Probleem 1: Pesten
Pesten op Scholen – de macht van pestkoppen & de benarde toestand van slachtoffers – Juvonen & Graham (Monografie)
Pesten in school Vormen en functies van pestgedrag
- Mobbing: als een groep zich
tegen één persoon keert Soorten pestgedrag Opgeblazen zelf-percepties &
- Pesten: doelgerichte - Directe confrontatie: iemand intimideren, vernederen of kleineren sociaal-cognitieve biases van
intimidatie & vernedering > voor publiek > bevat agressie, bedreigingen en uitschelden pesters
machtsverschil tussen dader & - Indirecte tactieken: relationele manipulaties waarbij de sociale status - Agressieve jongeren: hogere &
slachtoffer onderscheid het van v/h slachtoffer beschadigd wordt terwijl de dader anoniem kan blijven > opgeblazen zelfpercepties en
conflict > pester is vaak fysiek bevat roddelen, backstabbing & buitensluiten beoordelen zichzelf lager op
sterker / sociaal prominenter > ð Geen leeftijdsverschillen in gebruik v/d twee vormen > kan omdat depressie, sociale anxiety &
macht misbruiken om iemand roddelen niet kan worden onderzocht bij kinderen & door heterogeniteit eenzaamheid dan jongeren die
te bedreigen, vernederen of van soort gedragingen > alleen fysieke agressie nam af met leeftijd wel sociaal aangepast zijn
kleineren (meer dan alleen ð Jongens agressiever dan meisjes à meer directe confrontatie > èevt. door
agressie) meisjes niet per se meer indirecte tactieken, alleen als ze meer waarde informatieverwerkingsbias:
o K: Onduidelijk of herhaling hechten aan relaties à meer relationele agressie - Hostile attribution bias:
een vereiste is, een ð Correlatie tussen 0.76 en 2 dus veel gedeelde variantie dubbelzinnige situaties als
traumatisch incident kan nl vijandig waargenomen > kan
al de angst & verwachting gebrek van emotionele distress
voor aanhouden misbruik Pesten en sociale dominantie van pesters verklaren:
creëren - Eerst gedacht: kindertijdagressie door gebrek aan sociale behouden positieve
o Olweus: pesten is vaardigheden of antisociale persoonlijkheid, later gevonden: indirecte zelfperspectieven door anderen
systematisch, herhalend en agressie vereist meer geavanceerde sociale vaardigheden & te benadelen ipv persoonlijke
intentioneel misbruik van pestgedrag vaak van korte duur verantwheid voor negatieve
anderen - Pesters: koud, calculerend, gebrek en empathie, gebruiken dwingende gebeurtenissen te accepteren
- Prevalentie: 20-25% v/d jeugd strategieën om gedrag van anderen te domineren & beheersen, vaak - Sociale feedback die pesters
direct betrokken als dader, hoge status (dus pestgedrag gezien als strategisch om dominante krijgen vaker positief dan
slachtoffer of beide > in het positie te krijgen & behouden) negatief > omstanders vinden
Westen doet 4-9% v/d jeugd - Pestgedrag neemt toe tijdens ontwikkelingsfase van basisschool & de pesters vaak niet leuk maar
mee aan pestgedrag & 9-25% middelbare school, dus tijdens vroege adolescentie met sociale staan wel aan die kant voor
v/d schoolkinderen wordt reorganisatie & onzekerheid (want: er ontstaan nieuwe sociale bescherming van eigen sociale
gepest hiërarchieën gebaseerd op agressie) status
- Pesten & gepest worden is
instabiel over tijd > over
algemeen wordt het minder
- Blijvende effecten: Toekomstig OZ:
o 9% v/d pesters in kindertijd 1. Longitudinaal OZ naar slachtofferschap > waarom fluctuatie, ontwikkelend afnemen & langetermijn effecten v misbruik
à slachtoffers in 2. Slachtofferschap als sociaal stigma aanpakken > meer OZ naar verschillen tussen afwijkende sociale groepen door
adolescentie geïntegreerde aanpak
o 6% v/d slachtoffers in 3. Schoolcontext is belangrijk > meer OZ naar etnische diversiteiten en systematische analyse om pesten tegen te gaan
kindertijd à pesters 3 jr 4. Interventies creëren die wél werken, zoals slachtoffers steun bieden, meer focus op subtiel (cyber)pesten en
later prosociale doelen en normen opstellen
, Pesten op Scholen – de macht van pestkoppen & de benarde toestand van slachtoffers – Juvonen & Graham (Monografie)
Situatie van slachtoffers Cyclische processen, Pesten in context Schoolcontext
Slachtoffer subtypen gevolgen en mechanismen - Pesten groter probleem in schoolklimaat waar leerlingen zich
- Onderdanige (submissive) van slachtofferschap Cyberpesten niet geaccepteerd / gesteund / eerlijk behandeld etc voelen
slachtoffers: het meest - Relatie slachtofferschap - Online berichten - Raciale/etnische diversiteit: diversiteit > ¯gevoel van
typisch, angstig, onzeker & & op sociale kwetsbaarheid > ¯pestgedrag (door gebalanceerde
gevoelig > huilen als reactie op aanpassingsproblemen: platformen machtsrelaties door verschillende etnische groepen)
pestgedrag wederkerig & cyclisch (zowel direct als - Organisatie van instructie: academic teaming > kleine
ð Internaliserende problemen en proces > indien niet indirect) groepjes > pestgedrag (want sociaal kwetsbare
gebrek aan vertrouwen in onderbroken kunnen - Snel & grote adolescenten minder kansen om identiteit opnieuw te
sociale interacties risicofactoren later psychosociale spreiding definiëren > steeds meer gestigmatiseerd)
om gepest te worden > cyclisch moeilijkheden ontstaan - Anonimiteit & - Afwijking van klasnormen: positieve klasnorm met prosociaal
proces tussen risicofactoren & o Onderdanige gebrek aan gedrag & hoge sociale orde > slechtere uitkomsten voor
gevolgen slachtoffers: hogere sociale monitor slachtoffers die afwijken van norm
- Provocerende slachtoffers prevalentie op
(pest-slachtoffers / anxiety stoornissen
agressieve slachtoffers): o Pest-slachtoffers:
meer risico op Meta-analyse over de effectiviteit van antipestschoolprogramma’s – Jimenez et al
gebruiken agressie net als - D: meta-analyse random klinische trials (RCT’s) > effectiviteit van 14 interventies
pesters, echter is deze volwassendepressie,
specifieke fobieën, o Inclusiecriteria: 1) doel moet evalueren van effectiviteit van antipest interventies zijn 2)
ineffectief waardoor sterkere doelgroep directe leerpopulatie 3) experimenteel design 3) voldoende statistische info
pesters blijven pesten, paniekstoornissen
en zelfmoord- van controlegroep (CG) & interventiegroep (IG) 4) 2000-2015
emotionele reactie gezien als o Bij significante heterogeniteit werd analyse voor moderators gedaan (moderators = duur
beloning voor pester gerelateerd gedrag
- Subjectieve & complexiteit v/d interventies)
ð Hebben emotieregulatie- en o Steekproef bestond uit adolescenten tussen 7-16 jr
aandachtsproblemen zoals zelfbeschuldiging (self-
blame): verergert 1. Pesten of schoolgeweldfrequentie: frequentie daalde in IG
ADHD > ontwikkeling kan o Heterogeniteit > hogere effectgrootten voor interventies van duur met <1 jr & kinderen <
problematisch blijven effecten van
slachtoffferschap op 10 jr als doelgroep,
internaliserende o Homogeniteit bij interventies die geen multidisciplinaire aanpak hadden & kleinere
Individuele en sociale risicofactoren problemen & gerel aan steekproeven hadden
- Obesitas, vroege/late puberteit, mentale 2. Frequentie van slachtofferschap: frequentie daalde
beperkingen, LGBTG en andere gezondheidsprob. > o Heterogeniteit > betere resultaten voor OZ na 2007 en <1 schooljr
opvallende kenmerken anderen beschuldigen o Homogeniteit bij kinderen < 10 jr als doelgroep, interventies zonder multidisciplinaire
- Sociale misfit: iemand wiens kan wraakgedrag van aanpak, kleinere steekproeven en onderzoeken voor 2007
sociale gedrag afwijkt van pest-slachtoffers 3. Houdingen voor pesten of schoolgeweld: gemiddeld gunstige effecten en homogeniteit >
groepsnormen > hoe misfit > ¯ verklaren grootste effectgrootte
sociale status > groeps- - Slachtoffers vaker 4. Houdingen tegen pesten of schoolgeweld: homogeniteit maar effectgrootte klein & niet
afwijzing absent, lagere cijfers significant
- Interpersoonlijke risicofactoren: door emotionele & 5. Schoolklimaat: homogeniteit maar weinig significnate verschillen na interventies
emotionele / fysieke distress, - Publicatiebias: bij slachtofferfrequentie & schoolklimaat, maar sommige figuren niet
gedragsproblemen, lage sociale gezondheidsprob door passend om bias bij de detecteren
status, depressieve stressreactiviteit en - C: enig bewijs voor effectiviteit van interventies op voorkomen van frequenties en
adolescenten, marginale meer hersenactivieit in houdingen voor pesten, maar moet voorzichtig geïnterpreteerd worden omdat de meeste
sociale status, gebrek aan dACC en subACC als effectgrootten te zwak zijn voor significantie
vrienden reactie op sociale pijn - L: Schoolklimaat nog onvoldoende bestudeerd & alleen RCTs van hoge kwaliteit waardoor
minder OZ overbleven > ¯power
Sidenote: heterogeniteit = uiteenlopende resultaten