100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting + aantekeningen Fundamenten - SGPL UU - 2022 €10,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting + aantekeningen Fundamenten - SGPL UU - 2022

1 beoordeling
 62 keer bekeken  4 keer verkocht

In dit document is per hoorcollege (1 tot en met 10) de kennisclips, de literatuur en de aantekeningen van het hoorcollege uitgetypt. Hierdoor is het document overzichtelijk en is precies duidelijk welke literatuur bij welk hoorcollege hoort!

Voorbeeld 6 van de 105  pagina's

  • 20 juni 2022
  • 105
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: bram64 • 5 maanden geleden

avatar-seller
sophievdgraaf
Samenvatting Fundamenten – Sophie van der Graaf – 13 Juni 2022

Samenvatting HC 1
Kennisclip: Karl Popper's Falsification

Proper: wetenschappers doen hun best om hun eigen hypothesen te weerleggen,
testen tot ze ontkracht worden. Kortom: wetenschap gaat over falsificatie
(tegenbewijs vinden voor theorie), niet om conformatie.

Proper was het niet eens met de manier waarop Marxisten omgingen met counter
evidence.

Popper was zelf voormalig marxistisch
In marxistische logica is alles een klassenstrijd en dit zal uiteindelijk leiden tot een
arbeidersrevolutie
Als dit niet gebeurde kwam dit volgens marxistische ideeën omdat de
arbeidersklasse leden onder “false consciousness”
Oftewel: In de ogen van marxisten kan marxisme niet weerlegd worden
Voor marxisten is het dus een “win win”

Pauline Couper (2004), Hoofdstuk 1

Geografen proberen de wereld om ons heen te leren kennen. Als we zeker willen
zijn over onze kennis over onderwerpen waar we geïnteresseerd in zijn, dan is het
belangrijk om af te vragen hoe we dergelijke kennis ontwikkelen. We weten iets
omdat we bewijs ervan hebben. Een belangrijke discipline van de geografie is het
duidelijk maken waar je je informatie vandaan hebt. Elke aanspraak op kennis
impliceert het maken van aannames. Dit zijn aannames over zaken als: wat bestaat;
wat kennis is; hoe we kunnen weten; en wat telt als 'bewijs'. Deze kwesties - over
wat er bestaat, wat we weten en hoe we weten - vallen binnen het domein van de
filosofie.
Er zijn drie filosofische termen die vaak worden gebruikt in de literatuur met
betrekking tot hoe we onderzoek doen. Dat zijn:

- Metaphysics: de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de 'eerste principes' (of,
in grote lijnen, de fundamenten) van zaken als bestaan, tijd, ruimte en identiteit.
- Ontologie: dit gaat over wat bestaat en wat betekent om te bestaan. De leer van
zijn.
- Epistemologie: de leer van de kennis.

Metafysica omvat daarom ontologie. Filosofische teksten verwijzen vaak naar
metafysica, terwijl aardrijkskundige teksten vaker de termen ontologie en
epistemologie gebruiken.

Als we nog eens kijken naar de drie veronderstellingen die in Nikki's opmerking over
de bladeren zijn geïdentificeerd, is de eerste (dat bladeren onafhankelijk van ons
bestaan) een ontologische veronderstelling. De tweede, dat onze zintuigen kennis
van de bladeren verschaffen, is een epistemologische positie. De derde is
ingewikkelder. Nikki vertrouwt op haar herinnering aan de bladeren, en dit houdt een

1

,veronderstelling over zichzelf in; dat ze een afzonderlijke entiteit is (een 'zelf') wiens
bestaan continu is geweest gedurende de tijdschaal waarin de bladeren van kleur
zijn veranderd. Met andere woorden, ze gaat ervan uit dat ze niet gisteren is
uitgevonden, met dingen die herinneringen lijken in haar hoofd te hebben
geprogrammeerd. Nikki vertrouwt ook op haar geheugen om 'ware' kennis van de
bladeren op te slaan. De derde veronderstelling is dus een metafysische
veronderstelling, die zowel ontologische als epistemologische claims bevat.

Een theorie is een gegeneraliseerd, abstract idee over de relaties tussen
verschijnselen.

De studie van 'geografisch denken' is de studie van de filosofische en theoretische
veronderstellingen die we maken bij het ontwikkelen van geografische kennis, en
hoe verschillende filosofieën en theorieën op verschillende tijdstippen dominant zijn
geworden binnen de geografie.

Methodologie: de specifieke praktijken waarmee geografen kennis produceren.

1.2

We onderzoeken vijf verschillende antwoorden op de vraag 'Wat is een strand?' om
enkele verschillende veronderstellingen te illustreren over wat echt is en hoe we dat
kunnen weten.

1. Een strand is een kustafzetting van zand- en grinddeeltjes die tussen het gemiddelde
getij en de landinwaartse omvang van de hoogste stormgolven liggen.

Dit is een materialistisch antwoord. Dit definieert een strand in termen van
wat we kunnen zien, waar. Het herkent alleen het bestaan van fysieke of
materiële kenmerken. De methoden die voor dit soort onderzoek nodig zijn,
omvatten waarschijnlijk observatie, inclusief het onderzoeken en meten van
de materiële objecten die het strand vormen. De hele focus, van
onderzoeksvraag tot methoden, ligt dus op het bewijs van onze zintuigen (en
voornamelijk het gezichtsvermogen). De bewering dat onze zintuigen onze
enige veilige bron van kennis zijn, staat bekend als empirisme. Dus onze
eerste definitie van het strand is zowel materialistisch als empirisch.

2. Een strand is een actief onderdeel van het morfodynamische kustsysteem van
energieoverdrachten en sedimentbeweging. Als grens tussen water en land, is een
strand het overgangsgebied tussen aquatische en terrestrische ecosystemen, waar
voortdurende verandering vijandige omgevingen voor het leven creëert.

Hier hebben we opnieuw een definitie die afhangt van waarneembare,
materiële fenomenen, maar deze keer met prioriteit voor de relaties tussen
beide, en het functioneren van geomorfologische en biogeografische
processen. Sommige processen zijn (min of meer) direct waarneembaar. We
zouden bijvoorbeeld enkele strandclasten (rotsfragmenten) kunnen schilderen
om ze te markeren en hun bewegingen over of langs het strand te volgen
door ze gedurende een bepaalde periode regelmatig te verplaatsen.
Empirisme en materialisme zijn hier dan nog relevant. Sommige processen, of
de oorzaken van processen, zijn echter niet direct waarneembaar. We weten
2

, dat dingen (sedimenten, water) bergafwaarts bewegen, maar we kunnen de
zwaartekracht niet echt zien, we kunnen alleen de effecten ervan waarnemen.
Het idee dat kennis legitiem op rede kan worden gebaseerd, staat bekend als
rationalisme. In de praktijk worden de theorieën van geografen vervolgens
getoetst aan empirisch bewijs, dus we behouden nog steeds een
empiristische benadering.

3. Een strand is een plek die mensen voornamelijk bezoeken voor recreatieve
doeleinden (bijvoorbeeld zonnebaden, zwemmen), vaak in sociale groepen.
Stranden zijn het drukst in de zomermaanden, wanneer mensen aanzienlijke
afstanden kunnen afleggen om ze te bezoeken

De focus ligt nog steeds op empirische fenomenen, zoals aantallen mensen
en hun waarneembare gedrag, de dingen die ze fysiek doen. Andere
waarneembare verschijnselen die verband houden met mensen op het strand
zijn onder meer de input van bezoekers aan de lokale economie, de informele
economie die zich rond stranden kan ontwikkelen (Figuur 1.3) en materiële
effecten op het strand, zoals zwerfvuil. Onze derde reactie gaat ervan uit dat
de samenleving op dezelfde manier kan worden bestudeerd als de natuurlijke
wereld, met behulp van methodologische benaderingen die identiek zijn aan
die in de natuurwetenschappen, zij het met verschillende observatie- en
meetmethoden. Dit wordt soms naturalisme genoemd, hoewel het specifiek
een vorm van methodologisch naturalisme is (zoals het woord 'naturalisme'
op veel verschillende manieren door filosofen wordt gebruikt).
Door economische en politieke structuren van de samenleving te
beschouwen, en hoe deze structuren de relaties tussen strandbezoekers en
lokale bewoners vormgeven. Zou het een structuralistische analyse worden
zoals die in hoofdstuk 4 wordt behandeld.

Deze eerste drie reacties op de vraag 'Wat is een strand?' gaan er allemaal van uit
dat er een echte wereld bestaat, onafhankelijk van ons als individuen. Dit betekent
dat ze in grote lijnen allemaal realistisch zijn. Deze drie beschrijvingen van een
strand geven ook prioriteit aan empirische gegevens, althans als de 'zuurtest' van
onze theorieën, zo niet als de bron van al onze kennis.

Box 1.1: realisme is in ruime zin een aanname dat we weten dat objecten echt
bestaan afhankelijk van ons. Direct daartegenover staat idealisme, wat gaat over
dat niks bestaat buiten onze gedachten. Wetenschappelijk realisme is een
specifieke vorm van realisme en heeft drie ideeën.

- Dat er 'echte' waarneembare en niet-waarneembare objecten zijn, die onafhankelijk
van onze geest bestaan. Dit is een metafysische verbintenis. Met andere woorden,
het strand is echt.
- Dat onze wetenschappelijke theorieën over waarneembare en niet-waarneembare
objecten waar zijn - dat wil zeggen, ze komen overeen met hoe de wereld werkelijk
is. Dit is een semantische verbintenis(semantisch worden geassocieerd met
betekenis). Met andere woorden, de theorieën die geografen hebben over stranden
weerspiegelen echt de aard van het strand.
- Dat we de waarheid over deze waarneembare en niet-waarneembare objecten
kunnen kennen, en dus kunnen we weten dat onze theorieën waar zijn (of in ieder



3

, geval dat onze beste theorieën ongeveer waar zijn). Dit is een epistemologische
verplichting. Met andere woorden, we kunnen weten hoe het strand echt is.

Wetenschappelijk anti-realisme houdt in dat een of meer van deze toezeggingen
worden verworpen.

Sommige mensen beweren dat we de wereld nooit kunnen kennen zoals hij werkelijk
is, maar alleen zoals hij aan ons verschijnt; het punt van wetenschappelijke
theorieën is niet dat ze 'waar' zijn, maar dat ze lijken te werken (door ons
bijvoorbeeld in staat te stellen voorspellingen te doen over de dingen zoals ze aan
ons verschijnen). Dit is een instrumentalistische visie en daagt de
epistemologische toewijding uit.

Structureel realisme is een antwoord op twee belangrijke argumenten in debatten
over wetenschappelijk realisme. Aan de ene kant, als het wetenschappelijk realisme
niet waar zou zijn, zou het een wonder zijn dat onze wetenschappelijke theorieën zo
succesvol zijn. Aan de andere kant is van veel van onze wetenschappelijke
theorieën in het verleden bewezen dat ze onjuist zijn, dus onze huidige theorieën
zullen in de toekomst ook onjuist blijken te zijn.

Benaderingen die relaties tussen fenomenen proberen te beschrijven, is
structuralisme.

4. Een strand is zand tussen je tenen, het geluid van het water dat naar je toe komt, de
geur en smaak van zeezout, tijdelijke gewichtloosheid als elke golf je lichaam optilt
en voorbij rolt, hete zonneschijn op je huid, koud water. Het is een plek voor
ontspanning, of voor adrenaline-aangedreven, suif-geïnduceerde opwinding;
uitspattend door het ondiepe water, kijkend naar het binnenkomende water, jezelf
lancerend voor de golf. Een strand is ontsnapping en verdrijft de dagelijkse druk uit
je hoofd. Voor sommigen is een strand echter een plaats van angst (eremikofobie is
angst voor zand).

Het definieert het strand uitsluitend in termen van onze zintuigen, ervaringen
en betekenissen als individuen. Hier ligt de focus op onze perceptie van het
strand, in plaats van op het object van onze perceptie. In de loop van de
twintigste eeuw ontwikkelde zich echter een filosofische beweging die bekend
staat als fenomenologie, om zich specifiek te concentreren op het bestuderen
van de menselijke ervaring en dingen zoals we ze ervaren. De Duitse filosoof
Immanuel Kant (1724-1804) maakte onderscheid tussen de dingen zoals ze
op zichzelf zijn, die hij 'noumena' noemde, en de dingen zoals wij ze
waarnemen, of 'fenomenen'.

5. Een strand is een 'liminale' plek, waar normale regels - zoals regels over kleding -
niet gelden. Maar een strand kan ook een gereguleerde ruimte zijn. Gedrag kan
formeel worden gecontroleerd door 'veilig zwemmen'-vlaggen en regels voor het
huren van ligstoelen, constant onder toezicht van strandwachten en verkopers, maar
ook informeel gecontroleerd als we voldoen aan de sociale verwachtingen van wat
normaal is. Een strand is een plek waar identiteiten van geslacht, gezondheid,
rijkdom en fitness zijn gevormd, tentoongesteld of geremd.




4

, Onze vijfde reactie besteedt aandacht aan sociale regels en verwachtingen
die extern zijn aan ons als individuen. De 'sociale feiten' van gepast of
ongepast gedrag en verschijnen op een strand komen voort uit menselijke
gedachten en acties, maar ze verschijnen als 'objectieve realiteit' voor ieder
van ons als individuen. Dit is inherent een sociaal-constructionistische
positie (zie hoofdstuk 6), hoewel het is ook een thema dat door de
poststructuralistische en postmodernistische theorieën loopt (hoofdstuk
7). Mensgeografen (en andere sociale wetenschappers) noemen dit vaak
idealistisch.

Box 1.2: Mensgeografen en sociale wetenschappers gebruiken de term 'idealisme' in
de zin dat er aspecten van de samenleving zijn die voor ieder van ons verschijnen
als externe, onafhankelijke objecten of feiten, en toch uitsluitend worden
gedefinieerd door menselijke agenten, door onze ideeën en acties.
Voor filosofen wordt onder idealisme meestal de doctrine verstaan dat alles wat
bestaat mentaal of spiritueel van aard is (Ladyman, 2002). Dit is een 'immaterieel'
metafysisch perspectief, in tegenstelling tot de overtuiging dat materiële objecten
bestaan. Dit soort idealisme wordt vooral geassocieerd met filosoof bisschop George
Berkeley (1685-1753). 'Duits idealisme' is een beweging onder Duitse filosofen van
de jaren 1780 tot 1840. Beginnend met de ideeën van Kant, concentreerden de
Duitse idealisten zich op de dingen zoals ze aan ons verschijnen.

Conclusie:
De ontwikkeling van kennis in de geografie, zoals bij elk ander onderwerp, omvat
altijd aannames over wat er bestaat en hoe we kunnen weten.


Pauline Couper (2004), Hoofdstuk 2

Auguste Comte: ontwikkelde manier van begrijpen ans organiseren van de
samenleving op zo’n manier dat het voor stabiliteit en vrede moest zorgen.

Samenleving ontwikkeld op door drie manieren, parallel met ontwikkeling individu
(’Law of three stages’):

 theologische / fictieve fase
o verklaringen gezocht bij god.
 metafysische fase
o verklaringen gezocht bij god, maar meer abstract.
 Postitieve fase
o verklaringen gezocht door oberservaties en redenen, de wereld wordt
omschreven en hoe deze werkt.

Kennis gerelateerd aan inorganische phenomenen:

Atronomie → fysica → chemie.

Social fysics: wetenschap waarbij wiskunde, geinspireerd door fysica, gebruikt
wordt om gedrag van groepen mensen te verklaren.


5

, Comte beagrumenteerd dat wiskundige wetenschap de puurste, simpelste en
meest algemene wetenschap is, en een fundament is voor de rest.

Comte’s classificatie van de wetenschap:

Wiskunde → atronomie → fysica → chemie → fysiologie




Oberservatie verminderd subjectiviteit.

o epistemologische inzet van wetenschappelijk realisme: dat de mens
alle phenomen direct voor zichzelf kan observeren.
o positivitsiche studie van de mens is gebasseerd op kenis uit de externe
wereld.


HC 1 Fundamenten van de sociale geografie en planologie – 26 april

Taal:
 Woorden betekenen niet voor iedereen hetzelfde
 Woorden veranderen ook van betekenis
 Wittgenstein: we begrijpen elkaar nooit volledig
 ‘Dat is mijn waarheid’
 ‘Do your own research’
 Alles is maar relatief
Dit is wetenschapsfilosofie: over alle wetenschappen heen

Wat is geografie?
 Waar is een bepaald iets (x)?
 Waarom daar? Waarom niet ergens anders?
 Toch ontstaan er bepaalde interessegebieden - ‘scholen’ die bepaalde vragen
relevanter vinden, bepaalde methoden praktischer, en bepaald gebruik belangrijker
(denk aan beleid bijvoorbeeld)

Wetenschapsgeschiedenis: de geschiedenis van de geografie, van een subdiscipline, van
een regio
Wetenschapssociologie: beschrijft wetenschap als proces en gemeenschap

Perspectieven in de wetenschapsgeschiedenis:
 Intern VS extern: de omgeving bepaalt ook de agenda
 Vooruitgang of voortgang
 Structuren of eenlingen
 Neutraal VS gekleurd


6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophievdgraaf. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  4x  verkocht
  • (1)
  Kopen