2021
DagvaardingHuurrecht
Naam:
Studentnummer:
Docent:
,Eiser is niet Btw-plichtig
Heden, 21 september tweeduizend eenentwintig
TEN VERZOEKE VAN:
De heer K. Kakel, wonende te Amsterdam aan de Amsterdamsestraat 123, hierna te noemen
eiser, woonplaats kiezende te (1016 EA) Amsterdam, aan het adres Keizersgracht 241 ten
kantore van M. van der Zee, gerechtsdeurwaarder, die in deze zaak tot gemachtigde wordt
gesteld en als zodanig zal optreden, met het recht van vervanging;
Heb ik, mr. Mark van der Zee, gerechtsdeurwaarder in Amsterdam en aldaar
kantoorhoudende aan de Keizersgracht 241.
GEDAGVAARD:
1. Zeynep Peker, geboren op 12 januari 1996, wonende te (1060 LW) Amsterdam aan het
adres, Amsterdamsestraat 343 en aldaar afschrift dezes latende aan.
Voormeld adres in een gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk
voorgeschreven, omdat ik aldaar niemand aantrof aan wie ik rechtsgeldig afschrift van dit
exploot kon laten;
OM:
Op dinsdag 28 september 2021, des namiddag om 14.00 uur, in persoon of vertegenwoordigd
door een gemachtigde te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Amsterdam, sector
kanton, locatie Amsterdam, welke zitting om 14.00 uur gehouden zal worden in het
gerechtsgebouw aan de Parnassusweg 280, 1076 AV Amsterdam om daar mondeling te
antwoorden op de geschreven eis;
Hetzij op laatstbedoeld adres voor of uiterlijk op genoemde terechtzitting een met redenen
omkleed schriftelijk antwoord ter griffie in te dienen respectievelijk aan de griffier te
verstrekken, tevens kan u de schriftelijke stukken opsturen aan het correspondentieadres:
Postbus 2, 1076 AV Amsterdam.
AANGEZEGD:
Indien gedaagden niet uiterlijk op die terechtzitting antwoorden of op de eerste of door de
rechter nader bepaalde roldatum in het geding verschijnen, en de voorgeschreven termijnen
en formaliteiten in acht zijn genomen, zal de kantonrechter voornoemd de eis bij verstek
toewijzen, tenzij deze hem ongegrond of onrechtmatig voorkomt.
Wanneer ten minste een van de gedaagden in het geding is verschenen, dan wordt, indien
ten aanzien van de overige niet verschenen gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en
termijnen in acht zijn genomen, tegen deze(n) verstek verleend en tussen eiser en de
verschenen gedaagden voort geprocedeerd. Tussen alle partijen wordt één vonnis gewezen,
dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
Dat van gedaagde bij het verschijnen geen griffierecht wordt geheven.
TENEINDE:
1. Eiser heeft met ingang van 1 april 2020 aan gedaagde verhuurt en heeft gedaagde van
eiser gehuurd. Het gaat om een zelfstandige woonruimte op de derde verdieping, staande
en gelegen aan de Amsterdamsestraat 343 te 1060 LW Amsterdam (productie 1)
2. Eiser en gedaagde hebben een kale huurprijs van €1.020,- per maand afgesproken, zoals
omschreven in de huurovereenkomst onder artikel 5.1 (productie 1).
3. Tussen eiser en gedaagde geldt er een tussentijds opzegverbod en in de algemene
voorwaarden zijn de opschortingsbevoegdheid en de bevoegdheid om
, huurprijsvermindering te vorderen uitgesloten (productie 2). Op 3 april heeft gedaagde
het document met de algemene voorwaarden via de e-mail ontvangen (productie 3).
4. Gedaagde werkt als accountmanager bij een groot IT-bedrijf in Amsterdam. Sinds het
begin van de pandemie werkt gedaagde vanuit huis. Inmiddels mogen de medewerkers
alleen naar kantoor komen voor vergaderingen, het bedrijf is namelijk naar een kleiner
pand buiten Amsterdam verhuisd.
5. De familie Buijs woont recht boven gedaagde. Het gezin bestaat uit twee volwassenen en
drie kinderen van twee, drie en vijf jaar oud. De twee jongste kinderen blijven thuis.
Hierdoor ervaart gedaagde overlast en kan hij zijn werk overdag niet goed doen.
Gedaagde heeft aangegeven dat echt echtpaar ’s avonds laat ruzie maakt, er wordt
geschreeuwd, met deuren geslagen met als gevolg huilende kinderen. Hierdoor heeft
gedaagde in 2020 en 2021 een aantal nachten in een hotel moeten overnachten. De
kosten hiervan waren 7 x €135,-. Gedaagde heeft geprobeerd met de bovenburen tot een
oplossing te komen, dit is niet gelukt. Er is contact opgenomen met eiser. Eiser heeft aan
gedaagde gevraagd een dagboek bij te houden van de overlast en dit terug te kopellen
aan eiser.
6. Gedaagde heeft sinds eind 2020 last van schimmelvorming in haar badkamer. Er is door
gedaagde aangegeven dat het raam van de badkamer regelmatig opengezet wordt. Dit
lost het probleem niet op. Op 6 en 25 februari 2021 heeft de gedaagde een e-mail
gestuurd naar eiser om het probleem binnen twee weken op te lossen (productie 4).
7. In de slaapkamer van gedaagde bladdert het sauswerk op verschillende plekken van de
muren. Gedaagde is ervan overtuigd dat dit komt door het gebruik van slechte kwaliteit
verf door de vorige bewoners. Ook is gedaagde ervan overtuigd dat eiser het probleem op
moet lossen. Er is geen melding gemaakt bij eiser, gedaagde ging er namelijk vanuit dat
eiser dit probleem niet zou oppakken.
8. Op 10 maart 2021 heeft gedaagde via een e-mail eiser verzocht de door haar ervaren
problemen op te heffen binnen 10 dagen. In deze e-mail geeft gedaagde ook aan
huurprijsvermindering te willen (productie 5).
9. Op 17 maart 2021 ontving gedaagde een brief van eiser dat er binnen een week contact
opgenomen zal worden betreft de door haar genoemde problemen aan het gehuurde
(productie 6). Eiser vermeld ook in deze brief dat er niet ingestemd wordt met de
huurprijs vermindering onder verwijzing naar de algemene voorwaarden (productie 2).
10. Eind maar 2021 stelt gedaagde eiser op de hoogte dat er per 1 april 2021 een deel van de
huur opgeschort zal worden. Per 1 april stopt gedaagde met de betaling van een deel van
de huurpenningen. Gedaagde betaald nog slechts €650,- per maand (productie 7).
11. Halverwege april belt eiser gedaagde waarin hij aanspoort om de huurpenningen volledig
te blijven betalen en sommeert eiser gedaagde de ontstane huurachterstand uiterlijk 1 mei
2021 te voldoen. Gedaagde geeft geen gehoor en geeft geen uitvoering aan het verzoek
van eiser (productie 8).
12. Op 10 mei 2021 laat eiser gedaagde middels een brief weten, met inachtneming van de
minimale opzegtermijn, de huurovereenkomst op te willen zeggen (productie 9).
13. Op 17 mei 2021 laat gedaagde middels een brief aan eiser weten niet met de opzegging
in te stemmen en niet uit de woning zal vertrekken (productie 10)
VERWEER VAN GEDAAGDE
Gedaagde heeft geluidsoverlast van de buren die recht boven haar wonen. Het lawaai van de
kinderen zorgt er voor dat gedaagde niet goed kan werken. Hierbij komen ook nog dat de
ruzies ’s nachts die leiden tot slechte nachtrust en concentratieproblemen. Hierdoor heeft
gedaagde een aantal nachten in een hotel moeten verblijven om bij te kunnen slapen. De
kosten wil gedaagde terugvorderen van eiser, de kosten in totaal zijn: 7 x €135,-
Daarnaast heeft gedaagde op 6 en 25 februari 2021 eiser laten weten dat het probleem van
de schimmelvorming binnen 2 weken verholpen moet zijn, aan dit verzoek heeft eiser geen
gehoor gegeven. Ook bladdert het sauswerk op verschillende plekken van de muren in de
slaapkamer. Gedaagde is van mening dat de verhuurder dit probleem zelf moet oplossen.