tekst 1 Daedelus wil weg van Kreta
Daedalus, interea Creten longumque perosus exilium tactusque / loci natalis amore / clausus erat
woorden worden express ver, want lang, van elkaar gezet hyperbaton (longum exilium) Tactus is figuurlijk/ metaforisch
pelago. ‘Terras licet ‘ inquit ‘et undas obstruat at caelum certe patet: ibimus illac! Omnia (object)
possideat (gezegde), non possidet (gezegde) aëra (object) Minos = chiasme. ‘
Vertaling
Daedalus, intussen Kreta en zijn lange ballingschap hatend en geraakt door liefde voor zijn
geboorteplaats, was opgesloten door de zee.
'Ook al verspert Minos mij aarde en zee,' zei hij, 'de hemel staat zeker open; wij zullen daar langs
gaan! Ook al bezit hij alles, de lucht bezit Minos niet.'
tekst 2 Daedelus gaat aan de slag
Dixit et ignotas animum dimittit in artes naturamque novat. Nam ponit in ordine pennas, a minima
dixit = afsluiting directe reden alliteratie Naturam Novat, want is uitzonderlijk
coeptas, longam breviore sequente (ablabs), ut clivo crevisse putes (Aci): sic rustica quondam fistula
vleugel = panfluit (rustica fistula) = heuvel (clivus) → vergelijkingspunt = vorm, kromming (curvamine)
disparibus paulatim surgit avenis. Tum lino medias (pennas) et ceris alligat imas, atque ita compositas
parvo curvamine flectit, ut veras imitetur. Puer Icarus una stabat et ignarus sua se
alliteratie (Sua Se) en sua … pericla = hyperbaton, want groot gevaar, dus ver uit elkaar
tractare pericla modo ore renidenti (abl. s) captabat plumas, quas vaga moverat aura, modo flavam
prospectieve elementen
pollice ceram mollibat lusuque suo mirabile patris (genitivus) impediebat opus.
Vertaling
Zo sprak hij en hij liet zijn gedachten gaan over ongekende kunsten en vernieuwde de natuur. Want
hij zette veren op een rij, begonnen vanaf de kleinste, terwijl een kortere een lange opvolgde, zodat je
zou menen dat ze op een heuvel gegroeid zijn: op die manier ontstaat ooit een panfluit
langzamerhand uit ongelijke rietstengels. Toen bond hij de veren in het midden vast met een draad en
aan de onderkant met bijenwas, en zo boog hij de samengestelde veren tot een kleine kromming, dat
hij echte vogels nabootste. De jongen Icarus stond tezamen en, niet beseffend dat hij zijn gevaren
aanraakte, pakte hij nu eens met een stralend gezicht de veren, die het ronddwarrelend briesje
bewoog, dan weer maakte hij met zijn duim het goudgele bijenwas zacht, en met zijn spel verhinderde
hij het bewonderenswaardige werk van zijn vader.
tekst 3 Daedalus instrueert Icarus
Postquam manus ultima coepto imposita est, geminas opifex libravit in alas ipse suum corpus
coepto (ppp) gebruikt als substantivum (znw)
motaque pependit in aura. Et instruit natum et dixit: ‘Icare, (te) moneo, ut medio limite curras, ne, si
demissior ibiss, unda gravet pennas, ne, si celsior, ignis adurat (pennas). Inter utrumqeu vola, nec te
unda = letterlijk; golf metonymisch; water
spectare Booten aut Helicen iubeo strictumque Orionis ensem: me duce carpe viam. ‘Pariter
praecepta volandi (gerundium) tradit et ignotas umeris accommodat alas.
vertaling
Nadat de laatste hand gelegd was aan het werk waaraan hij was begonnen, bracht de maker zelf zijn
lichaam in evenwicht tussen beide vleugels en hing in de bewogen lucht.
Hij instrueerde ook zijn zoon en zei: ‘Icarus, ik waarschuw je, dat je in het midden van de baan vliegt,
opdat niet het water de veren zwaar maakt, als je te laag zal gaan en opdat niet het vuur je
verschroeit, als je te hoog zal vliegen. Vlieg tussen beiden in en ik beveel je niet te kijken naar De
Grote Beer of De Ossendrijver en ook niet naar het getrokken zwaard van Orion: leg de weg af onder
mijn leiding. Tegelijkertijd levert hij het voorschrift van het vliegen over en hij maakte de onbekende
vleugels vast aan zijn schouders.