H2 UITINGEN VAN LEVENSBESCHOUWING
Levensbeschouwing = een kijk op het leven, deze bepaalt welke antwoorden iemand geeft op levensvragen
De buitenkant van levensbeschouwing = datgene wat zichtbaar is van levensbeschouwing
1. Inspirerende personen
2. Belangrijke geschriften
3. Rituelen, feesten en symbolen
4. Organisaties
§2.1 INSPIRERENDE PERSONEN
beroemdheden: popsterren, topsporters, filmsterren zijn voor veel jongeren grote voorbeelden, hun
idealen
inspireren= inblazen, bezielen of aanvuren
mensen laten zich door deze sterren stimuleren = ze proberen op hun eigen gebied het allerbeste te
presteren en zien daarbij de sterren als hun voorbeeld
kanjer
kan een beroemd iemand zijn, maar ook iemand uit je directe omgeving
iemand van wie je bepaalde kwaliteiten zeer waardeert
inspirerende personen /ideale spelers op het gebied van levensbeschouwing:
Nelson Mandela (1918-2013)
held voor miljoenen mensen
tegen apartheid in Zuid-Afrika
30 jaar in gevangenis, zonder wraakgevoelens vrij, president van Zuid-Afrika.
Levensbeschouwing - inspirerende persoon
A. Humanisme - Erasmus (1466-1536)
B. Christendom – Jezus (0-33)
C. Islam – Mohammed (570-632)
D. Jodendom – Mozes (13e eeuw v. chr)
E. Boeddhisme – Boeddha (566 v chr- 486 v chr.)
, §2.3 BELANGRIJKE GESCHRIFTEN
Levensbeschouwelijk teksten kunnen zijn: dagboek, sprookje, lied, gedicht, verhaal, gebed, blog
Gemeenschappelijke levensbeschouwingen leggen hun standpunten vaak schriftelijk vast.
Het opschrijven van een levensbeschouwing heeft 3 voordelen:
1. Meer duidelijkheid voor de aanhangers en leden
Ideeen en overtuigingen
Standpunten, hier is de groep het over eens en houden ze zich aan, geven richting aan het
leven
2. aantrekkelijk voor anderen
Anderen kunnen zien hoe de groep denkt over de zin v/h leven
Reclame maken voor hun standpunten
Bij herkenning kan iemand zich aansluiten bij de groep
3. maakt herkenbaar bij welke levensbeschouwing iemand hoort
Belangrijke geschriften per levensbeschouwing:
A. BOEDDHISME – Pali Canon = tipitake = 3 manden
B. CHRISTENDOM: Bijbel
C. HINDOEISME : Veda’s
D. HUMANISME: Beginselverklaring Humanistisch Verbond
E. ISLAM : Koran
F. JODENDOM : TeNaCH = Oude Testament
heilige boeken = belangrijke geschriften van religieuze levensbeschouwingen, hierin speelt het
hogere een belangrijke rol bij het vinden van antwoorden op belangrijke levensvragen, meestal
God genoemd
God als heiland = iemand die heil brengt = helen, gezond maken, gelukkiger worden
mythen = vertelling/verhaal met een fundamentele waarheid bevat over de oorsprong, het doel
en de zin van het menselijk bestaan
- ervaringen die van levensbelang zijn voor de mens
- vaak niet goed begrijpbaar
- zaken die het wezen van ons bestaan raken = bestaanservaringen
- vb liefde, ziekte, dood, goed, kwaad, waarom op de wereld
geen letterlijke beschrijvingen van historische gebeurtenissen, maar verhalen met een boodschap
mythen zijn veelal ontstaan in eenvoudige stamculturen, die hiermee de natuurverschijnselen
probeerden te verklaren, waardoor er minder angst was/bedreiging
mythen worden van generatie op generatie verteld, als stukje opvoeding pedagogische functie
Abraham (Ibrahim in de Koran) en het offer: zoon Isaak (Ismael in Koran) offeren voor God
engel (Allah in Koran) kwam, en Abraham offerde de ram ipv zijn zoon
o elk jaar vieren de moslims het offer van Ibrahim tijdens het Offerfeest (schaap offeren)
o halal vlees (rein)