100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting collegestof + boek OP1 €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting collegestof + boek OP1

 0 keer verkocht

Samenvatting van de collegestof en de belangrijkste dingen uit de boeken, van het vak OP1.

Voorbeeld 4 van de 57  pagina's

  • 28 juni 2022
  • 57
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (64)
avatar-seller
Jannaberg
OP1 live online college 1
Kenmerken wetenschappelijke kennis:
- vastomlijnde methode, richtlijnen en stappenplannen
- criteria:
>systematisch empirisme = toetsen adhv de werkelijkheid om je heen
(waarnemen)
>publieke verificatie = werken met een open keuken; hoe ben je tot je resultaten
. gekomen (daardoor is er herhaalbaarheid)
>oplosbare problemen = probleem moet onderzoekbaar zijn
Soorten onderzoek
onderscheid tussen
- fundamenteel onderzoek = draagt bij aan wetenschappelijke kennis
‘’hoe verloopt de ontwikkeling van een kind?’’
- toegepast onderzoek = kan je in de praktijk gelijk toepassen
‘’rekening houdend met de ontwikkeling, hoe kunnen we pesten op school
aanpakken?’’
onderscheid tussen
- beschrijvend onderzoek = hoeveel kinderen hebben veilige gehechtheid
- (cor)relationeel onderzoek = waar hangt veilige gehechtheid mee samen
- experimenteel onderzoek = causaliteit achterhalen (wat veroorzaakt veilige
gehechtheid) ; manipulatie van onafhankelijke variabelen (kleur v.h. klaslokaal
waarbij je groepen aselect toewijst)
- quasi-experimenteel onderzoek = onderzoeken die trachten een experimenteel
onderzoek te zijn, maar het kan niet ; onderzoek doen o.b.v. bestaande groepen (je
hebt het niet zelf random toegewezen, dus er zijn veel meer mogelijke verklaringen)
Doelen van onderzoek
- beschrijven > bij beschrijvend onderzoek
- voorspellen > bij relationeel onderzoek (kijkt naar samenhang tussen variabelen
en o.b.v. een variabele een voorspelling doen over bv schoolprestaties)
- verklaren > bij experimenteel onderzoek (causaliteit (oorzakelijkheid) te pakken
krijgen), quasi-experimenteel probeert te verklaren maar is lastiger
-> uiteindelijk willen we theorieën ontwikkelen en toetsen m.b.t. deze patronen en
fenomenen.
Wanneer heb ik voldoende bewijs?
1. Het logische probleem van empirisch bewijs:
= we kunnen een hele theorie niet logisch bewijzen met empirische ondersteuning
voor een hypothese, we kunnen die theorie alleen falsificeren (want je hebt maar
een klein stukje ervan onderzocht en dat is bv niet waar)
2. Het praktische probleem van empirisch weerleggen (falsificeren)
= is het onderzoek wel goed uitgevoerd? Meetfouten, verkeerde steekproef, foute
berekening? Je kan een theorie dus niet falsificeren adhv één onderzoek
Dus je moet altijd meerdere studies doen = meta-analyse.
Of met meerder methoden hetzelfde onderwerp bekijken = methodologisch
pluralisme.

,OP1 online video : college 2
Meten heeft te maken met operationaliseren
= iets concreet en meetbaar maken
= van een definitie uit een woordenboek, wil je gaan naar de manier waarop je iets
exact meet. Dus van het begrip zoals bedoeld, naar begrip zoals bepaald.
> operationele definitie = hoe wordt het gemeten?




Soorten metingen in onderzoek
1. Observatie
drie beslissingen:
1 setting : naturalistisch (natuurlijker maar wel minder controle) of vooropgezet =

contrived (jij hebt meer controle maar geen uitzonderingen)?
> tussenvorm = veldexperiment. Is in een natuurlijke omgeving waarin jij wel
dingen manipuleert.
2 onderzoeker : verborgen (nadeel: de ethiek) of openlijk (nadeel: mensen gaan
reageren op aanwezigheid v.d. onderzoeker; reactiviteit)?
3 methode : narratieven, checklists, tijdsmetingen, beoordelingsschalen. De
betrouwbaarheid staat centraal bij elke methode: krijg je bij herhaling hetzelfde
resultaat?
> narratieven = een zo volledig mogelijke in verhaalvorm geschreven registratie
van jouw observaties ; + is gedetailleerd en allesomvattend, - maar is ook
intensief, tijdrovend en onoverzichtelijk. Dus: betrouwbaarheid is hier niet heel
hoog.
> checklists = registreren of bepaald gedrag aanwezig is ja of nee ; + is
overzichtelijk en goed te analyseren, - maar de operationele definities kunnen
pp verschillen (wat betekent ‘doet aardig’?)
> tijdsmetingen = + makkelijk te meten en analyseren, - wat betekent een
verschil in tijd dan precies?
- latency = tijd tussen twee gedragingen of een gebeurtenis en een gedraging
- duration = hoelang duurt bepaald gedrag
> beoordelingsschalen = schaal over de intensiteit van bepaald gedrag (1-10
bv) ; + krijgt meer informatie en is makkelijk te analyseren, - maar is subjectief
(wanneer vaak of regelmatig) en definities van gedrag
2. Fysiologische maten
het meten van processen in/aan het lichaam ; cortisol, warmte, hartslag
> de processen in het lichaam worden gekoppeld aan psychologische processen
en worden dus steeds vaker gebruikt voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek
3. Zelfrapportage
belangrijke beslissingen , want er is wel subjectiviteit
1 vragenlijst of interview
> bias bij vragenlijsten :
- sociale wenselijkheid
- ja-nee zeggers (altijd positief reageren zodat niet iemand overal zomaar

, ja/nee invult)
- centrale tendentie = mensen kiezen alleen de middelste antwoordopties en
dus niet de extremen (1 of 7 niet dus alleen 3-5 bv)
- logische fout = mensen baseren hun antwoord op een vraag, op hun
antwoord op de vraag ervoor omdat ze denken dat er een link zit tussen de
vragen
2 soort vragen
4. Archief
al bestaande gegevens gebruiken voor onderzoek ; + data al beschikbaar, - maar
je bent afhankelijk van de data en kunt niet zelf beslissen
Metingen en soorten onderzoek
hangen de metingmethoden samen met een bepaald soort onderzoek ; nee!
- beschrijvend
- correlationeel
- (quasi)-experimenteel ; hiervoor kan je bv ook archiefdata gebruiken (behandeling
in ziekenhuis bv)
alle manieren van onderzoek doen, kun je gebruiken bij alle soorten onderzoek.

Ethiek
Algemene benaderingen
● deontologisch = er zijn kritische richtlijnen die voor iedereen gelden
● utilitaristisch = je moet een afweging/balans maken over de kosten en de baten
op ethisch vlak
● sceptisch = iedere onderzoeker moet zelf op een goede, weloverwogen manier de
ethiek benaderen
Ethiek gaat over de deelnemers maar óók over de onderzoekers:

, OP1 online video : college 3 – pp 49-53
I Variabelen en meetniveaus
Data = gegevens (kwantitatief onderzoek : gegevens in getallen)
Dataset = een verzameling van alle gegevens van een onderzoek in een tabel
> individuen = objecten waarop je je onderzoek uitvoert ; vaak personen
> variabelen = de kenmerken van die individuen uit je onderzoek die variëren
tussen de personen ; aantal uren slaap bij baby’s, geslacht (tenzij je alleen
jongens meet), aantal uren huilen




> Als je meerdere individuen meet, heb je altijd een variabele om elk specifiek
individu te identificeren : ID-nummer
Typen variabelen in relatie tot elkaar:
- onafhankelijk : oorzaak van iets
- afhankelijk : gevolg ergens van
> onderscheid is niet altijd te maken. Alleen bij experimenteel onderzoek kan je
deze oorzaak-gevolg relatie aantonen.
De dataset
op de rijen de individuen (verticaal)
op de kolommen de variabelen (horizontaal)
Meetniveaus
1 nominaal : categorisch
– getallen zijn labels
2 ordinaal : categorisch
– getallen zijn labels
3 interval : numeriek
– getallen representeren échte getallen waar je mee kan rekenen
4 ratio : numeriek
– getallen representeren échte getallen waar je mee kan rekenen

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Jannaberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd