SKILLS LESSEN -
VOORBEREIDING
Hygiëne en infectiepreventie
Iets is steriel wanneer het vrij is van levensvatbare organismen en hun overlevingsvormen zoals
sporen
Een infectie kan alleen ontstaan als de gastheer met verminderde weerstand besmet is met een
pathogeen micro-organisme
Infectiecyclus heel belangrijk in de zorg om infecties
tegen te gaan!
Deze heb je nodig om te kunnen begrijpen hoe een infectie ontstaat en hoe je een besmetting kunt
voorkomen.
Van sommige micro-organismen kunnen mensen ziek worden. Dit worden pathogene (ziekmakende)
micro-organismen genoemd (bijv. griepvirus). Micro-organismen zijn: virussen, schimmels, bacteriën,
protozoën en gisten. Je kunt een infectieziekte oplopen via:
Besmet persoon, besmet eten/drinken, de lucht, besmet dier, besmette materialen, seksueel contact
Stap 1: micro-organismen zorgen voor het ontstaan van de infectie.
Stap 2: besmettingsbron, is de plek waar de micro-organismen zich bevinden
Stap 3: uitgangen: huid, longen, blaas, darmen, bloedvaten
Stap 4: besmettingswegen: dit loopt via contact. Je hebt directe (persoon die het zich al bij
zich draagt, besmet jou) of indirecte besmetting (gaat via een omweg: via de lucht, eten, of
bijvoorbeeld de deurklink.) Een infectie heeft een incubatietijd, dit is de tijd tussen de
besmetting en de eerste symptomen. Via een kruisbesmetting kan de ziekte ook overlopen
(koortslip dus niet zoenen)
Stap 5: ingangen: plek waar de micro-organismen het lichaam kunnen binnendringen
(luchtwegen, maag/darmkanaal, urinewegen, wondjes, slijmvliezen, placenta en bloedbaan.
Stap 6: gevoelige gastheer: iemand die bijvoorbeeld weinig weerstand heeft en deze ziekte
gemakkelijk kan oppakken.
Infectierisico’s
Cliënten in de zorg hebben vaak een verminderde weerstand, hierdoor hebben ze en grotere kans op
een infectie, waardoor ze ziek worden. Ook kunnen zij de zorgverlener besmetten (contamineren).
Groepen met verminderde weerstand:
Baby’s, zwangeren, kraamvrouwen, mensen met brandwonden/ondervoeding/obesitas, ziekten die
het immuunsysteem aantasten/ behandeld worden tegen kanker, kids in kinderopvang, ouderen
Sommige bacteriën zijn resistent. Dat betekent dat ze niet reageren op antibiotica. Antibiotica zou
normaal hun groei remmen/stoppen. Binnen zorginstellingen (intramuraal) komen resistente
bacteriën vaker voor dan thuis (extramuraal). Alle bacteriën die niet meer reageren op de meest
,gebruikte antibiotica worden bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) genoemd. Hierdoor
moeten de hygiëne maatregelen goed worden gevolgd!
Persoonlijke hygiëne
-Haren schoon en opgestoken.
-Nagels schoon, kort geknipt en ongelakt (GEEN KUNSTNAGELS)
-Handen de hygiëne op de handen is enorm belangrijk!
-Eten en drinken dit doe je op een plek waar het mogelijk is!
-Kleding draag kleding die makkelijk zit, en dat op 60 graden kan worden gewassen.
Mouwen kort of driekwart. Schoenen/klompen zijn dicht en hebben een gladde bovenkant.
En je kan ze reinigen!
-Sieraden mogen niet gedragen worden, ook geen horloges!
Mobiele communicatie
De volgende regels hierover:
-Smartphone/tablet kan volledig gereinigd worden.
-Reinig en desinfecteer je telefoon minimaal 1x per dag
-Pak je telefoon met schone handen op, evt. handschoenen aan doen.
-Steek je smartphone nooit direct na gebruik in je zak (eerst schoonmaken)
-Bewaar je telefoon niet op een plek waar een ziekte kan over worden gedragen
Let op: neem geen telefoon mee als je een cliënt verzorgt bij wie extra infectiemaatregelen
nodig zijn (norovirus bijvoorbeeld)
Werkwijze
Handen wassen met water en zeep of inwrijven van handalcohol, dit werkt even goed. Je past
handhygiëne in de volgende gevallen toe:
-handen zijn zichtbaar vuil
-na toiletbezoek
- na snuiten neus, hoesten of niezen
-bij virusinfectie met norovirus (dan handen wassen met zeep!)
-bij infectie is het beter om je handen te wassen met zeep, dan met handalcohol
Verzorging en wondjes
De verzorging van je handen bij handhygiëne is ook belangrijk. Als je huid droog is, kunnen er kloofjes
ontstaan gebruik een vette crème! Dit komt uit een dispenser en niet uit een pot (besmetting
voorkomen!). Open wondjes/ huidbeschadigingen aan handen dek je af met een niet-doorlatende
pleister, evt. handschoenen dragen.
Handen wassen
1. Open de kraan (met elleboog) en haal zeep uit de dispenser
2. Wijf je handen goed over elkaar:
Vingertoppen, duimen, huid tussen de vingers en polsen wrijf je goed in
3. Spoel je handen goed af van je vingers naar polsen (handen hoger dan elleboog houden)
, 4. Sluit de kraan met de elleboog/ disposable handdoek
5. Droog je handen goed af met een disposable handdoek ook goed de polsen en huid
tussen de vingers!
6. Gooi de gebruikte handdoek in de afvalbak.
Handen desinfecteren
1. Breng voldoende handalcohol uit de dispenser aan om het kuiltje in je hand te vullen
2. Wrijf je handen voer elkaar tot ze droog zijn en je overal bent geweest (vingertoppen,
duimen, huid tussen vingers en je polsen)
De vijf momenten van handhygiëne
1. Voor het aanraken van de patiënt
2. Voor schone/ aseptische procedure (steriele)
3. Na risico op blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
4. Na het aanraken van de patiënt
5. Na het aanraken van de cliëntomgeving
Gebruik van handschoenen
Het dragen van handschoenen verkleint de kans op besmetting/infectie
-Niet-steriele handschoenen:
Ter bescherming van jezelf. Draagt het als je in contact kan komen met lichaamsvloeistoffen
of behandelmaterialen, na de behandeling gelijk de handschoenen uit. Mogen niet in contact
komen met kleding of omgevingsmaterialen (deurknoppen, meubels, telefoons). Na het
uitrekken hiervan moet handhygiëne worden toegepast. Ze bieden bescherming, maar
kunnen de micro-organismen wel doorlaten, het is een ideaal klimaat voor micro-organismen
om zich te vermenigvuldigen
-Steriele handschoenen
Ter bescherming van de cliënt. Laten geen micro-organismen door bescherming tegen
infectie. Beschadigingen kunnen voorkomen, door bijv. naalden. Deze handschoenen worden
alleen gedragen als dit is voorgeschreven in een richtlijn/protocol
Soorten handschoenen:
-Latex onsteriele uitvoering geschikt voor eenmalig gebruik. Kunnen een allergische
reactie veroorozaken!
-Non-latex Synthetische handschoenen met een zeer goede pasvorm. Onsteriel
eenmalig als onderzoekshandschoen. Steriel eenmalig medisch gebruik
-Vinyl geschikt voor eenmalig gebruik als onderzoekshandschoen. Voor medisch en
industrieel gebruik, niet geschikt voor steriel gebruik (niet sterk genoeg)
-Nitril goed alternatief voor latex. Hebben een goede bescherming tegen scherpe
voorwerpen en hebben ook bij vocht goede grip. Onsteriel eenmalig als
onderzoekshandschoen. Steriel eenmalig medisch gebruik.
Steriel handschoen aantrekken
1. Zorg voor schoon en leeg werkvlak
2. Kies van te voren juiste maat handschoenen
3. Controleer of de verpakking goed is en de houdbaarheidsdatum niet is verstreken
4. Pas handhygiëne toe en zorg dat de handalcohol goed is opgedroogd
, 5. Ontvouw de steriel binnenkant zodat deze niet in de oude vorm terugvalt
6. Pak met de linker duim en wijsvinger de rechterhandschoen aan het uitende van de
omgeslagen boord op
7. Steek de rechter hand in de rechterhandschoen, probeer het gelijk in het goede gat te
doen
8. Steek de vigners van de rechterhand om de omgeslagen boord van de linkerehandschoen
en pak deze op
9. Steek de linkerhand in de handschoen en trek deze in 1 keer door over de pols
10. Corrigeer beide handschoenen indien nodig.
11. Zorg ervoor dat de handschoenen geen onsteriele vlakken raken, anders nieuwe
handschoenen
Handschoenen uittrekken
1. Pak met 2 vingers en duim van de linkerhandschoen de boord van de rechterhandschoen
vast
2. Plaats de vingers van de rechterhand tegen elkaar en leg de duim in de palm van de hand
3. Sla de borod om en stroop de handschoen van de hand af
4. Gooi de handschoen in de afvalbak
5. Herhaal de handleiding met de andere handschoen
6. Vermijd elk contact van de blote hand met het vuile gedeelte van de handschoen
7. Pas handhygiëne toe
Beschermende kleding
Soms is het nodig extra kleding aan te doen tijdens het verrichten van zorgtaken met extra
risico’s.
-Er zijn verschillende overschorten. Belangrijk is dat je eigen kleding niet onder het schort
uitsteekt en dat de overschorten voor hergebruik minimaal 60 graden.
-Je draagt een mondneusmasker (en spatbril) als er kans is op spatten van
lichaamsvloeistoffen. Je draagt deze ook als de lichaamsvloeistoffen specifieke micro-
organismen bevatten die zich gemakkelijk in neus/keel nestelen.
Aankleden bij beschermende kleding
1. Handhygiëne
2. Overschort aan
3. Indien nodig mondneusmasker (en spatbril) op
4. Trek de handschoenen aan, over de mouwen van ’t overschort
Uitkleden bij beschermende kleding
1. Doe je handschoenen uit
2.Zet je mondneusmasker (en spatbril) af
3. Trek je overschort uit
4. Pas handhygiëne toe
Schoonwerkveld
Nadat je alle voorbereiden hebt getroffen, creëer je een werkveld m.b.v. een onderlegger,
een celstof matje of schone doek. Richt je werkveld overzichtelijk in, op volgorde van gebruik.