Europees Recht
Blok 8
1. Internationale samenwerking, ontstaan van de Europese Unie en basisbegrippen
2. Economische integratie en de E.U.
3. Organisatie van de E.U.
4. Beleid, regelgeving en rechtspraak
5. De interne (gemeenschappelijke) markt
Les 1 ontstaan van de EU en basisbegrippen
Clip 1
Het Europees recht heeft heel veel invloed op rechtsgebieden en ook het Nederlandse recht.
Internationale samenwerking tussen Staten
Op het moment dat Staten willen samenwerken dan kunnen ze dat op verschillende manieren doen.
De belangrijkste manier waarop Staten samenwerken is middels het maken van een verdrag tussen
die Staten en het oprichten van internationale organisaties die de samenwerking regelen. Vaak is het
een combinatie van beide.
Via verdrag
“Een overeenkomst tussen staten, waarbij deze ten opzichte van elkaar bepaalde verplichtingen
aangaan”.
Al decennialang worden handelsverdragen gesloten tussen staten. In zo’n verdrag regel je het
toekennen van privileges aan elkaar, bijvoorbeeld dat landen bij elkaar tegen lage tarieven mogen
invoeren, of geen tarieven berekend worden, opslag en doorvoer van goederen kan door het andere
land worden toegestaan. Dit vergemakkelijkte de handel. Staten die een verdrag willen gaan sluiten
gaan daarover onderhandelen.
Totstandkoming via:
- Onderhandelingen: dat doe je tijdens een conferentie van ministers of andere
regeringsvertegenwoordigers. Onderhandelingen kunnen, afhankelijk van de inhoud van het verdrag,
heel lang duren.
- Ondertekening: Op het moment dat er een akkoord wordt gesloten, dan wordt dat akkoord door
ministers ondertekend.
- Ratificatie en inwerkingtreding: die ministers nemen dat verdrag mee terug naar hun eigen land en
het parlement van het eigen land moet goedkeuring geven aan dit verdrag = ratificatie. Op het
moment dat alle landen die meedoen aan dat verdrag geratificeerd hebben, dan treedt het verdrag
in werking.
Andere woorden voor verdrag zijn woorden als akkoorden, conventies of handvesten. Ook
protocollen kom je tegen als woord. Dat zijn vaak invullingen of technische uitwerkingen van een
verdrag
Naam en structuur:
- Preambule: de aanhef “een plichtige reden waarin uitgelegd wordt waarom tot dit verdrag is
komen”
- Artikelen: de tekst van het verdrag die bestaat uit een aantal artikelen. Afhankelijk van het verdrag,
is het een raamovereenkomst dan zullen er minder artikelen zijn of is het de uitwerking van een
samenwerking dan zullen er vaak meerdere artikelen zijn en wordt het meer gedetailleerd
- Handtekeningen: het einde bevat handtekeningen van alle betrokken ministers. Dan is het verdrag
geratificeerd en kan het in werking treden.
1
,De verschillende soorten verdragen:
Bilateraal =
- verdrag tussen twee staten, vaak handelsovereenkomsten dus lage tarieven op elkaar
producten of geen invoerrechten.
- eenvoudig en zelf uit te voeren. Als zo’n verdrag is gesloten dan komen jaarlijks de
betrokken en bevoegde ministers/ambtenaren bij elkaar om te overleggen hoe het gaat met
de uitvoering van het verdrag en of er eventueel problemen zijn ontstaan.
Multilateraal of plurilateraal =
- verdrag tussen een groep staten
- meer complex, dus betekend dat er meer overleg moet plaats vinden en
uitvoeringsmaatregelen getroffen moeten worden.
- uitvoering via internationale organisatie, die draagt zorg. Afhankelijk van de complexiteit en
hoeveelheid staten die meedoet aan zo’n verdrag wordt zo’n internationale organisatie een
enorm grote organisatie met een eigen structuur en alles erop en eraan.
Via Internationale organisaties
“Een lichaam, opgericht bij verdrag en voorzien van een of meer organen, met als taak het op
duurzame wijze behartigen van gemeenschappelijke belangen van staten”.
- Opgericht door een oprichtingsverdrag, deze wordt ook ondertekend en geratificeerd.
Een oprichtingsverdrag regelt:
- welke rechten en plichten staten ten opzichte van elkaar hebben
- wat is de taak en doelstelling van deze organisatie ‘waartoe heb je hem in het leven
geroepen’
- welke bevoegdheden heeft die internationale organisatie, wat mag die doen en hoever rijkt
dat?
- welke staten lid zijn en onder welke voorwaarden andere staten kunnen toetreden
- de financiering, structuur van de internationale organisatie, vestigingsplaats en
personeelszaken
- Bv: politieke organisatie (Verenigde Naties), militaire organisatie (NAVO), economische organisatie
(WTO, IMF, Wereldbank) , sociale organisatie (ILO) en technische organisatie
Verschillende soorten organisaties:
Intergouvernementeel =
- De regering van de lidstaten zijn de baas (eenvoudige structuur)
De internationale organisatie heeft wel een taak en functie, maar de lidstaten zelf de
zeggenschap blijft behouden. Kenmerken is een beperkende bevoegdheid, geen eigen extra
bestuursorganen en besluitvorming met eenparigheid van stemmen gaat. Iedere staat die
deelneemt heeft een vetorecht, dus er hoeft er maar een niet mee eens te zijn en dan gaat
het hele feestje niet meer door.
Intergouvernementeel = tussen regeringen
- Organen in de organisatie:
1. De Raad = soort algemene vergadering van regeringsvertegenwoordigers die 1 keer per
jaar samen komen om belangrijke besluiten goed te keuren
2. Dagelijks bestuur = door de raad gekozen leden. Dat zijn ambassadeurs die ter plaatse
functioneren
3. Secretariaat = onder leiding van de secretaris-generaal.
Supranationaal =
- organisaties die binnen bepaalde grenzen boven de nationale staat is gepositioneerd
(complexer van structuur)
Deze hebben vaak veel organen met specifieke bevoegdheden. Die bevoegdheden kunnen
2
, betrekking hebben op wetgeving, bestuur, rechtspraak. Besluiten worden niet met
eenparigheid van stemmen genomen, meestal geen vetorecht. De meerderheid krijgt zijn zin,
dus je kunt gebonden worden terwijl je het er eigenlijk niet mee eens bent.
- voorbeelden van supranationale organisaties; NAVO, groot deel van de Europese Unie
Wat is de EU
“Bij dit verdrag richten de Hoge verdrags-sluitende Partijen tezamen een Europese Unie op, waaraan
de lidstaten bevoegdheden toedelen om hun gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken.
Dit verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter
verbond tussen de volkeren van Europa, waarin besluiten in een zo groot mogelijke openheid en zo
dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
1. Geen staat
Lidstaten blijven dus zelfstandig. De Europese Unie is geen federatie. De verenigde staten is
een federatie. Een federatie bestaat uit deelstaten en daar kun je je niet uit terug trekken. Bij
de Europese Unie kun je wel eruit stappen.
2. Wel een hecht verbond
3. Opgericht om gemeenschappelijke doelen te verwezenlijken
Het komt erop neer dat de Europese staten zelf de klein zijn om in hun eentje te garanderen
dat die vrede en welvaart van het volk in stand blijft. Door met 27 andere lidstaten doelen te
stellen word je sterker. Rechtsbetrekking tussen die lidstaten wordt op steeds meer gebieden
geregeld. In eerste instantie was de Europese Unie vooral een economische organisatie. Maar
nu zie je ook dat milieu, defensie, veiligheid ook aspecten zijn die behoren tot die
gemeenschappelijke doelen van de Europese Unie
Recht van de EU
Primair recht = EU wetten
*Verdrag van de Europese Unie: VEU
VEU = de doelstelling, waarom zijn ze op aarde en waartoe zijn we de Europese Unie?
*Verdrag betreffende werking van de EU: VWEU
VWEU = legt specifieke taken en bevoegdheden vast
*Handvest van de grondrechten van de EU.
Onze eigen grondrechten. Daarin zijn de fundamentele rechten en vrijheden van burgers in
de Europese Unie vastgelegd. Zoals; verbod van de doodstraf, slavernij, eigendom en
eerbiediging van het privéleven. Dit zijn grondrechten die voor alle burgers van toepassing
zijn.
*Protocollen die horen bij de VEU en de WEU (37 stuks).
Deze zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU 30 maart 2010 no C 83, zie www.europa.eu
Secundair recht = EU-regelgeving
Vloeit voort uit primair recht
*Verordeningen en richtlijnen
*Besluiten en aanbevelingen
Hoofdlijnen van Europees recht
Het beleid dat de Europese Unie op grond van de verdragen moet voeren valt in 5 onderdelen
uiteen.
1. Interne (gemeenschappelijke) markt
Het allerbelangrijkste waarom de Europese Unie is begonnen als EEG = het economisch
verkeer tussen de lidstaten moet vrij zijn van belemmeringen.
- vrij verkeer van goederen
- vrij verkeer van diensten
3