Europees recht II
Week 1: interne markt.
De interne markt (art. 26) heeft een centrale plaats in de doctrine van het Europese recht.
- Marktvrijheden:
Vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal.
- Niet-economische belangen:
Publieke belangen.
Bereikt aan de hand van integratie:
a. Passieve integratie: primair aan lidstaten gerichte verbodsbepalingen;
b. Actieve integratie: uitvaardigen van Europese regels van afgeleid recht (art. 114).
De verdragsrechtelijke basis is artikel 3 lid 3 VEU, uitgebreid door artikel 26 lid 1 en 2 VWEU.
HvJ: interne markt is een markt ‘die ziet op de afschaffing van alle belemmeringen
van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te
verenigen tot één enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt,
zoveel mogelijk benadert’.
Opruimen grensbelemmeringen;
Opruimen aanzienlijke concurrentieverschillen.
De harmonisatie van wetgeving gebeurt door gemeenschappelijke regels op Europees
niveau uit te vaardigen die verschillen tussen lidstaten wegnemen (art. 114).
- Bepaalt grotendeels de materiële inhoud van het interne marktrecht;
- Geeft aan hoe autoriteiten van lidstaten samen dienen te werken en informatie
moeten uitwisselen (administratieve belemmeringen);
- Maakt praktische samenwerking mogelijk.
In het geval van minimumharmonisatie, zijn lidstaten bevoegd zelf strengere normen op te
stellen. Zij hebben echter geen speelruimte in geval van uitputtende harmonisatie (niet
inhoudelijk, noch de doelstelling).
De beleidsruimte die wordt overgelaten aan een lidstaat, dient uit de harmonisatieregel zelf
te worden opgemaakt (Ratti-arrest).
Exclusiviteitsclausule: lidstaten treffen de nodige maatregelen om het
doel te bewerkstelligen.
Vrij verkeer clausule: lidstaten kunnen het in handel brengen niet
verbieden, beperken of belemmeren om redenen in verband met de
richtlijn.
Indien er wel ruimte aan lidstaten wordt overgelaten, dienen de
lidstaten de grenzen van die ruimte te respecteren.
Is nationale wetgeving in overeenstemming met de interne markt bepalingen?
1. Zijn er Europese regels op het terrein van de nationale regelgeving?
Zo nee, nationale wetgeving moet getoetst worden aan het Verdrag.
Zo ja, nationale wetgeving moet getoetst worden aan die Europese regels.
2. Laten die Europese regels beleidsruimte aan de lidstaten om betreffende nationale
wetgeving uit te vaardigen?
Zo nee, de Europese regels vormen het toetsingskader.
Zo ja, de nationale wetgeving dient getoetst te worden aan het Verdrag.
Alle regels dienen te allen tijde aan algemene verdragsregels te voldoen (Handvest, EVRM).
,De vier vrijheden:
a. Het vrij verkeer van goederen (art. 26-37 VWEU).
Heeft betrekking op alle producten die voorwerp (kunnen) zijn van
commerciële handelstransacties.
Uitzonderingen zijn zeldzaam (art. 346 VWEU).
Geen illegale goederen uit de strafrechtelijke sfeer.
b. Het vrij verkeer van personen (art. 45-55 VWEU).
(Economisch niet-actieve) EU-burgers en ‘derdelanders’ op grond van
secundair recht.
Vrijheid voor werknemers (art. 45-48 VWEU).
Inhoud is afhankelijk van Unierecht, onderdaan van een lidstaat die in
een andere lidstaat gedurende een bepaalde tijd onder leiding van een
ander werkzaamheden verricht en daarvoor een beloning ontvangt.
Reële en daadwerkelijke arbeid met uitsluiting van werkzaamheden
van zo geringe omvang dat zij louter marginaal en bijkomstig blijken.
Vrijheid van vestiging (art. 49-55 VWEU).
Beroepsuitoefening door zelfstandigen en bedrijven.
Gemeenschapsonderdaan kan duurzaam deelnemen aan het
economisch leven van een andere lidstaat dan zijn herkomst.
- Criminele vormen vallen niet onder personenverkeer.
c. Het vrij verkeer van diensten (art. 56-62 VWEU).
Dienstverrichtingen die gewoonlijk tegen vergoeding geschieden, voor zover
de bepalingen, betreffende het vrij verkeer van goederen, kapitaal en
personen niet van toepassing zijn.
Industriële aard, commerciële aard, ambacht, vrije beroepen.
Transacties in onzichtbare en niet-materiële goederen.
d. Het vrij verkeer van kapitaal (art. 63-66 VWEU).
Betalingsverkeer: tegenprestaties.
Financiële transacties die geen tegenprestatie vormen (belegging of
investering).
- Als een investeerder zodanige invloed op de besluiten van het
bedrijf kan uitoefenen dat hij de activiteiten ervan kan
bepaling, is er sprake van vestiging.
Transacties van persoonlijke aard.
Er zijn twee benaderingen van de vrijheid van verkeer: via een verbod van discriminatie en
via een verbod van belemmering.
- Verbod van discriminatie (art. 18 VWEU) op grond van nationaliteit.
Ziet op formele discriminatie, waarbij de nationaliteit het
onderscheidingscriterium is in de betrokken nationale wetgeving.
Ziet op het gevolg dat andere nationaliteiten door nationale wetgeving
worden benadeeld, de materiële discriminatie.
Verbod om gelijke gevallen ongelijk te behandelen.
- Verbod van belemmering.
In beginsel zijn alle belemmeringen verboden.
Niet het tegengaan van protectionisme, maar bevorderen interne markt.
a. Verkeer van goederen.
, Tarifaire belemmeringen:
- Heffingen van gelijke werking (art. 30 VWEU), ongeacht
benaming en structuur een eenzijdig opgelegde geldelijke last
die wegens grensoverschrijding op nationale of buitenlandse
goederen wordt gelegd en geen douanerecht is.
- Onrechtmatige belemmering.
- Verbod van protectionisme (art. 110 VWEU), binnenlandse
belastingen betreffen in- en uitgevoerde producten.
Non-tarifaire belemmeringen:
- Invoerbelemmeringen (art. 34 VWEU), maatregelen van gelijke
werking (Dassonville-arrest).
Uitzondering van ‘verkoopmodaliteiten’, nationale
wetgeving die geen betrekking heeft op het product als
zodanig, doch op de voorwaarden waaronder het mag
worden verhandeld (Keck-arrest).
- Producten die in een lidstaat rechtmatig zijn geproduceerd en
in handel gebracht, hebben ook markttoegang in andere
lidstaten (beginsel van wederzijdse erkenning).
- Uitvoer (art. 35 VWEU), discriminatietoets die betrekking heeft
nationale maatregelen die een specifieke beperking van het
uitgaand goederenverkeer ten gevolge hebben.
b. Kapitaalverkeer.
Belemmeringenverbod (art. 63 VWEU).
- Alle beperkingen, discriminatoir of niet, zijn verboden.
- Direct: tenzij geschreven rechtvaardiging en evenredig.
- Indirect: tenzij geschreven rechtvaardiging of ‘dwingend
vereiste’ en evenredig.
c. Verkeer van diensten.
Belemmeringverbod (art. 56 VWEU).
- In beginsel zijn alle beperkingen verboden.
- Direct: tenzij geschreven rechtvaardiging en evenredig.
- Indirect: tenzij geschreven rechtvaardiging of ‘dwingend
vereiste’ en evenredig.
Discriminatieverbod (art. 57, derde alinea, VWEU).
- Dienstverlener dient onder dezelfde voorwaarden diensten te
kunnen verlenen als de diensten die gelden voor de eigen
onderdanen in die lidstaat.
d. Verkeer van werknemers en vestiging.
Discriminatieverbod (art. 45 lid 2, art. 49 VWEU).
- In de rechtspraak veelal een direct belemmeringsverbod.
- Direct: tenzij geschreven rechtvaardiging en evenredig.
- Indirect: tenzij geschreven rechtvaardiging of ‘dwingend
vereiste’ en evenredig.
Er is sprake van convergentie van verbodsbenaderingen (groeien naar elkaar toe).
Dit betreft de verhouding tussen heb discriminatie en belemmeringsverbod.
De reikwijdte van verschillende vrijheden.
De verhouding tussen verschillende groepen uitzonderingen.