CT Jeugdhulp 2
23-6-2022
Samenvatting hoorcolleges blok 4
Mirte van 't Wout
DE HAAGSE HOGESCHOOL
,INHOUD
OPVOEDINGSONDERSTEUNING 2.4
o Hoorcollege 1: Inleiding in de opvoedingsondersteuning
o Hoorcollege 2: Geschiedenis van opvoedadviezen.
o Hoorcollege 3: Huidige maatschappelijke context.
o Hoorcollege 4: Empowerment en ouderbegeleiding in de praktijk.
o Hoorcollege 5: Voorspellers van (on)succesvol ouderschap.
o Hoorcollege 6: Effectiviteit van (online) interventies.
o Hoorcollege 7: Diversiteit en opvoedingsondersteuning.
ORTHOPEDAGOGIEK 2.4
o Hoorcollege 1: Werken in het gedwongen kader.
o Hoorcollege 2: Kindermishandeling en seksueel misbruik.
o Hoorcollege 3: Delinquent gedrag, jeugdcriminaliteit en jeugdstrafrecht.
o Hoorcollege 4: Residentieel en systeemgericht werken in het gedwongen kader.
o Hoorcollege 5: Jeugdigen met een trauma en stress gerelateerde stoornis.
o Hoorcollege 6: Jeugdigen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis.
o Hoorcollege 7: Jeugdigen met een gedragsstoornis.
o Hoorcollege 8: Jeugdigen met een stemmingsstoornis.
o Hoorcollege 9: Jeugdigen met een eetstoornis.
o Hoorcollege 10: Jeugdigen met een middel gerelateerde stoornis of verslaving.
o Hoorcollege 11: Jeugdigen met een psychose of schizofrenie.
,HOORCOLLEGE 1: INLEIDING IN DE OPVOEDINGSONDERSTEUNING
Opvoedingsondersteuning 2.4
WERKEN MET OUDERS: VROEGER VERSUS NU
Vroeger wilden men zo snel mogelijk professionele hulp bieden, tegenwoordig streven we naar het inzetten
van de eigen kracht van ouders en het stimuleren van het sociale netwerk. De Jeugdwet vraagt om meer
reflectie van de pedagoog.
OPVOEDEN ALS MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
De vraag naar professionele hulp stijgt, dit terwijl we tegenwoordig de eigen kracht van ouders willen inzetten.
We zien opvoeden als een maatschappelijke aangelegenheid, het is niet alleen maar de taak van ouders. De
overheid heeft bijvoorbeeld steeds meer invloed op de opvoeding. Er is sprake van een grote druk van buitenaf,
de moderne opvoeding is in een kramptoestand, enerzijds is opvoeding de taak van ouders, anderzijds is het
een gedeelde verantwoordelijkheid van alle volwassenen. Micha de Winter pleit voor een pedagogische civil
society, hij vindt dat opvoeding te vaak gezien wordt als een taak van alleen de ouders, terwijl dit de taak is van
alle volwassenen. Met samen opvoeden zouden kinderen leren dat ze onderdeel zijn van de democratie.
Moderne ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat ouders opvoeden als privé project zijn gaan zien, dit leidt tot
hoge verwachtingen en druk van buitenaf. Vanwege de hoge druk is men geneigd het kind sneller te labelen.
Wanneer de opvoeding niet perfect verloopt kan een label, zoals ADHD of autisme, ervoor zorgen dat ouders
zich minder schuldig voelen, zij kunnen dan de stoornis van het kind de schuld geven van de ‘mislukte’
opvoeding. Ook heeft de hoge druk van buitenaf geleid tot hyperparenting, dit zijn ouders die het gevoel
hebben dat zij hun kind moeten opvoeden tot het perfecte kind. Daarnaast kan de hoge druk leiden tot een
over geschematiseerd gezinsleven, hiermee wordt bedoeld dat het kind van alles moet, bijvoorbeeld naar
hockey, zwemles en pianoles.
Volgens de Winter zou dit probleem worden opgelost door de pedagogische civil society te versterken. Binnen
een gemeenschap waar betrokkenheid en onderling vertrouwen hoog is, blijken ouders meer betrokken te zijn
bij de school van het kind en wordt minder gedragsproblematiek vastgesteld. Ook leren kinderen zo om
democratisch burger te zijn. Maatschappelijk opvoeden houdt de democratie in stand en ontwikkeld deze. Een
autoritatieve opvoedstijl past het beste bij een maatschappelijke opvoeding.
DE DEFINITIE VAN OPVOEDEN
Opvoeding is iedere invloed die mensen, bedoeld of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling van kinderen.
Dus dat betekent;
o Dat opvoeden en ontwikkeling voor een deel maakbaar zijn, en voor een deel niet maakbaar zijn.
o Dat opvoeden mensenwerk is.
o Dat opvoeden zowel bedoelde als onbedoelde beïnvloeding is.
o Dat opvoeden goed of slecht kan verlopen.
, HOORCOLLEGE 2: GESCHIEDENIS VAN OPVOEDADVIEZEN
Opvoedingsondersteuning 2.4
HOE DACHT MEN VROEGER OVER OPVOEDING?
We kunnen leren van de geschiedenis van opvoedadviezen omdat dit ons doet begrijpen hoe ideeën over
opvoeding zijn ontstaan, het maakt ook een voorstelling mogelijk van hoe het anders had gekund. Mensen
hadden altijd al een mening over het gedrag van kinderen en jongeren, ouders kregen vaak de schuld van dit
gedrag.
Tijdperk. Visie op opvoeden en opvoedingsadviezen.
17e eeuw Er werd opgevoed tot deugdzame en vrome burgers. Eerlijkheid, bescheidenheid en
(Gouden hulpvaardigheid waren belangrijke eigenschappen voor kinderen, dit vloeide deels voort uit
Eeuw). het geloof (protestantisme en katholicisme) maar ook deels vanuit maatschappelijk en
economisch belang. Vroomheid was belangrijker dan prestatie. Werkeloosheid werd als
moreel probleem gezien, dit leidde tot een moreel verbod op luiheid. In het gezin waren
vaders huiselijk en betrokken, moeders waren ondernemend. Kinderen kregen begrip en
waardering, er werd naar het kind geluisterd, dit resulteerde in het verwijt dat kinderen in
deze tijd verwend waren. Er was ook een groot verschil tussen arm en rijk.
Opvoedingsadviezen:
o Leer het kind deugden aan.
Eind 18e Er werd opgevoed tot arbeidzame kinderen, dit kwam vanwege een economisch verval. Men
eeuw dacht dat er een terugval in waarden en normen was en er werd kennis verspreid van oude
(Verlichting). deugden. Onderwerpen werden bekeken vanuit rede en kennis (wetenschappelijke evolutie)
i.p.v. vanuit dogma en traditie. Men vond het belangrijk dat kinderen werden opgevoed tot
nuttige burgers voor de economie en arbeid. Er ontstond een beschavingsoffensief, het werd
belangrijk gevonden dat kinderen beschaafd werden grootgebracht. Ook ontstond het
verheffingsidee, men dacht dat je volwassenen ook nog dingen kon leren (heropvoeden) en
dat dit niet enkel tijdens de kindertijd kon. Ook ontstond een volksopvoeding, mensen die
arm waren moesten worden heropgevoed zodat ze weer nuttig waren voor de samenleving.
Opvoedingsadviezen:
o Vrouwen zijn van nature liefdevol en huiselijk, zij moeten dit enigszins
onderdrukken door verstandige grenzen te stellen.
o Het gezag van vader moet de liefde en zachtheid van de moeder compenseren.
19e eeuw. De helft van de gezinnen leefde onder de armoedegrens. De industriële revolutie vond
plaats, dit bracht economische vooruitgang, wat leidde tot een breder publiek voor
pedagogische adviezen. Er ontstond een wetenschappelijk, vooral medisch, perspectief op
opvoeding. Men was bang dat kinderen hebberig en egoïstisch zouden worden. Vader moest
met liefde het gezag handhaven (her-entree vader). Opvoeding heeft nog steeds een
maatschappelijk doel, ook moeten kinderen eerlijk, ijverig, gewetensvol en welwillend zijn.
Opvoedingsadviezen:
o Leer kinderen de belangen van anderen en de gemeenschap boven hun eigen
belangen te stellen.
20e eeuw. Er werden nieuwe wetten aangenomen die betrekking hadden op de jeugd en dus het gezin.
Er kwam voor het eerst overheidsbemoeienis in het gezin, er werden
rijksopvoedingsgestichten en tuchtscholen gesticht en kinderen konden uit huis worden
geplaatst. Ook waren er hevige protesten tegen de slechte omstandigheden waarin kinderen
moesten werken, dit resulteerde in een wet die kinderen tot 10 jaar verbood om te werken.
De opvoedingsvragen waren in deze tijd gericht op het innerlijke kind (emotionalisering).
Ongehoorzame kinderen werden als ontmoedigde kinderen gezien, er werd dan niet goed
aangesloten bij de innerlijke belevenis van het kind. Psychologie en pedagogiek werden
gezien als wetenschap, hierdoor ontstond er een verschil tussen leken en deskundigen.