Samenvatting Psychopathologie
Bijeenkomst 1; Psychiatrie een inleiding.
Hoofdstuk 1, bladzijde 2 t/m 23.
Psychopathologie= het deelgebied van de psychiatrie en de klinische psychologie dat zich bezighoudt
met diverse vormen van afwijkende emoties, gedachten en de gedrag, de oorzaken daarvan en de
behandelmogelijkheden.
Symptomen= specifieke eigenschappen of kenmerken.
Diagnostisch criterium= bepaalde verschijnselen of symptomen moeten voldoen aan bepaalde
voorwaarden, voordat we ze als afwijkend of passend bij een bepaalde stoornis beschouwen.
Bijvoorbeeld: iemand die stemmen hoort, moet deze minstens een maand horen voordat een
behandelaar dit symptoom als passend bij de diagnose ‘schizofrenie’ beschouwt.
Criteria voor afwijkend gedrag:
- Uitzonderlijk
- Sociaal afwijkend waarden en normen van een cultuur.
- Foute perceptie of interpretatie van de realiteit hallucinaties (dingen horen, zien of ruiken die
er niet zijn) /wanen (bepaalde denkbeelden/overtuigingen die je hebt die niet kunnen kloppen)
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon angst en depressie voor een lange tijd.
- Ongepast of contraproductief gedrag gedrag dat niet nuttig is voor de persoon, bijv. zwaar
alcoholgebruik of constant het slot checken.
- Gevaar voor zichzelf of anderen.
Concepten van ziekte en gezondheid kunnen in verschillende culturen een andere inhoud en
betekenis hebben!!!
Historische visies op afwijkend gedrag:
- Griekse oudheid: Hippocrates hij stelde dat ziekten van lichaam en geest het gevolg waren van
natuurlijke oorzaken, en niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten. Hij stelde dat de
gezondheid van lichaam en geest wordt bepaald door een evenwicht in de humores
(lichaamssappen).
- Vanaf 700 na Christus: Arabische psychiatrie mensgerichte benadering van geesteszieken.
Veel aandacht voor behandelingen, theorieën en diagnostiek. Dit niveau werd pas in 1900 in
Europa bereikt.
- Middeleeuwen: exorcisme en heksenvervolgingen bovennatuurlijke oorzaken >
bezetenheid/exorcisme.
- 1600: Gekkenhuizen Dolhuys Haarlem en St. Mary’s of Bethlehem Hospital in London
- Vanaf 1800: hervormingen morele therapie; patiënten zullen in een menselijke bejegening en
een verblijf in een ontspannen en respectvolle omgeving weer normaal gaan functioneren.
- Rond 1950 medicijngebruik werd ontdekt door psychische stoornissen zoals antidepressiva
en antipsychotica.
- Vanaf 1960: Kritiek op de psychiatrie psychische stoornissen bestaan überhaupt niet en zijn
een gevolg van een zieke maatschappij > meer richten op sociale model i.p.v. medische model.
- Hedendaagse trend eigen kracht is belangrijk, eveneens het empoweren van mensen.
,Hoofdstuk 2, bladzijde 24 t/m 79
Perspectieven die een verklaring geven voor het ontstaan van (afwijkende) emoties, gedachten en
gedrag:
- Biologisch perspectief
- Psychologisch perspectief
- Sociaal-culturele perspectief
- Biopsychosociale perspectief
Biologisch perspectief:
Het functioneren van het zenuwstelsel blijkt een rol te spelen in de ontwikkeling van afwijkend
gedrag. Bepaalde afwijkingen in hersengebieden staan in verband met afwijkend gedrag. Denk hierbij
ook aan verstoorde neurotransmitters.
Het zenuwstelsel:
- Is opgebouwd uit neuronen; zenuwcellen die door het hele lichaam signalen doorgeven.
- Elk neuron heeft een cellichaam met een celkern en een axon. Uit het cellichaam steken
dendrieten.
- De synaps vormt een verbinding tussen twee neuronen. Hierdoor wordt de boodschap verstuurt.
Onderdelen van het zenuwstelsel:
- Bestaat uit twee onderdelen: het centrale en het perifere zenuwstelsel. Deze bestaan ook uit
twee onderdelen. Centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Perifere
bestaat uit de zenuwen (neuronen) die boodschappen van de zintuigen ontvangen en naar de
hersenen en ruggenmerg verzenden en de zenuwen die boodschappen vanuit de hersenen en
ruggenmerg naar de spieren en klieren verzenden.
- Centrale zenuwstelsel: onderste deel van de hersenen: medulla (essentiële functies zoals
hartslag) pons (bewegingen lichaam, aandacht, slaap en ademhaling) en cerebellum (evenwicht
en motoriek). Voorste deel hersenen: thalamus (slaap, aandacht, sensorische info doorsturen),
hypothalamus (lichaamstemperatuur, motivatie, emotie) en het limbische systeem (herinneren,
regulatie honger dorst en agressie).
Het cerebrum en de cerebrale cortex zijn het meest geavanceerde deel. Cerebrum bestaat uit
hersenkwabben
Psychologisch perspectief
Vanuit het psychologisch perspectief zijn modellen opgesteld; psychodynamisch model:
- Is gebaseerd op het werk van Freud en zijn opvolgers.
- Uitgangspunt van Freud zijn psychoanalytische theorie: psychologische problemen worden
aangestuurd door onbewuste motieven en conflicten, die zijn terug te voeren op de kindertijd.
Deze onderliggende conflicten hangen samen met onze primitieve seksuele en agressieve
instincten en de behoefte om deze impulsen uit ons bewustzijn te weren.
- Freud onderscheid drie psychische structuren in onze persoonlijkheid: id oorspronkelijke
psychische structuur waar onze lagere driften en instinctieve verlangens zitten (onbewust), ego
realistische manieren om met frustraties om te gaan verzinnen (afweermechanismen) en
supergo ons geweten, normen en waarden (bewust).
- Opvolgers hebben het vaak over de sociale relaties van kinderen en bijv. hechting.
- Leermodel: wordt ook wel het behavioristische perspectief genoemd. Het legt de nadruk op
waarneembaar gedrag en de rol van het leren. Afwijkend gedrag is vanuit dit leerperspectief het
gevolg van het leren van verkeerd, ongepast gedrag. Denk bij dit perspectief bijv. aan klassieke
en operante conditionering of de sociaal-cognitieve theorie (bijv. leren door observatie).
, - Humanistische modellen: benadrukt een positief mensbeeld en gaat uit van de mogelijkheden en
de positieve kant van de menselijke psyche. Afwijkend gedrag is een verstoord concept van het
zelf (zelfontdekking en zelfactualisatie).
- Cognitieve modellen: theoretici menen dat onze emotionele toestand en gedrag worden bepaald
door onze visie op en interpretatie van wat we allemaal meemaken, in plaats van door de
gebeurtenissen zelf. Denk bij dit model aan input, verwerking, output. Verwrongen of irrationele
denkpatronen kunnen leiden tot emotionele problemen en ongepast gedrag.
Sociaal-culturele perspectief
We kunnen afwijkend gedrag volgens het sociaal-culturele perspectief niet bestuderen zonder
rekening te houden met de invloed van sociale en culturele factoren, inclusief factoren die te maken
hebben met etniciteit, gender en sociale klasse. Dus sociale stressoren kunnen leiden tot afwijkend
gedrag.
Biopsychosociale perspectief
Een combinatie van modellen. Interacties tussen biologische, psychologische en sociaal-culturele
factoren in de ontwikkeling van afwijkend gedrag. Het gaat dus uit van meerdere oorzaken en nooit
van 1.
Psychologische behandelmethoden
- Psychotherapie: met iemand praten. De eerste vorm van psychoanalyse was psychodynamische
therapie: helpen een inzicht krijgen in, en een oplossing te vinden voor, onbewuste conflicten uit
de jeugd.
- Humanistische therapie: belangrijkste vorm is persoonsgerichte therapie: reflecteren op
gevoelens. Behandelaar reageert et onvoorwaardelijke positieve waardering, empathie en
oprechtheid.
- Gedragstherapie: veranderen van gedrag. Bijv. geleidelijke blootstelling en systematische
desentisatie en modeling (eerst iemand observeren, dan nadoen) Gedragstherapie wordt vaak
ingezet bij angsten of fobieën.
- Cognitieve therapie: identificeren en corrigeren van inefficiënte opvattingen, gedachten of
attitudes die emotionele problemen veroorzaken door bijv. opdrachten mee geven.
- CGT: combi van gedragstherapie en cognitieve therapie.
- Groeps- gezin- en relatietherapie: groep is goedkoper, effectiever en sociale vaardigheden
oefenen.
Biologische behandelmethoden
- Medicatie: angstremmers, antipsychotica (hallucinaties, wanen, gedragsproblemen en
verwarring), antidepressiva, lithium bij bipolaire stoornissen.
- Lichttherapie
- ECT; elektroonvulsietherapie (verre van ideaal)