Psychofarmacologie (201700081)
Hoorcollege aantekeningen
20/06/2022
Stuvia
Daphne Psychologie
,Inhoudsopgave
Lecture 1: Introductie in de psychofarmacologie 2
Lecture 2: Principes van de psychofarmacologie 8
Lecture 3: Stimulerende middelen 17
Lecture 4: Antipsychotica 25
Lecture 5: Psychedelica 33
Lecture 6: De farmacologie van depressie 41
Lecture 7: De psychofarmacologie van angst 48
Lecture 8: Depressie en angst (Steven Bakker) 55
Lecture 9: Afhankelijkheid 61
Lecture 10: Farmacotherapie van psychotica en bipolaire stoornissen 69
1
,Lecture 1: Introductie in de psychofarmacologie
_________________________________________________________________________
Psychofarmacologie
Wat betekent psychofarmacologie?
Farmacologie is het veld dat de invloed van middelen op biologische processen bestudeert.
Psychofarmacologie focust zich op effecten van middelen op gedrag, cognitie en gevoel. En
ook op mechanisme in het brein.
Waarom is het belangrijk om dit te onderzoeken?
- Omdat middelen veel gebruikt worden. Mensen gebruiken veel middelen; thee,
sigaretten, koffie, etc. Dit heeft veel effecten op het brein.
- Omdat sommige middelen paradoxale effecten kunnen hebben. Sommige middelen
worden gebruikt als middel om je stemming te veranderen, zoals antidepressiva. In
het nieuws zie je soms dat middelen bepaalde effecten hebben die niet zouden
moeten/mogen. Denk aan antidepressiva die het risico van zelfmoordpogingen zelfs
zouden verhogen. Dit is de reden dat we onderzoek moeten doen naar dit soort
middelen. Je moet erachter zien te komen wat de voordelen en nadelen zijn van
bepaalde middelen. Denk ook aan ritalin. Veel studenten gebruiken het om te leren.
Maar hoe gevaarlijk is dat eigenlijk?
- Omdat onderzoek kan leiden tot nieuwe inzichten. Een andere reden dat het
belangrijk is om onderzoek te doen is dat er nieuwe inzichten kunnen ontstaan, om
ons welbevinden te verbeteren. Zoals het nemen van cannabinoïden, wat zou helpen
tegen angst.
Twee belangrijke termen bij de werking van middelen zijn:
1. Pharmacokinetics → hoe beweegt een middel door het lichaam heen? Of wat doet
het lichaam met het middel?
2. Pharmacodynamics → wat doe het middel met het lichaam? Aan wat voor soort
receptoren bindt het middel zich? Deze term gaat over de interacties met
neurotransmitters bijvoorbeeld.
Neurotransmitters
Neurotransmissie heeft te maken met neuronen. Die genereren actiepotentialen. Die
triggeren gebeurtenissen in de synapsen. Hier worden neurotransmitters opgenomen in het
presynaptische neuron. Dan wordt de neurotransmitter vrijgelaten in de synaptische spleet
en hebben ze effect op het vuren van zenuwcellen. Middelen kunnen neurotransmitters
ervan weerhouden om zich te binden. Ze kunnen ervoor zorgen dat het de binding verlengt.
En zo kunnen neurotransmitters nog veel meer effecten hebben. Al dit soort effecten hebben
invloed op de werking van het brein en hoe we ons voelen.
2
, Vraag: wat is de meest typische (classic) receptor? De postsynaptische receptor. Hier heb je
het meest over geleerd.
Vraag: wat is GEEN middel die invloed heeft op het functioneren van neuronen? Metabolite
excretion. Uitscheiding van metabolieten. Ook wel: het afbreken van stoffen.
Er zijn enorm veel neurotransmitters in het brein; wel 100 biljoen. Er zijn er een aantal die
zich binden aan slechts een aantal neuronen. Denk aan 5-HT. Dit betekent dat dit soort
systemen relatief specifieke doelwitten zijn voor drugs. Er worden dan dus maar een aantal
neurotransmitters beïnvloed.
Hiernaast zijn er ook een aantal die aanwezig zijn in bijna elke zenuwcel in het brein. Denk
aan GABA en glutamaat. Als je een middel hebt die invloed heeft op deze neurotransmitters,
zul je een meer algemeen effect zien. Bijvoorbeeld geremd gedrag (GABA). Of verhoogde
energie (glutamaat). Dit soort drugs, die dit soort systemen beïnvloeden, hebben veel
bijwerkingen. Er komen namelijk veel effecten tot stand door deze middelen, omdat de
neurotransmitters op zoveel plekken zitten.
Hoewel er dus veel bijwerkingen zijn, worden dit soort drugs, die invloed hebben op
GABA/glutamaat, toch veel gebruikt om psychiatrische stoornissen te behandelen:
GABA alcohol, sedative drugs, anxiolytics
Glutamaat epilepsie, Huntington, dementie, schizofrenie
Waar je altijd naar zoekt is het voordelige effect van een middel, zonder de nadelige
bijwerkingen.
Waar komen neurotransmitters vandaan?
Neurotransmitters hebben precursors. Dat zijn monoaminen die je krijgt via je voeding.
Voedsel bevat essentiële moleculen die je nodig hebt om deze neurotransmitter moleculen
te bouwen. De precursor van dopamine, norepinephrine en epinephrine is bijvoorbeeld
tyrosine. Met kleine veranderingen in het molecuul krijg je dan opeenvolgend dopa >
dopamine > noradrenaline > adrenaline.
Voor een aminozuur heb je glucose nodig (precursor), om vervolgens glutamaat en GABA te
kunnen maken. Voor acetylcholine heb je de precursor choline/lecithine nodig. Voor peptides
(hormonen), zoals oxytocine, heb je ook aminozuren nodig en eiwitten.
Waar doen neurotransmitters hun werk?
In de synaps. In de plek waar twee zenuwcellen communiceren. Op zenuwcellen zitten
verschillende plekken waar receptoren kunnen zitten, waar neurotransmitters zich aan
kunnen hechten.
3