100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Maatschappijwetenschappen samenvatting examen €7,00   In winkelwagen

Samenvatting

Maatschappijwetenschappen samenvatting examen

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Het is een samenvatting van maatschappijwetenschappen, het is vooral bedoeld voor het CSE (centraal eindexamen), maar het is ook al erg behulpzaam bij de SE (schriftelijke school examens). Dit is alle stof die je moet weten voor maatschappijwetenschappen.

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 28 juni 2022
  • 27
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (376)
avatar-seller
annedebie
1



Maw samenvatting examen
Domein vorming
1. Vorming
het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van een bepaalde
identiteit.

2. Socialisatie & acculturatie
De kernconcepten socialisatie en acculturatie lijken erg op elkaar. Bij beiden gaat het over
de overdracht en verwerving van een cultuur van een groep of samenleving.

Socialisatie:
Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de
samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opevoeding, opleiding en
andere vormen van omgang met anderen.

Bij socialisatie gaat het over de groep(en) of samenleving waartoe je behoort vanaf je
geboorte.
Het socialisatieproces bestaat uit twee delen:
1. proces van overdracht:
Het overbrengen van de cultuur van een groep of samenleving op nieuwkomers. Men
probeert de nieuwkomers zich zo te laten gedragen zoals van hen verwacht wordt.
De mensen die de cultuur overdragen noemen we socialisatoren.

2. Proces van verwerving
Mensen maken zich de cultuur van een groep of samenleving eigen, ze nemen
waarden en normen over en internaliseren ze. Levenslang proces.

Socialisatie verschilt afhankelijk van het land, de plaats, de groep, de etniciteit, het
opleidingsniveau, … waartoe de groep waarin men opgroeit behoort. Dit heeft dan weer
invloed op de plaats die iemand in kan nemen op de maatschappelijke ladder.

Er zijn verschillen in de overdracht van drie soorten kapitaal:
- economisch kapitaal: bezit, geld, vermogen
- sociaal kaptiaal: netwerken, connecties, respect
- cultureel kapitaal: kennis, houdingen, opvattingen en smaak

Mensen uit hogere sociale klassen hebben: meer geld, een beter netwerk met mensen die
ook betere sociale posities hebben en weten welke hobby’s en gedrag ze moeten vertonen
binnen de elite. Dit wordt door socialisatie doorgegeven, dus hebben kinderen uit hogere
sociale klassen ook meer kansen om in een hoge positie te blijven dan kinderen uit lagere
sociale klassen. Zelfs als die veel geld verdienen, horen ze er vaak nog niet helemaal bij.

Functies van socialisatie:
1. Continueren cultuur: waarden, normen en opvattingen van een cultuur, die hen
onderscheiden van andere culturen, blijven voortbestaan.

, 2


2. Verandering cultuur: culturen zijn altijd tijd- en plaatsgebonden. Door veranderende
inzichten vanuit andere plaatsen of uitvindingen in de eigen cultuur, komen er
veranderingen tot stand.
3. Identificatie: met de eigen groep en cultuur door het overbrengen en overnemen
van cultuurgebonden waarden en normen
4. Identiteitsontwikkeling van het individu
5. het reguleren van gedrag: van mensen waardoor het gedrag beter voorspelbaar
wordt en het samenleven overzichtelijker wordt.

Imitatie en internalisatie
In eerste instantie gaat het bij socialisatie om imitatie. Kinderen bootsen het gedrag van
andere na. Door het straffen en belonen van bepaald gedrag, leren kinderen wat ´goed´ en
wat ´slecht´ is. Dit gaat trouwens zowel bewust als onbewust. Het proces van socialisatie is
bereikt wanneer er internalisatie van cultuur plaatsvindt.
Internalisatie: mensen gaan zich automatisch gedragen zoals de groep dat van hen
verwacht. En ze vinden het gedrag van hun groep ‘normaal’.

Acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daruit, dan die waarin
iemand is opgegroeid.

Acculturatie is moeilijker dan socialisatie. Je hebt dan immers als waarden en opvattingen
en gebruiken geleerd die passen bij de cultuur van je geboorteland.
Sommige aspecten van je oude cultuur zal je moeten afleren alvorens je een nieuwe
cuturele mind-set kan internaliseren.
Of acculturatie makkelijker of moeilijker gaat, wordt mede beïnvloed door inspanningen van
de ‘ontvangende cultuur’ (positietoekenning) en de nieuwkomer (positieverwerving).
Ook de afstand tussen oude en nieuwe cultuur heeft inlvoed (dimensies van hofstede).


3. Veranderingen in rol socialisatoren
Traditioneel was er een grote rol weggelegd voor het gezin, de kerk en verenigingen in het
overdragen van waarden, normen en opvattingen.
De eerste socialisator waarmee een kind in aanraking komt is nog steeds het gezin waarin
het opgroeit. Maar de rol van de kerk en vereniging zijn afgenomen door secularisering en
ontzuiling. De rollen worden nu in grotere mate vervuld door onderwijs, peergroup en
massamedia.

Socialisator 1: Onderwijs
Traditionele gezinsopvattingen zijn veranderd. Het oude beeld van “vader verdient de kost
en moeder zorgt voor het huishouden” is deels verdwenen. Mannen en vrouwen streven
vaker allebei een carrière na. Vele kinderen zijn hierdoor “sleutelkinderen”.
Door het feit dat er minder vaak een ouder aanwezig is, wordt van het onderwijs verwacht
dat zij meer een opvoedende rol opnemen: zij worden mede verantwoordelijk gemaakt voor
het aanleren van waarden en normen uit de maatschappij.
Volgens sommige sociale wetenschappers is dit mede de oorzaak van het toenemend
aantal “probleemjongeren”

, 3


Socialisator 2: Peergroup
De peergroup is een groep met mensen van ongeveer dezelfde leeftijd en met ongeveer
dezelfde interesses. Het wordt in de psychologie vooral gebruikt om groepen jongeren te
praten.
Sinds de individualisering en het ontstaan van jeugdsubculturen gaan jongeren steeds vaker
elkaar opvoeden en bepaald gedrag overdragen en verwerven aan en van elkaar. Dit wordt
ook wel eens de secundaire socialisatie genoemd. De primaire socialisatie is een socialisatie
in een niet-zelfgekozen gezin. Bij secundaire socialisatie gaan jongeren steeds meer eigen
keuzes maken om hun identiteit verder vorm te geven. De rol van vrienden neemt toe ten
nadele van de rol van ouders. Dit proces kan gepaard gaan met een groot generatieconflict.
Meestal “komt dat goed” zodra de jongere een eigen identiteit heeft vormgegeven.

Socialisator 3: Massamedia
De rol van massamedia in de socialisatie is ook enorm toegenomen. Niet alleen is er veel
meer massamedia, de vorm is ook compleet veranderd door de komst van sociale media.
En door globalisering is de verspreiding van massamedia wereldwijd.
Vooral, maar niet alleen, jongeren worden door (sociale) media beïnvloedt als het gaat over
wat normaal en abnormaal is, hoe je je hoort te gedragen, hoe je er moet uitzien.
Over de invloed van de massamedia bestaan verschillende hypotheses (=
veronderstellingen over de invloed van media). Dit zijn de mediahypothesen:
- De cultivatiehypothese gaat in op de socialiserende werking van de media en stelt
dat de groep mensen die veel naar bepaalde soorten programma’s kijkt, daardoor
meer beïnvloed wordt in het beeld dat zij van de werkelijkheid heeft dan de groep die
dit niet doet.

- De opinieleidershypothese gaat in op de invloed die opinieleiders/idolen direct of
indirect hebben op mediagebruikers bv. Influencers

- De mediaframing hypothese stelt dat de manier waarop media een onderwerp
belichten (frame), van invloed is op de wijze waarop de ontvangers van die
boodschap over het onderwerp gaan nadenken en praten. (zie ook in de syllabus
voor volledige uitleg van “framing”)

- De selectiviteitshypothese zegt dat de invloed van massamedia niet zo groot is. .
Hierin wordt benadrukt dat mensen keuzes maken uit het media-aanbod zowel door
selectieve blootstelling, selectieve perceptie als selectief onthouden.




4. Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en andere voorhoudt en dat hij als
kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn
perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.

Onderdelen definitie:
1. Beeld dat iemand van zichzelf heeft
2. Dat hij uitdraagt en andere voorhoudt
3. Kenmerkend en blijven voor eigen person

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annedebie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79789 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,00
  • (0)
  Kopen