In deze samenvatting zijn de begrippen op een rij gezet en de korte verhalen van elke tijdsperiode weergegeven. Duidelijke opstelling van welke tijd zich wanneer heeft afgespeeld.
Proza= verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen. Daarin onderscheid proza
zich van poëzie.
Autobiografie= de schrijver beschrijft zijn eigen leven.
Roman= een lang fictief verhaal.
Ironie= milde spot. Het (humoristische) effect wordt bereikt door iets anders te zeggen dan
dat je daadwerkelijk bedoeld. Voorbeelden;
- Omkering: je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
- Overdrijving: je maakt iets erger dan het is.
- Understatement: je maakt iets minder erg.
- Niet-passend woordgebruik: je gebruikt taalgebruik in een situatie waarin dat niet past.
Stijl= de manier waarop het verhaal is geschreven. Niet alleen zinsbouw en woordkeus, maar
ook de afwisseling tussen dialoog en beschrijvingen en gebruik van ironie.
Neologisme= nieuw gevormd woord.
Fictie= verzonnen verhaal. Fictieve verhalen gaan meestal over mensen/gebeurtenissen die
daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
Literatuur= verzamelnaam voor fictieve verhalen die een diepere betekenis hebben.
Kenmerken zijn bijvoorbeeld orginaliteit, complexiteit etc. Vaak kan je ook meerdere
betekenissen aan het verhaal geven.
1.1
Personages: deze kan je onderscheiden binnen een verhaal;
- Round characters: spelen een onmisbare rol in het verhaal en je krijgt ook veel over ze te
weten.
- Flat characters: over deze rollen krijg je minder te weten.
- Typen: bijrollen, dus je krijgt echt geen extra informatie over de personage zelf.
Oeuvre: alles wat een schrijver heeft geschreven
Conflictmodel:
- 1) evenwicht: alles is min of meer normaal.
- 2) conflict: het evenwicht wordt verstoord door een gebeurtenis.
- 3) ontwikkeling: de hoofdpersoon moet reageren en maakt hierdoor een ontwikkeling
mee.
- 4) oplossing: het conflict word opgelost.
1.2 perspectief
Gothic novel: genre dat ontstond door de romantiek. Veel met heksen en speelt zich vaak af
in oude kastelen etc.
Perspectief: gezichtspunt. Een verhaal wordt meestal verteld vanuit een perspectief van
(meestal) de hoofdpersoon. Drie soorten;
- Ik-perspectief
- Personaal perspectief
- Perspectief van de alwetende verteller
Personaal perspectief: het verhaal wordt verteld in de hij/zij-vorm en van hem/haar weet je
dan ook de gevoelens en gedachten.
, 1.3 setting
Setting: plaats, tijd en omstandigheden
Ruimte: waar het zich afspeelt.
- Karakterisering van een persoon: een personages heeft een voorkeur of juist een afkeer
van een bepaalde ruimte.
- Sfeertekening: de ruimte wordt gebruikt ter ondersteuning van een bepaalde handeling,
gebeurtenis en handeling.
- Symbolisch: de ruimte staat voor iets symbolisch.
1.5 thema’s en motieven
Verhaalmotief: opvallend verhaalelementen dat steeds opnieuw opduikt in het verhaal.
Thema: waar een verhaal over gaat, afgezien van de personages en de gebeurtenissen. Het
thema is datgene waarop de schrijver een visie heeft of waarover de schrijver wilt dat de
lezer over na denkt.
Concreet motief: verhaalelement dat meerdere malen letterlijk in het verhaal voorkomt.
Abstract motief: verhaalelement dat niet letterlijk in het verhaal voorkomt, maar dat je zelf
moet afleiden.
1.6 recensies
Recensie: boekbespreking.
Interpretatie: een antwoord geven op de vraag; waarover gaat dit verhaal nog meer?
Aforisme: een korte kernachtige uitspraak, die een levensles of wijsheid bevat.
Cursus 2 poëzie
Poëzie= verzamelnaam voor gedichten. Het gaat altijd om korte teksten met een opvallende
typografie(de manier waarop de zinnen zijn geplaatst).
Bloemlezing= bundel met gedichten van verschillende schrijvers of een keuze van de
gedichten van een enkele schrijver.
Atonaal= komt uit de muziekgeschiedenis. ‘Tonaal’ is geschreven in een toonsoort, die prettig
in het gehoor ligt. ‘Atonaal’ is dus het loslaten van die toonsoorten.
Credo= lat. Wordt ook wel gebruikt als ‘lijsspreuk’.
Strofen= korte stukjes in een gedicht die gescheiden worden door een witregel.
Haiku= kort gedichtje dat bestaat uit drie regels. De eerste regel heeft vijf lettergrepen, de
tweede zeven en de derde weer vijf.
Puntgedicht= een (heel) kort gedichtje met een ‘pointe’ in de laatste regel. Een pointe is een
onverwachte wending. Veel puntgedichten hebben een vaste vorm. Ander woord voor
puntgedicht is epigram.
Allusie= toespeling op een bekend verhaal, bijvoorbeeld sprookje/mythe.
Ollekebolleke= een puntgedicht met strenge voorwaarden waaraan moet voldoen. Het
bestaat uit acht regels, verdeeld over twee strofen van elk vier regels. De eerste drie regels
van elke strofe heeft zes lettergrepen, de laatste vier. Regel 4 en 8 moeten op elkaar rijmen
etc.
Sonnet= gedicht van precies 14 regels met een strak schema.
Rijmschema= schematische weergave van het eindrijm in een gedicht. De regels die op elkaar
lijken geef je dezelfde letter.
Italiaans sonnet= bestaat uit twee strofen van vier regels; deze vormen het octaaf. Twee
strofen van drie regels; deze vormen het sextet. Sonnetten hebben meestal een wending.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marijneleber. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.