100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Immunologie samenvatting COURSE 6 €7,99   In winkelwagen

Samenvatting

Immunologie samenvatting COURSE 6

 33 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit is een samenvatting van de course 6 theorielessen over immunologie. Zelf heb ik na het leren van deze samenvatting een 8.2 gehaald voor thematoets (zonder herkansing)!

Voorbeeld 3 van de 28  pagina's

  • 20 juni 2022
  • 28
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
tessdekleijn
Immunologie
Hoofdstuk 1: Basic Concepten in Immunologie
Cellen van het immuunsysteem
 Begint in de stamcellen (pluripotente hematopoietic cellen), dit betekend dat ze kunnen
differentieren tot andere typen cellen.
 Algemene cellen:
1. Lymfoide, dus hier kunnen lymfocyten uit ontstaan (B, T, NK, ILC cellen)
2. Myleoide cellen naar granulocyten, hieruit ontstaan weer neutrofielen, eosinefielen,
basofielen en onbekende mestcellen ( naar mestcellen) en monocyten ( naar
macrofagen)
3. Myleoide cellen naar megakaryocyten/erythrocyten  megakaryocyten kunnen
bloedplaatjes ontstaan en uit erythroblast komt rode bloedcellen (erytrhocyten)
4. Dendritische cellen zijn apart, kunnen uit zowel lymfoide cellen als myeloide cellen
ontstaan. Dit is eigenlijk de brug tussen aangeboren en verworven immuniteit




Er zijn verschillende levels van verdediging in de immunologie:
Immuun respons:
Anatomische (fysieke) barrière: huid, epitheelcellen  tight junctions, slijmvliezen, luchtwegen etc.
Chemische barriere (antimicrobiële eiwitten): defensines, lysozymen, collectinen etc.
Aangeboren immuniteit: fagocyterende cellen (macrofagen, granulocyten etc.)
Verworven immuniteit: TMP-cellen, etc.

Dieper op in de huid:
Immuniteit komt door meerlagig epitheel, hoornlaag, vetzuren, commensalen

Dieper op in de slijmvliezen:
Trilharen (cilia), slijm (mucosalaag), zuurgraad (denk aan darminfecties, dan moet de bacterie eerst
door de maag met lage PH), commensalen (bijv. in de darmen of luchtwegen)

*commensalen zijn bacterien die op de huid zitten, die geen infecties veroorzaken

,*je hebt meer bacterien dan cellen, ongeveer 2:1, alle bacterien samen is ong. 2 kg van ons gewicht
*B-cellen maken zelf geen antistoffen, deze muteren naar plasmacellen die antistoffen produceren

Aangeboren immuniteit: Verworven immuniteit:
- Aspecifiek, hebben veel receptoren - Specifiek, 1 type receptor dus kan maar
dus kunnen veel onderdelen van 1 antigen herkennen (1 klein stukje van
pathogeen herkennen. eiwit van bacterie)
- Patroonherkenning - Antigeenherkenning
- Onmiddelijke reactie, dus kan direct - Duurt 4-5 dagen, eerst aangeboren in
fagocyteren en cytokines produceren actie treden en dan signaal naar
- Initiatie ter plaatse dus direct verworven etc.
immuunreactie - Begint in specialistische (lymfoide)
- Niet beter bij vaker zelfde bacterie organen
(blijft dezelfde immuunrespons) - Geheugen, dus stel je krijgt pathogeen
opnieuw binnen dringt heb je eerder
een reactie
Aangeboren immuunsysteem:
De myeloïde voorloper cel (CMP) produceert de macrofagen, granulocyten, neutrofielen,
eosinofiele, basofiele, master cellen en dendritische cel.

Granulocyten (aangeboren immuunsysteem)
 Neutrofielen: leven 3-7 dagen ongeveer, zorgt voor fagocytose voor verschillende soorten
micro-organismen. Ook bevatten ze intracellulaire blaasjes met enzymen tegen micro-
organismen en zorgen ze voor activatie van bactericidale mechanismen.




 Basofiel: komen voor bij allergische reacties en anti-parasitaire immuniteit. Bevatten
verschillende soorten enzymen en toxische eiwitten die vrijkomen na activatie. Tegen
parasieten die te groot zijn voor neutrofielen en macrofagen (geldt ook voor eosine)




 Eosinefiel: doodgaan van antilichaam-gecoatede parasieten (zie hierboven)




 Mestcellen: ontstaat in beenmerg en zorgt voor immuun-tolerantie (dat je bijv.
darmbacteriën tolereert), en ze bevatten granules met histamine en heparine.
o Histamine is betrokken bij allergieën, en zorgt voor verwijding van bloedvaten
waardoor leukocyten makkelijker de weefsels in kunnen, denk aan een muggenbult.
o Heparine is een anti-coagulant die ervoor zorgt dat je bloed niet stolt




Fagocyten (aangeboren immuunsysteem)

,  Macrofaag: zorgt voor fagocytose en activatie van bactericidale mechanismen. Antigen
presentatie en maken cytokines. Werkt allerlei niet-deugende stoffen naar binnen en blijven
op dezelfde plek liggen. Zorgt ook voor opruiming in een weefsel.




 NK cel: natural killer cells, kunnen stofjes vrijlaten die virus (bijv. herpes) geinfecteerde
cellen of kankercellen in apoptose gaan. Het zijn relatief grootte cellen met granulair
cytoplasma. Ze kunnen bepaald tumor cellen herkennen en killen. Ze hebben geen antigen
specifieke receptoren.




 Dendritische cel: is veel sneller en beweegt naar weefsels en lymfeknopen. Is een belangrijke
antigen-presenterende cel. Deze neemt een iets op uit de weefsels, presenteert het en gaan
naar lymfeknopen. Dan gaan ze kijken of er een t-cel is die geactiveerd wilt worden om te
helpen




Dit is brug tussen aangeboren en verworven immuniteit

Verworven immuniteit
 B-cellen/b lymfocyten: na activatie kunnen ze plasmacellen of geheugencellen worden
o Geheugencel: voor herkenning van een pathogeen die al eerder is binnengedrongen
(blijven in bloed rondzweven)
o Plasmacellen: gematureerde b-cellen die antilichamen uitscheiden (verdwijnen na
een tijdje)
 T-cellen/t lymfocyten: na activatie kunnen ze CD4+ helper cellen, CD8+ cytotoxische cellen of
geheugencellen worden

PAMP ‘’ pathogen associated molecular patterns = vreemd
DAMP ‘’ Danger associated molecular patterns = gevaar

Na het activeren van macrofagen en neutrofielen kunnen er cytokines en chemokines worden
uitgescheiden. Ze geven belangrijke signalen af naar andere immuun cellen waardoor ze worden
aangetrokken.

Hoe kan jouw immuuncel nou weten dat er een PAMP of DAMP tot expressie komt? Door bepaalde
receptoren, genaamd PRR. Dit is op het celmembraan, in cytosol en in endosomen. Meerdere types
op 1 cel. PRR ‘’ Pattern recognition receptor’’:
- extracellulair, op celmembraan en intracellulair

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessdekleijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen