Loopbaanbegeleiding: theorie en praktijk PM0502
In deze samenvatting staan de 14 artikelen in het Nederlands samengevat voor het vak
Loopbaanbegeleiding: theorie en praktijk. Dit vak heb ik gevolgd in het eerste jaar van de Master
Arbeid en Organisatiepsychologie aan de Open Universiteit. De artikelen vormen de theoretische
basis voor de dit vak.
Inhoudsopgave
Thema 1 ................................................................................................................................................ 2
Van Vianen, 2013 - een nieuwe kijk op loopbanen ....................................................................... 2
Career counseling – Jennifer M Kidd 2007 .................................................................................... 3
Images of career: Nine key metaphors - Kerr Inkson 2004 ........................................................... 8
Thema 2 .......................................................................................................................................... 12
Sullivan & Crocitto (2007): the development theories ................................................................ 12
Inkson et al 2015: careers as fit – understanding careers ........................................................... 14
Savickas et al 2013 - Career Construction Theory and Practice .................................................. 16
Savickas 2009 Life designing: A paradigm for career construction in the 21st century .............. 20
Van Vianen et al 2012 – Career adaptability scale ...................................................................... 26
Thema 3 .......................................................................................................................................... 28
Gowan 2014 - Moving from job loss to career management: The past, present, and future of
involuntary job loss research ...................................................................................................... 28
Rondeel & Wagenaar (2002), Ondernemer zijn van je eigen talenten ........................................ 33
Thema 4 .......................................................................................................................................... 35
Van Dam 2009 - A model for career counselling ......................................................................... 35
Heppner 2003 - Identifying process variables in career counseling: A research agenda............. 40
Susan C. Whiston, Daryn Rahardja 2005 - Qualitative Career Assessment: An Overview and
Analysis ....................................................................................................................................... 44
Jome, & Phillips (2013). Interventions to aid job finding and choice implementation ................ 46
,Thema 1
Van Vianen, 2013 - een nieuwe kijk op loopbanen
Waaruit bestaat ‘de nieuwe kijk’ op loopbaantheorieën en onderzoek naar loopbanen? Vroegere
loopbaantheorieën gingen nog uit van stabiele omgevingen en rechtlijnige loopbanen. Nu richt men
zich op flexibele loopbanen, aanpassingsvermogen en permanente scholing van medewerkers.
Loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding hebben tegenwoordig het karakter van
levenstrajecten en levensloopbegeleiding. Vanwege verandering en flexibiliteit van organisaties
richten loopbaaninterventies zich op de waarden en doelen van een persoon in de context van zijn
of haar gehele omgeving. Hoewel psychologen vroeger een stabiel mensbeeld hanteerden is dat nu
veranderd in een beweeglijk mensbeeld. De adviesfunctie heeft plaats gemaakt voor
procesbegeleiding. De loopbaanbegeleider is een loopbaancoach geworden.
In een periode die wordt gekenmerkt door verandering zijn traditionele begrippen als
beroepsidentiteit en loopbaanfases, ooit zo bruikbaar in een tijd van stabiliteit, hun nut echter
enigszins kwijtgeraakt. In nieuwe loopbaantheorieën is de nadruk daarom komen te liggen op
flexibele loopbanen, aanpassingsvermogen en permanente scholing van werknemers.
Samen met loopbaanprofessionals staan wetenschappers voor de uitdaging een visie op loopbanen
te ontwikkelen die past bij ons huidige informatietijdperk. De kern van deze visie is dat loopbanen
worden opgevat als 'een continu proces van integratie van personen en omgevingen'. Een dergelijke
visie kan richting geven aan professionele loopbaaninterventies die aansluiten bij de loopbaanvragen
van werknemers en bij vragen rond human resources van werkgevers. Menig werknemer loopt rond
met vragen over zelfsturing, de balans tussen werk- en privéleven en de manier waarop
onzekerheden het hoofd geboden kunnen worden. Werkgevers hebben op hun beurt vragen over de
inzetbaarheid, de leerbereidheid en de betrokkenheid van werknemers.
In een diverse en onzekere omgeving ervaren we weinig houvast en moeten we noodgedwongen
zelf nadenken over de doelen die we ons in ons leven willen stellen. In dit tijdperk van informatie en
media zijn we ons bovendien meer bewust van de mogelijke risico's van onze keuzes. We kunnen
immers overal om ons heen zien, horen en lezen hoe het óók kan, waar het kan misgaan of wat we
allemaal uitsluiten door voor een bepaalde optie te kiezen.
Als gevolg van deze nieuwe en onzekere relatie die we met ons werk en onze werkgever(s)
onderhouden, hebben we meer behoefte aan (professionele) steun bij het nemen van besluiten over
ons werk en onze loopbaan. Met dergelijke besluiten krijgen we meerdere malen in ons leven te
maken, omdat elk genomen besluit slechts voor een beperkte tijd geldig zal zijn. De belangrijkste
grondslag voor elke nieuwe loopbaanbeslissing zijn de waarden en doelen die we op dat moment in
ons leven centraal stellen. Het is dus niet verwonderlijk dat professionele loopbaanadviseurs zich in
hun loopbaaninterventies met name ten doel stellen mensen te helpen hun waarden en doelen te
onderzoeken. Die kunnen uiteraard niet geïsoleerd worden gezien van hun privéleven en
persoonlijke geschiedenis. Loopbaaninterventies richten zich daarom op de (waarden en doelen van
een) persoon tn de context van ZlJn of haar gêRele omgeving.
Loopbaanbegeleiding moet méér zijn dan het afnemen en interpreteren van standaardtests. Ook de
loopbaanbegeleider moet zekerheden durven loslaten en, indien nodig, zijn cliënten helpen
datzelfde te doen. De loopbaanprofessional is kortom niet langer een inhoudelijk adviseur, maar
treedt vooral op als procesbegeleider. Hij vertelt cliënten niet wat ze moeten doen, maar helpt ze
hun problemen en vragen gericht te benaderen en aan te pakken. De loopbaanbegeleider is coach
geworden. Samen met cliënten analyseert hij hun werkelijkheid en hun wensen en ondersteunt hij
hen bij het ontwikkelen van denkbare toekomstscenario's. Het uiteindelijke doel van de
,loopbaancoach is mensen strategieën aan te reiken voor het oplossen van hun problemen en het
plannen van acties en ze op effectieve wijze te leren nadenken over hun levensloop. De
loopbaancoach stimuleert mensen hun ontwikkelingsplan zelf te ontwerpen.
Jennifer M Kidd 2007 - Career counseling
De studie van loopbaanbegeleiding en advisering put uit diverse literatuurgebieden zoals
therapeutische theorie, beroepspsychologie, organisatiepsychologie, sociologie en manegement
studies.
Begin 20e eeuw, in 1909, verscheen de eerste diensten van loopbaanbegeleiding door Parsons, die
ook wel gezien wordt als de grondlegger van de loopbaanbegeleiding. Hij richtte zich vooral op het
vroege loopbaanbesluitvormingsproces, zodat individuen tot een goed besluit konden komen tussen
hun eigen kenmerken en de eisen van een baan. Tegenwoordig wordt vooral de Persoon-omgeving-
fit benadering gehanteerd, die hier rechtstreeks uit voortgekomen zijn. Loopbaanadviseurs van nu
werken met elke leeftijd en zien een breed scala aan loopbaangerelateerde zorgen zoals omgaan
met onstslag of evenwicht vinden in de levensrollen.
de definitie van loopbaanbegeleiding die hier wordt aangeboden als volgt: Een één-op-één interactie
tussen beroepsbeoefenaar en cliënt, gewoonlijk doorlopend, met toepassing van psychologische
theorie en een erkend geheel van communicatievaardigheden. De primaire focus ligt op het helpen
de cliënt bij het maken van carrière-gerelateerde beslissingen en het met carrière-gerelateerde
problemen. Hieronder worden een aantal verschillende theorieën besproken.
Person-fit
Hollands persoon-omgeving-fit model is een belangrijke theoretische grondgedacht voor
loopbaancounseling. Volgens de theorie is de primaire activiteit van de loopbaan
counselor's primaire activiteit de beoordeling van beroepsinteresses en het identificeren van
beroepen die overeenkomen met het interesseprofiel van de cliënt.Tegenwoordig moet er ook
rekening worden gehouden met de verbanden tussen interesses, persoonlijkheid en waarden. De
cliënt wordt gezien als een actieve deelnemer in het loopbaanproces wat een continu doorlopend
proces is waarbij een individu is wisselwerking staat met zijn omgeving.
Ontwikkelingstheorieën
Ontwikkelingsgerichte oriëntaties op loopbanen en loopbaanbegeleiding hebben twee
basiskenmerken gemeen. Ten eerste gaan ze ervan uit dat het kiezen een loopbaan en het managen
van iemands loopbaanontwikkeling een continu proces is dat voortduurt gedurende het leven. Ten
tweede maken zij gebruik van concepten uit de ontwikkelingspsychologie, zoals ontwikkelingsfasen
en -taken en loopbaanvolwassenheid, om het proces van loopbaanontwikkeling te beschrijven en uit
te ontwikkeling.
Vier stadia opgenomen, en binnen elk daarvan, drie substadia:
1. Verkenning. Kristallisatie, specificatie, implementatie
2. Vestiging. Stabiliseren, consolideren, vooruitgaan
3. Onderhoud. Vasthouden, bijwerken, vernieuwen
4. Terugtrekken. Vertraging, pensioenplanning, pensioen leven
Ontwikkelingstheoretici stellen dat loopbaanbegeleiding interventies gerelateerd moeten zijn aan de
ontwikkelingsfase van de cliënt. Wordt vooral onderzoek gedaan naar exploratiefase.
Loopbaanvolwassenheid. Een sleutelbegrip in ontwikkelingsmodellen is "rijpheid voor de loopbaan".
Loopbaanvolwassenheid is gedefinieerd als de bereidheid van een individu om te gaan
met de taken van loopbaanontwikkeling in vergelijking met anderen die dezelfde taken uitvoeren.
, Cognitief-gedragstheorieën
Cognitief-gedragsmatige loopbaantheorieën zijn ontstaan uit de gedragspsychologie. Toegepast op
loopbaanbegeleiding, leggen zij de nadruk op een veranderingsgerichte probleemoplossende aanpak
en de cognitieve processen waardoor mensen hun gedrag. De theorie van Krumboltz (1983) werd
ontwikkeld vanuit de sociale leertheorie. Krumboltz beweert dat mensen
overtuigingen over zichzelf en hun werk ontwikkelen door twee soorten leerervaringen:
instrumenteel en associatief. Instrumentalisering treedt op wanneer individuen voorkeuren
ontwikkelen voor bepaalde activiteiten wanneer hun prestaties worden beloond. Associatief leren
vindt plaats wanneer individuen het gedrag van belangrijke anderen observeren en de manieren
waarop zij worden beloond en gestraft. Individuen vormen "zelfobservatie generalisaties"
(overtuigingen over de eigen capaciteiten, interesses, waarden, enz.) als resultaat van deze
ervaringen, en zij leren "taakgerichte vaardigheden" (b.v. besluitvormingsvaardigheden en
oriëntaties op het werk). Opeenvolgingen van dit soort leerervaringen vormen de basis voor
loopbaanontwikkeling. De belangrijkste taak voor loopbaanbegeleiders die deze benadering is het
beoordelen van de "juistheid, volledigheiden coherentie" van de overtuigingen van cliënten over
zichzelf en de buitenwereld. Daarnaast moet de loopbaanbegeleider rationeel gedrag versterken en
disfunctionele overtuigingen uitdagen.
Narratieve benaderingen
Schrijvers en beoefenaars die een narratieve benadering hanteren moedigen cliënten aan om
verhalen over hun leven te vertellen en hen te helpen deze te begrijpen en de belangrijkste thema's
erin te identificeren. Vaststellen of de ervaringen en gebeurtenissen die door cliënten worden
beschreven daadwerkelijk hebben plaatsgevonden wordt als irrelevant beschouwd; het doel is
eerder om cliënten te helpen cliënten te helpen hun ervaringen te begrijpen en uit te leggen op een
samenhangende manier en hun verhaal of verhalen opnieuw te vertellen verhaal of verhalen op een
meer bevredigende en "activerende" manier. Cochran stelt dat loopbaancounseling ondescheiden
kan worden van andere vormen van counseling door zich te richten op de toekomstige verhalen over
loopbaanontwikkeling waarbij cliënten worden geholpen bij het actualiseren van wat ze willen doen.
Actietheorie
Young, Valach, en Collin's (1996) postmoderne benadering ziet loopbaanontwikkeling als een
"actiesysteem" dat betekenis ontleent aan de sociale interactie tussen individuen en
anderen in hun sociale omgeving. Individuen geven betekenis aan hun leven en construeren hun
loopbanen door actie. Van bijzonder belang zijn de doelgerichte acties die individuen
nemen in loopbaanontwikkeling. Het is ook belangrijk om contextuele informatie in te brengen het
loopbaanbegeleidingsproces, bijvoorbeeld door loopbaanbegeleiding te geven in een omgeving waar
"loopbaanactie" plaatsvindt (bv. de werkplek) en door belangrijke anderen bij het proces te
betrekken. Omgaan met onvoorspelbaarheid vereist een zekere emotionele veerkracht. Personen
die hier goed mee omgaan zien de toekomst waarschijnlijk optimistisch tegemoet en verwelkomen
frequente veranderingen van baan en werkgever.
Kidd's (2006) drievoudige raamwerk van loopbaan ontwikkeling omvat deze aspecten: loopbaan
besluitvorming, loopbaanmanagement, en veerkracht in de loopbaan. Een sterkere theorie is nodig
in alle drie om een solide theoretische basis te bieden voor loopbaanbegeleiding. Met betrekking tot
besluitvorming, moeten we meer weten over hoe loopbaanbeslissingen worden genomen.
Onderzoek dat rekening houdt rekening houdt met taal en discours is nodig om de hulp die
loopbaanbegeleiders kunnen kunnen bieden bij het nemen van loopbaanbeslissingen. We moeten
misschien ook de constructen en werkkaders heroverwegen die beschikbaar zijn voor
loopbaanbegeleiders. Daarnaast is er weinig onderzoek gedaan naar de veerkracht van mensen in
hun loopbaan en de rol van emoties bij loopbaanontwikkeling. Bredere theoretische perspectieven