Samenvatting ‘Handboek Derivaten voor accountants, fiscalisten en controllers’ (derde druk)
Hoofdstuk 1: Treasury
1.1 Treasurytaken
Kerntaken treasury:
1. Beheersing van geldstromen en rekeningsaldi van de onderneming
2. Beheersing van financiële risico’s (liquiditeitsrisico, renterisico, valutarisico en prijsrisico van grondstoffen).
Hierna worden de deeltaken van de treasuryafdeling besproken.
1.1.1. Cash & liquidity management / financiering
Liquidity management: De treasuryafdeling is verantwoordelijk dat de onderneming altijd over voldoende midde-
len beschikt om de noodzakelijke uitgaande betalingen te verrichten.
Cross currency liquidity management: een overschot in de ene valuta gebruiken om een tijdelijk tekort in de an-
dere valuta (bijv. euro’s) op te heffen.
Cash management: De treasuryafdeling is verantwoordelijk voor het renteresultaat over de betaalrekeningen.
Verschil liquidity management en cash management:
Liquidity management beoogt het beheer van het totaal van alle saldi in een bepaalde valuta.
Cash management ziet toe op de optimale verdeling van dit saldo over de verschillende rekeningen.
1.1.2. Renterisicobeheer
Variabele rente: De rente van de lening wordt periodiek herzien.
Nadeel: De onderneming loopt en renterisico (rentestijging → stijging rentekosten).
Voordeel: De onderneming kan profiteren wanneer de rente daalt.
Wanneer het renterisico van de onderneming groot is, moet treasury bepaalde financiële instrumenten gebruiken
(renteswaps of renteopties).
1.1.3. Valutarisicobeheer
Risico dat kosten respectievelijk opbrengsten worden beïnvloed door schommelingen in de wisselkoersen.
Financiële instrumenten om dit risico te beperken betreffen valutatermijncontracten en valutaopties.
1.1.4. Beheer van prijsrisico van commodities
Prijzen van grondstoffen op de wereldmarkten fluctueren in het algemeen sterk, waardoor ondernemingen het
risico lopen dat hun financiële resultaat daardoor negatief wordt beïnvloed.
Commodities: De verzamelnaam voor brandstoffen, grondstoffen en agrarische producten.
Financiële instrumenten om dit risico te beperken betreffen commodity derivaten.
1.2 Treasurystatuut
Treasurystatuut: een document waarin alle aspecten die te maken hebben met de treasuryactiviteiten van een
onderneming zijn vastgelegd.
1.2.1 Doel van de treasuryafdeling
Treasuryafdeling is een cost centre:
Doel: het beperken van de financiële risico’s van de onderneming en het optimaliseren van de renteresultaten
zonder daarbij extra risico te veroorzaken.
Treasuryafdeling is een profit centre:
Doel: Naast de winst uit productie- of handelsactiviteiten winst behalen door het speculeren op de financiële
markten. Grote treasuryafdelingen hebben soms zelfs een dealing room. Hierin zijn handelaren actief in het ko-
pen en verkopen van valuta’s met als doel voordeel te behalen uit koersontwikkelingen.
, 1.2.2 Beleid met betrekking tot het indekken van risico’s
Voorbeelden soorten beleid:
- Alle gesignaleerde risico’s volledig indekken; of
- Risico’s selectief indekken (o.b.v. beoordeling koersontwikkelingen van de treasuryafdeling).
Overdekking: Wanneer het risico wegvalt, of kleiner wordt, sluit de contractomvang niet meer aan op de omvang
van het risico. Het derivaat krijgt deels een speculatief karakter. Direct aanpassen aan nieuwe situatie na consta-
tering om risico op waardedaling te beperken.
Let op! Niet van toepassing bij opties. Hierbij is de premie reeds betaald en de waarde van de optie kan niet ver-
der dalen dan naar nul. Bij geschreven opties is dit anders. In dit geval moet er worden nagegaan of en in hoe-
verre de optie past binnen een afdekkingsstrategie.
1.2.3 Lijst met toegestane instrumenten
In het treasurystatuut wordt een lijst met financiële instrumenten vastgelegd die de treasuryafdeling bij het uitoefe-
nen van haar taken mag gebruiken.
1.2.4 Lijst met toegestane tegenpartijen
In het treasury statuut wordt meestal een lijst met partijen (tegenpartijen) vastgelegd waarmee de treasuryafdeling
zaken mag doen.
Tegenpartijlimiet: Deze limiet geeft voor elke tegenpartij de maximale omvang aan van de transacties die de
treasuryafdeling met deze partij mag afsluiten, waardoor een plafond aan het kredietrisico is gesteld.
Over-the-counter (otc): Derivaten worden buiten de beurs om afgesloten met een bank als tegenpartij (bijv. valu-
tatermijncontracten, renteswaps en goederentermijncontracten).
Tegenpartijrisico: Wanneer de bank als tegenpartij in een derivatencontract failliet gaat en als gevolg daarvan dit
derivatencontract wordt ontbonden, kan een organisatie geld verliezen (bijv. Lehman Brothers).
1.2.5 Toezicht
In het treasurystatuut moet ook de organisatie en de controlestructuur van de treasuryafdeling worden vastge-
legd:
1. Vastleggen verantwoordelijkheden verschillende subafdelingen (front-office, back-office);
Front office: verantwoordelijk voor het afsluiten van transacties.
Back-office: verantwoordelijk voor de afwikkeling van transacties (bijv. bevestigen van transactie met tegenpartij
of sturen betaalinstructies).
2. Opstellen autorisatielijst (en naar bank sturen) → betalingsbevoegdheden.
3. Bij auto dealingsysteem (een systeem waarbij transacties direct met de bank kunnen worden afgesloten) aan-
dacht besteden aan de technische mogelijkheden en beperkingen van het systeem met betrekking tot functie-
scheiding, dan wel het gemakkelijk omzeilen hiervan.
4. Vastleggen wie verantwoordelijk is voor toezicht op treasuryafdeling en op welke wijze de treasuryafdeling ver-
antwoording moet afleggen voor het door hem gevoerde beleid.
Hoofdstuk 2: Gebruik van valutaderivaten
Valutamarkt: Markt waar verschillende valuta’s tegen elkaar worden geruid.
Wisselkoers: Verhouding waartegen dat gebeurt. Wordt bepaald door vraag en aanbod.
Voor de meeste valuta’s vindt de ruil standaard twee werkdagen na het afsluiten van de transacties plaats.
Ruil kan op een later moment plaatsvinden door valutatermijncontracten (termijnaffaires). Hierbij wordt de spot-
koers gecorrigeerd voor de renteverschillen tussen valuta’s. Termijnkoers: de gehanteerde koers.
2.1 Terminologie
Value date/ settlementdatum: De datum waarop de afwikkeling of settlement van een valutatransactie plaatsvindt.
FX spot transacties: Afwikkeling vindt twee dagen na de transactiedatum plaats (standaard).
FX spotkoers: De koers die bij een FX spot transactie wordt gehanteerd.
Koersnotering: Drukt de waardeverhouding tussen twee valuta’s uit in een getal. Valuta’s worden weergegeven
door hun ISO-codes (International Standardisation Organsiation, bijv. EUR of USD).
Punten/pips: Benaming voor laatste (twee) cijfers in koersnoteringen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samiravanzuthem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.