische godsdienst te maken, alleen
zonnegod Aton
o Kunst werd vrijer
o Opvolger Tut-anch-amon, keerde weer terug naar de oude traditie
Andere grote rijken in de Late Bronstijd (1600-1200):
 Babylonië
 Assyrië
 Mitánni
 Hethitische Rijk
 Kreta(Minoïsche beschaving)
o Bloei door handel
 Mycéne
De onderlinge contacten werden goed onderhouden.


Hoofdstuk 4

Rond 1200 vielen de grote rijken uiteen.
Oorzaak: opdringen van rondtrekkende volken
Gevolgen:
 Opkomst stadsstaten
 Feniciërs worden vrij volk
o Handelsvolk
o ‘Doorgeefluik’ van oud-oosterse cultuur naar Europa
o Uitvinders alfabet
1200: begin ijzertijd
Egypte: in 3e Tussentijd(1100-715), viel het rijk intern uiteen en verloor gebieden
715-332: Egypte wordt door buitenlandse mogendheden overheerst.
Israël:
 Rijke gevarieerde literatuur
o Bijbel

,Lastig voor een historicus:
 Teksten vrij laat tot stand gekomen: tijdens Babylonische ballingschap(550 v. Chr.)
 Duidelijke boodschap: men moet JHWH vereren en normen en wetten nalopen
 Weinig ondersteuning van Bijbels verhalen in buitenlandse bronnen en
archeologische opgravingen
Assyrische Rijk hield zich wel staande, werd groot o.l.v. Tíglath-piléser III(745-727): begin
Nieuwassyrische imperium. Bedreven grootscheepse deportaties. Begin afbrokkeling
Babylonisch-Assyrische taal, Aramees werd, door eenvoudiger schrift, nieuwe algemene taal
in de regio.
Assyrië had goede banden met Babylonië, werd in 729 één land.
Ze lijfden Egypte in. Toen Egypte vrij zich vocht begon het begin van het einde voor Assyrië.
Na de dood van koning Assurbánipal, ging het rijk aan machtsstrijd en opstanden ten onder,
Babylonië werd een vrij land: het Nieuwbabylonische rijk of ‘Chaldese’ genoemd.
Eigenlijke grondvester was Nebukadnéssar(605-562). Na opstand vazalstaat Judea, werd het
een provincie en de bevolking gedeporteerd: Babylonische ballingschap(586)
Babylon viel toen koning Nabonidus impopulair werd en de Perzen binnenvielen.
Perzische rijk:
 Kwam uit voort uit Medische rijk door Cyrus
o Cyrus liet Joden terugkeren uit ballingschap
 Waarschijnlijk geen goed georganiseerd imperium
 Werd wereldrijk
 Darius I (522-486) was grote organisator van het rijk
o Maakte van meerdere satrapieën(superprovincies), één satrapie
o Opvolger was Xérxes, probeerden beide Grieken te onderwerpen
 Veel elementen uit oude Mesopotamische Rijken overgenomen
o Ook uit de Griekse cultuur
 Eigen hoofdstad: Persépolis
 Gingen rond 330 v. Chr. ten onder door Alexander de Grote uit Macedonië
Na Alexander de Grote viel het rijk uiteen.


Hoofdstuk 5

Meeste godsdiensten polytheïstisch.
 Zo konden er makkelijk nieuwe goden bij komen
Goden:
 Vertegenwoordigen een natuurlijke macht
 Veel staten en steden hadden een eigen oppergod
 Worden als mensen afgebeeld(antropomorf)
 Werden menselijke karaktertrekken toebedeeld
 Soms afgebeeld als combinatie van dier en mens
Koning:
 Was belangrijk in de godsdienst
o Was soms zelfs opperpriester
o Bouwde tempels
o Werd soms zelfs als goddelijk beschouwd
Gilgames-epos:

,  Was een van de eerste literaire werken
 Geschreven in Babylonisch spijkerschrift
 Fragmenten gevonden in paleizen van verschillende machthebbers in Babylonië
 Inhoud verhaal: blz 55
 De zogenaamde standaard versie is bewerking van meerdere epen over Gilgames
Henotheïsme:
 Wanneer in een polytheïstisch godsdienst, alle aandacht uit gaat naar één god, die
het belangrijkst wordt gevonden, de rest waardeloos wordt geacht
Monotheïsme:
 Er is maar één god, verering van andere goden wordt niet geduld
 Kwam weinig voor in de Oudheid, wel in Israel


Hoofdstuk 6

In Oudheid was landbouw belangrijkste economische sector.
 Grond zorgde voor rijkdom
Egypte: redistributie-economie
 Staat verzamelde belastingen en landbouwoverschotten
 Gaf de opbrengst hiervan weer uit aan toelages en lonen
Eerst was de tempel erg belangrijk, later werd deze taak overgenomen door het paleis en
werd de tempel een staatsbedrijf. Tempel en paleis waren de grootste grondbezitters.
Betaalmiddelen:
 Geldloze maatschappij
 Soldij bestond vaak uit landerijen
Handel:
 Ruilhandel
o Goud
o Zilver
o Graan
o Tin
o Koper
 Stap naar muntgeld sinds Daríus I
 Veel internationale handel
o Riskant
 Trage vervoer
 Roofovervallen
 Daarom alleen handel in luxegoederen
o ‘Geldschieters’ waren vermogend
 Feniciërs zorgden voor handelscontact over de Middellandse Zee
Samenleving was ‘gelaagd’. Grondbezit zegt weinig over iemands status.
Er waren slaven, maar niet zoveel als in Griekenland of Rome.
 Het waren vaak onverwonnen volken die tot slaaf gemaakt werden
Er was sprake van klassenjustitie; een misdaad tegen een hof functionaris werd zwaarder
bestraft dan een misdaad tegen een slaaf.

, Hoofdstuk 7

Functies koning:
 Legeraanvoerder
 Opperrechter
 Hogepriester
Macht vaak absoluut, soms waren er raden van vrije burgers.
Het rijk werd mede door ambtenaren bestuurd; die hiervoor in ruil land ontvingen.
 Als het land erfelijk eigendom werd, kregen de ambtenaren veel macht
Imperium:
 Kern
 Periferie
o Vazalvorstendom
o Provincie
Vazalvorstendommen konden provincie worden na mislukte opstand.
Provincies konden kern worden als cultuur van kern werd overgenomen.
 Bevorderd door deportaties
o Vooral van toplaag en vaklieden
o Mochten na een tijd weer terugkeren
o Behielden soms identiteit
Expansie:
 Rijkdommen vergaren
 Belastingen heffen
Legers werden steeds meer een instituut, niet meer een seizoensaangelegenheid.
 Rijken namen steeds vaker huurlingen in dienst




De Griekse Wereld
Hoofdstuk 8

De vroege ijzertijd(1200 tm 750):

1200: instorting Myceense beschaving
 Einde paleiseconomie
 Einde lineair B
 Begin ‘donkere eeuwen’
Ionische volksverhuizing: vertrek van veel Grieken naar de westkust van Klein-Azië
Weinig bekend over maatschappijopbouw, meeste door archeologie en Homérus.

Hoofdstuk 9

De archaïsche periode(750-500)

Bloei nieuwe Griekse beschaving met eigen cultuur.
Tegelijk met het tijdperk van de Nieuwassyrische, Nieuwbabylonische en Perzische rijken

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JSchollaardt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48  63x  verkocht
  • (8)
In winkelwagen
Toegevoegd