Disclaimer: Wettenbundel 2020-2021 is voor deze uitwerking geraadpleegd. De meeste wetten
komen echter wel overeen met de wettenbundel van 2021-2022.
Aangeven wat zowel feitelijk als juridisch van belang is voor het beschermen van data binnen een
onderneming en is de student in staat het belang te beschrijven van intellectuele eigendomsrechten.
Intellectueel eigendomsrecht → bescherming van prestaties en onderscheidingstekens.
Belang van IE-rechten → het exploiteren van recht beschermde ideeën, dus prestaties en
onderscheidingstekens. Het gaat hierbij niet om rechten op ideeën.
Indien iets niet door het IE-recht wordt beschermd kan men een beroep doen op de Wbb, mits er
wordt voldaan aan de volgende vereisten, art. 1 Wbb:
• Informatie moet niet algemeen bekend zijn of niet makkelijk toegankelijk zijn voor mensen
die ermee werken;
• Informatie moet handelswaren bezitten;
• Rechthebbende moet redelijke maatregelen getroffen om de informatie geheim te houden.
o werknemers instrueren dat zij werken met geheime informatie.
o Geheimhoudclausule opnemen.
Voorbeelden waarop men een beroep kan doen zijn: bedrijfsbestanden en resultaten van
marktonderzoeken. Voordelen van de Wbb zijn dat deze wet voornamelijk gaat om handelingen,
zoals staken van het openbaarmaking van het bedrijfsgeheim (art. 5 lid 1 sub a Wbb). Daarnaast kan
o.g.v. art. 8 Wbb schadevergoeding worden gevorderd, art. 6:6 → art. 6:162 BW.
• Dataprotectie
o Belang ondernemer
o Bescherming need to know & techniek
▪ Juridische bescherming
• Bedingen die zijn gekoppeld aan boetebedingen → art. 6:92 BW.
• Vertrouwelijkheidsafspraken
▪ Feitelijke bescherming
• Informatie beveiliging is in orde
o Virusscanner
o Risicoanalyse
▪ Intern → werknemers of zzp’ers
▪ Extern → klanten, concurrenten, leveranciers en
andere derden.
,Aangeven op welke wijze het auteursrecht van belang is binnen een onderneming en is de student in
staat het juridisch kader inzichtelijk te maken en toe te passen op een casus.
1. Wat is het aard van het object?
o Werk van letterkunde, wetenschap of kunst, art. 1 juncto art. 10 Aw.
▪ Arrest Levola Smilde HvJ EU november 2018, C-310/17, ECLI:EU:C:2018:899
• Auteursrecht op smaak is niet mogelijk.
2. Aan welke inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
o Object moet ergens tot uitdrukking zijn gebracht.
▪ Mondelinge voordracht, leesbaar of voelbaar.
▪ Werk hoeft niet openbaar worden gemaakt.
• Vb. een boek dat in gesloten la zit is ook tot uitdrukking gebracht.
▪ Auteursrecht blijft ook bestaan als het werk teniet gaat.
• Vb. verbrande schilderij valt nog steeds onder het auteursrecht.
o Eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker dragen
(EOK&PS).
▪ Werk moet oorspronkelijkheid of originaliteit hebben. Is het mogelijk dat
twee onafhankelijke makers op hetzelfde resultaat komen?
▪ laagdrempelige werktoets → er wordt vrij snel aangenomen dat de maker
erop is gekomen. Ofwel een zekere creativiteit van de maker.
o Niet slechts voor verkrijgen technisch effect noodzakelijk.
▪ Bij vormgeving dat technisch is bepaald is het octrooirecht van toepasing.
3. Welke procedure moet zijn doorlopen?
o Het auteursrecht ontstaat op het moment van schepping.
▪ Schepping: voldaan aan ‘werk’ toets, verder geen formele vereisten.
4. Wie heeft er aanspraak op het uitsluitend recht?
o Binnen het auteursrecht wordt er onderscheidt gemaakt tussen de maker en de
auteursrechthebbende.
▪ Maker → schepper van het werk wiens persoonlijk stempel op het werk
staat.
• Meerdere makers
o Indien werken kunnen worden gescheiden dan kunnen de
rechten ook worden gescheiden,
▪ Vb. kinderboek de tekst behoort tot de schrijver en
tekeningen tot de illustrator.
o Indien werken niet kan worden gescheiden dan
gemeenschappelijk werk dus ook gemeenschappelijk
auteursrecht, art. 26 Aw. Alle makers moeten dan ook
akkoord gaan met gebruik van een werk.
• Verzamelwerk, art. 5 Aw.
o Dubbel auteursrecht.
▪ Vb. bij een verzamel-cd heeft de maker hiervan het
auteursrecht, maar op de nummers apart heeft de
maker van deze nummers het auteursrecht.
, ▪ Auteursrechthebbende → degene die het auteursrecht verkrijgt, dit kan
d.m.v.:
• Overeenkomst;
o Licentie geven van gebruik, dit is een tijdelijke mogelijkheid
om het auteursrecht te gebruiken, art. 2 lid 2 Aw. Hieraan
kunnen voorwaarden aan worden verbonden. Hiervoor is
wel een akte nodig, art. 2 lid 3 Aw.
o Het moet dan wel gaan om een vermogensrecht als in de zin
van art. 3:6 BW. er moet dan ook voor een juiste overdracht
aan de eisen van art. 3:84 BW worden voldaan.
▪ Levering krachtens een geldige titel;
▪ Door een beschikkingsbevoegde;
▪ Het goed moet voldoende bepaalbaar zijn.
• Personen- en familierecht.
o Erfopvolging, art. 2 lid 1 Aw.
5. Waaruit bestaat het uitsluitend recht?
o Exploitatierechten, art. 12 en 12 Aw.
▪ Veelvoudigheidsrecht, art. 13 Aw.
• Recht om te reproduceren of het nabootsen/ bewerken van een
werk in een andere vorm.
• Het gaat er dan om dat de bekendste kenmerken van het werk
worden nagebootst. Dit is dus een inbreuk.
o Vb: verfilming of natekenen schilderij
• Er is sprake van ontlening → je moest kunnen afkijken van het werk
waarop een auteursrechthebbende heeft beroept.
o Bewijslast
o Arrest Barbiepop HR: 21 februari 2002
ECLI:NL:HR:2002:ZC0513.
▪ Auteursrechthebbende moet tegemoet worden
gekomen als het gaat om bewijs. Eiser hoeft niet aan
te tonen dat er sprake is van ontlening, maar de
gedaagde moet bewijzen dat zijn wel/niet bewust
het werk van de eiser heeft ontleent. →zelfstandige
schepping van een werk.
▪ Openbaarmakingrecht, art. 12 Aw.
• Het werk wordt ter beschikking gesteld aan het publiek.
o Actieve handeling dus toestemming van rechthebbende.
o Vb: laten zien van een film, boek in boekenwinkel.
o Persoonlijkheidsrechten, art. 25 Aw.
▪ Komen toe aan de maker van een werk, omdat de maker kan worden
beschouwd als een uitdrukking van de persoonlijkheid van een maker, maker
behoudt ook deze rechten als hij de exploitatierechten heeft overgedragen.
▪ Rechten zijn niet overdraagbaar.
• Maker kan wel afstand nemen, art. 25 lid 3 en 4 Aw.
o Beperkingen van het auteursrecht
▪ art. 15 -15a Aw.
• Drie-stappentoets