H3 De ene samenleving en de andere
3.1 Cultuur
Cultuurelementen
Een cultuur bestaat uit elementen die mensen met elkaar delen en doorgeven aan de
volgende generatie. Hierdoor ontwikkelen mensen een gemeenschappelijk referentiekader.
Cultuur: Het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen en normen die
mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben.
Wat mensen in hun hoofd meedragen:
Waarden: idealen, zoals gelijkheid, vrijheid en veiligheid.
Opvattingen: ideeën die passen in een groter geheel van opvattingen, denk aan
islamitische of christelijke opvattingen.
Voorstellingen: beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis.
Bijvoorbeeld over een oorlog waardoor een land onafhankelijk werd.
Wat je aan de buitenkant kunt zien of merken:
Uitdrukkingsvormen: denk aan symbolen als een kruis of klompen.
Hoe hun gedrag gereld wordt:
Normen: regels die horen bij waarden, zitten ook in het hoofd van mensen.
Instituties: een geheel aan gedragsregels die het gedrag van mensen beperken.
Materiële en immateriële aspecten van cultuur
Uitdrukkingsvormen van een cultuur herken je als buitenstaander meestal direct, maar de
waarden zijn niet altijd direct herkenbaar. Er is een verschil tussen de materiële en
immateriële aspecten van cultuur. Voorbeelden van materiële aspecten van cultuur zijn:
Gebouwen
Producten
Gebruiksvoorwerpen
Kunst
Immateriële aspecten van cultuur zijn de zaken die je niet meteen ziet, maar die wel
belangrijk zijn voor mensen hun gedrag.
Culturen zijn relatief, ze zijn plaats- en tijdsgebonden. Waar Amerikanen het vroeger
bijvoorbeeld heel normaal vonden om wapens in bezit te hebben, willen daar nu veel
mensen vanaf.
Dominante cultuur en subcultuur
Landgenoten hebben dezelfde cultuur, maar niet iedereen in een land gedraagt zich precies
hetzelfde. Daarom is er verschil tussen de dominante cultuur en subculturen.
De dominante cultuur zijn de elementen in een cultuur op het gebied van taal, politiek,
recht en economie.
, Subculturen zijn kleinere culturen die passen in de dominante cultuur. Iedereen zit in
meerdere subculturen, denk bijvoorbeeld aan je gezin, je school, je sportclub. Deze kunnen
ook verspreid zijn over het hele land.
Wanneer een immigrant in Nederland komt wonen kan diegene niet in één keer de cultuur
overnemen. Ze hebben dan een tussencultuur waarin in enkele generaties de oude steeds
meer verdrongen wordt door de nieuwe dominante cultuur.
Wanneer mensen niet willen horen bij de dominante cultuur spreken we van een
tegencultuur. Ze houden zich vaak niet aan de ‘regels’ die bij de cultuur horen en hebben
vaak andere ideeën.
3.2 Nature-nurture
Een kind dat geboren wordt heeft aangeboren eigenschappen, zoals het DNA-profiel. Dit
wordt nature genoemd.
Ook zijn er aangeleerde eigenschappen die invloed hebben op iemands identiteit. Dit
aangeleerd gedrag wordt nurture genoemd en komt voort uit de omgeving waar je opgroeit.
Met alles wat een mens leert wordt die voorbereid om zelfstandig te overleven en een
waardig lid te zijn van diens gemeenschap of samenleving.
Het nature-nurture debat
In het nature-nurture debat staat de vraag of eigenschappen worden bepaald door natuur
of cultuur centraal. Biologische en erfelijke factoren verklaren het nature deel en het
nurture-deel wordt verklaard door opvoeding en omgevingsfactoren.
Als sinds de Griekse oudheid is er discussie of menselijk gedrag voortkomt uit nature of
nurture. Sinds de twintigste eeuw zijn er meer nurture dan nature verklaringen, maar de
discussie zal nog voort blijven duren. Wel is er vaak kritiek op nature theorieën.
3.3 Dimensies van Hofstede
In de jaren ’70 concludeerde Hofstede dat er patronen bestaan in cultuurverschillen. Deze
heeft hij gegroepeerd in dimensies, de dimensies van Hofstede. Cultuurverschillen zijn op
verschillende niveaus zichtbaar:
Microniveau, bij gezinnen en families
Mesoniveau, op school en werk
Macroniveau, gezondheidszorg, consumentengedrag, politiek en geloof
Dimensie Machtafstand
Bij de dimensie machtafstand gaat het om ‘de mate waarin minder machtige leden in een
land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.’ Het gaat dus niet om hoe
de macht verdeeld is, maar om de betekenis die mensen eraan geven.
In gezinnen is de machtafstand al zichtbaar. Wanneer de machtafstand groot is worden de
jongere kinderen ondergeschikt aan hun oudere brussen en moeten ze respect hebben voor