1.8 Multicultureel perspectief op onderwijs, ontwikkeling en
opvoeding
Probleem 1: Wie zijn onze landgenoten?
1.Hoe staat het met de sociale status van migrantengroepen die in Nederland: wonen,
werken, inkomen, taal, religie, banden met land van herkomst? ( vul de tabel in)
2.Wat is de migratiegeschiedenis van medeburgers die in Nederland verblijven?
3.Wie zijn onze medeburgers (welke (grote/representatieve) bevolkingsgroepen kunnen we
onderscheiden?) TABEL
4.Wat zijn belangrijke theorieën/modellen vanuit pedagogisch perspectief op de invloed van
cultuur op het leven/opgroeien van kinderen?
Theoretische modellen voor de beschrijving en vergelijking van de omgeving waarin
kinderen opgroeien:
Ecologisch model (Bronfenbrenner): omgeving van kind heeft grote invloed op
ontwikkeling. Menselijke ontwikkeling is wederzijdse aanpassing tussen een
opgroeiend kind en zijn directe omgeving. Met micro, meso, exo en macrosysteem.
Houdt niet genoeg rekening met culturele verschillen dus daarom andere model
Developmental niche (Harkness & Super): vormt een aanvulling op het ecologisch
model. Volgens hen houden ontwikkelingspsychologen
vanuit een ecologisch model weinig rekening met de
culturele structurering van de omgeving. Het is
opgebouwd uit 3 subsystemen:
1. Fysieke en sociale settingen waar kind in leeft:
verschilt per cultuur. Bijv. in niet-westerse
samenlevingen brengen kinderen bijna de hele dag
met hun moeder door, sterkere scheiding man en
vrouw en verantwoordelijkheid over zusjes/broertjes
2. Cultureel bepaalde gewoontes van verzorging en
opvoeding: zijn vanzelfsprekende gedragsstrategieën
voor het omgaan met kinderen van bepaalde leeftijd in bepaalde omgeving
3. Psychologie van de opvoeders (opvattingen van ouders): ouders met
collectivistische uitgangspunten zullen hun kind waarden en normen bijbrengen
als gehoorzaamheid, respect, behulpzaamheid etc.
Cultureel- ecologisch model - combinatie van het sociaal-ecologisch model
(Bronfenbrenner) en het theoretisch raamwerk van de developmental niche om zo
ook de culturele dimensie toe te voegen. (Geschikt voor de beschrijving van de
biculturele opvoedings- en leefsituatie van allochtone kinderen.) Koppeling
developmental niche met Bronfenbrenner:
Er wordt gekeken naar het microsysteem (dus gezin en omgang kind)
Settingen verschillen per cultuur
Bronfenbrenner heeft model is gebaseerd op Westerse cultuur → Developmental
Niche neemt het feit dat de drie dimensies verschillend kunnen zijn per cultuur
mee.
,Probleem 2: Een 10 voor integratie!
1.Welke visies op acculturatie zijn er?
Integratie is de participatie van immigranten in maatschappelijke instituties zoals onderwijs,
arbeidsmarkt, woningmarkt, sociale mobiliteit. Er zijn 3 mogelijke eindstadia van het
interactieproces tussen immigranten en de samenleving (Van Amersfoort):
Afstammelingen van immigranten niet meer als een collectiviteit onderscheiden; ze
zijn cultureel en sociaal in de samenleving geabsorbeerd
Afstammelingen van immigranten in cultureel opzicht niet geïntegreerd maar in
sociaal opzicht wel volledig aan de samenleving deelnemen; handhaven van
kerkinstituties
Afstammelingen van immigranten een minderheid geworden in de samenleving.
Wordt gezien als een groep die gedurende meerdere generaties een lage sociale
positie heeft en stijgen nauwelijks op de maatschappelijke ladder
OGBU onderscheidt 3 categorieën van etnische minderheden in de VS:
Autonome minderheden: groeperingen die slechts in numerieke zin een
minderheidspositie innemen. Ze behouden hun eigen cultuur wat gelijkmatig
deelnemen aan samenleving verhinderd. Is vergelijkbaar met het 2e v Amersfoort
Immigrantenminderheden: recht geïmmigreerde groepen die hoge verwachtingen
hebben v nieuwe samenleving en optimisme aan kinderen overdragen zoals
succesvolle Aziatische immigranten
Kasteachtige minderheden: groeperingen die in hun sociale status zijn gevangen.
Zijn vaak groepen die onvrijwillig zijn gemigreerd of onvrijwillig gemarginaliseerd in
de samenleving (slavernij)
Achtergronden en omstandigheden van immigratie en geschiedenis van relaties met
dominante cultuur zijn van groot belang voor de uitkomt van acculturatieproces
Acculturatie is een cultureel veranderingsproces dat op gang komt wanneer twee
groeperingen met een verschillende cultuur, met elkaar in contact komen. Is een complex
proces dat beïnvloed wordt door culturele, sociale en psychische factoren zoals: culturele
kenmerken van groeperingen, attitude, ervaringen, getals- en machtsverhoudingen en mate
v participatie aan de andere samenleving. De openheid van een cultuur bepaalt in
belangrijke mate het acculturatieproces. Acculturatie is niet een proces dat twee culturen
samensmelten, er zal altijd een dominante groepering en een onder geschikte groepering
zijn. De dominante groep bepaalt in hoeverre de onderschikte mag participeren. Acculturatie
is een collectief proces maar kan ook individueel plaatsvinden.
BERRY onderscheidt acculturatie op twee niveaus.
Op cultureel niveau moet de belangrijkste
kenmerken van twee originele culturele groepen
begrepen worden, de aard van hun contact/relaties
en de resulterende culturele veranderingen binnen
de groep door acculturatie. Op individueel niveau
moet er rekening gehouden worden met de
psychologische veranderingen die individuen van
de groep meemaken en hun eventuele adaptie aan
nieuwe situaties.
,De mate waarop mensen accultureren hangt af van twee fundamentele issues:
1. De mate waarin acculturerende personen het behoud van hun eigen culturele
erfgoed belangrijk vinden
2. De mate waarin acculturerende personen contact met leden van andere culturele
groepen en participeren in de maatschappij, belangrijk vinden
Acculturatiestrategieën op grond van attitude vd etnische groeperingen (zijn geen
uitkomsten en kunnen altijd veranderen:
o Integratie: wel relaties aangaan met andere
groeperingen, maar wil eigen culturele
identiteit en kenmerken behouden (beste)(2
positieve antwoorden)
o Assimilatie: relaties aangaan met andere
groeperingen en geen waarde meer hechten
aan eigen cultuur behouden
o Separatie: houden vast aan originele cultuur
en vermijden interactie met nieuwe
samenleving
o Marginalisatie: weinig kans in behouden van eigen
cultuur (gedwongen) en weinig interesse in het
aangaan van relaties met anderen (slechtste) (2
negatieve antw)
o Segregatie: wil geen relaties met andere groepen
aangaan en wel eigen culturele identiteit en
kenmerken behouden
Je hoeft dus volgens Berry niet je eigen cultuur op te
geven om je in de nieuwe leefsituatie te kunnen richten
op de nieuwe culturele omgeving. Keuze voor integratie zorgt voor minder stress en meer
welbevinden bij migranten
WARD heeft gebieden van individuele veranderingen weergegeven tijdens acculturatie (ABC
van acculturatie).
Affectieve aspect: is het emotionele aspect van acculturatie en kijkt naar het
psychologische welzijn en tevredenheid over het leven. Het acculturatieve
stressmodel: reactie dat als je voor een uitdaging staat (levensgebeurtenis) en het
gaat niet makkelijk geeft dat stress
Behavior (gedrag) aspect: je hebt bepaalde vaardigheden nodig om met de nieuwe
cultuur om te leren gaan. Je moet dan gedragsvaardigheden aanleren zoals de taal
leren om te kunnen functioneren in de nieuwe cultuur cultural learning
approach. Er is een directe relatie tussen de nieuwe taal en sociaal culturele
adaptie. Taal belangrijk voor dagelijkse taken en interpersoonlijke relaties aangaan
Cognitieve aspect: hoe mensen denken over zichzelf en andere in interculturele
ontmoetingen. Gaat over hoe mensen informatie verwerken over hun eigen groep
(ingroup) en over andere groepen (outgroups) en hoe mensen categoriseren en
zich identificeren met die categorieën. Hoort bij de sociale identiteitstheorie als
individu heb je een need to belong bij een groep om welzijn te ervaren door het
categoriseren van jezelf en anderen. Kijkt hoe groepen/individuen hun identiteit
, zien in relatie tot hun eigen etnische groep en ‘grotere maatschappij’.
Biculturalisme
Ontwikkelingsperspectief/Development: de relatie tussen acculturatie en
persoonlijke ontwikkeling moeilijk te identificeren is, het is een complexe relatie.
Factoren als culturele identiteit, ontwikkeling van jezelf, familierelaties en vrienden
kunnen gecompliceerd zijn bij acculturatie ervaringen
Persoonlijkheid en individuele factoren
PHINNY zegt dat het gaat om het gevoel om bij een etnische groep te kunnen horen. Het
gevoel erbij te horen ligt ten grondslag aan gevoelens van veiligheid en competentie en de
steun die aanwezig is in veel situaties. Behoud van eigen cultuur en taal kan goed worden
gecombineerd met gerichtheid op dominante cultuur.
GORDON onderscheidt fases van assimilatieproces.
Structurele assimilatie leidt volgens Gordon tot acculturatie. Je hebt een primaire groep:
deze personen hebben informele, effectieve en directe contacten die meerdere domeinen
van hun leven omvatten (gezin, familie, vrienden). Je hebt ook de secundaire groep: deze
personen hebben meer formele en gesegmenteerde contacten (belangenorganisaties,
vakverenigingen, religieuze organisaties, schoolbesturen)
Berry Phinny Gordon
Behoud van eigen cultuur is goed Behoud van eigen
cultuur is goed
Richt zich op attitude van migranten Richt zich op verschillende fasen van het
ten opzichte van acculturatie assimilatieproces
Acculturatie zijn structurele en Acculturatie zijn alleen culturele
culturele veranderings-processen veranderingen. Voor andere processen
gebruikt hij assimilatie
Klassieke assimilatiemodel
De klassieke assimilatietheorie veronderstelt dat kinderen van migranten die geboren zijn in
de ontvangende samenleving een betere sociaaleconomische positie innemen en zowel
structureel als sociaal-cultureel beter geïntegreerd zijn dan migranten van de eerste
generatie. Assimilatie kan plaatsvinden gedurende meerdere generaties, waarbij het
verschil tussen de eerste en tweede generatie doorgaans het grootste is. De eerste generatie
is geboren in het land van herkomst, terwijl de tweede generatie geboren en getogen is in de