MTH-eindexamen samenvatting
Theorie en praktijk
WGBO – Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
Regelt de rechten van de patiënt
Beroepshouding
Medische overeenkomst tussen de hulpverlener en de patiënt
Belangrijke uitgangspunten:
- De informatieplicht en toestemmingsvereiste
3 uitzonderingen voor de plicht om informatie te geven:
1. Er kan geen informatie gegeven worden; patiënt is bewusteloos of onmiddellijk
ingrijp is noodzakelijk
2. Patiënt weigert informatie ontvangen. Tenzij het een ernstige risico oplevert voor de
patiënt of anderen
3. Geen informatie geven als het nadelig effect heeft op de patiënt. Moet wel in overleg
met andere zorgverlener
Leeftijdsgroepen onderscheiding WGBO:
- Vanaf 16 jaar: zelfstandig bevoegd beslissingen te nemen over medische handeling.
Ouders wel tot 18 jaar verantwoordelijk voor betaling van de zorg.
- Tussen 12 en 16 jaar: gezamenlijke verantwoordelijkheid. Toestemming van beide.
- Tot 12 jaar: toestemming van ouders vereist. Recht op informatie en inzage in of een
afschrift van de medische gegevens van het kind. Ook recht op informatie op niveau
dat past bij leeftijd van het kind.
Wet BIG – Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg
Verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van medische hulpverlening; door
onder andere: openbaar register van mensen die een opleiding hebben gevolgd.
Titelbescherming voor: arts, tandarts, apotheker, gezondheidspsycholoog, psychotherapeut,
fysiotherapeut, verloskundige en verpleegkunde.
Deskundig: voldoende scholing (zowel theorie als praktijk)
Bekwaam: voldoende ervaring om zelfstandig uit te voeren. = handeling vaak doen om
bekwaam te zijn, bijv. na lange tijd weer iets opnieuw doen.
Voorbehouden handelingen: bekwaam zijn om te mogen uitvoeren
Voorwaarden: opdracht en mogelijkheid van tussenkomst arts.
- Arts moet duidelijk opdracht geven dat je een handeling moet doen
- Arts moet direct beschikbaar kunnen zijn.
Voor alle medische handelingen geldt dat de uitvoerder zelfstandig verantwoordelijk is.
Doktersassistente valt niet onder wet BIG. Sommige handelingen wel: geven van injectie of
venapunctie: ARTS HOEFT NIET AANWEZIG TE ZIJN.
- Geen tuchtrecht
- Loopt via gewone strafrecht of civiel recht
,Wet BIG speelt ook rol bij:
- Afnemen anamnese
- Geven van advies of voorlichting
- Besluit om arts wel of niet te sturen voor visite
Veilig werken
Kruisbesmetting: ziektekiem van de ene patiënt overbrengen naar de ander.
Patiënten met verminderde weerstand:
- Ziekte die de afweer kan verzwakken (DB, kanker of aids)
- Medicatie die de afweer kan onderdrukken (prednison, methotrexaat of
azathioprine)
- Jonger dan 6 maanden of ouder dan 70 jaar
- Verstandelijke beperking
- Recent een operatie ondergaan of opgenomen geweest
- Zwangere
- Verslaafden
Als een zichtbare piercing (of oorbel) ontstoken is, moet deze bij patiëntencontact
verwijderd worden en moet de piercing afgedekt worden met niet- vocht doorlatende
pleister
Nagels: wit gedeelte niet langer dan 2 mm. Kunstnagels, gelnagels en nagellak kunnen bron
van infectie zijn: verboden.
Niet eten en drinken in ruimten waar patiënt of materiaal is. Ook niet eten of drinken
bewaren.
Handen reinigen volgens WHO:
1. Voordat patiënt wordt aangeraakt
2. Voordat er wordt schoongemaakt of er wordt begonnen aan een medische
procedure
3. Na contact met lichaamsmaterialen en -vloeistoffen
4. Na lichamelijke contact met patiënten
5. Na contact met de omgeving van de patiënt
In huisartsenpraktijk minder ziektekiemen die gevoelig zijn voor antibiotica: handen wassen
na hand geven is dus niet nodig. Wel handen wassen voor en na bij:
- Behandeling van wonden of contact met een wond
- Bij kleine ingrepen waarbij barrière van huid of slijmvlies doorbroken wordt
- Contact met bloed, urine, pus of ontlasting
- Contact met slijmvliezen
- Voor en na langdurig contact met een patiënt
- Na toiletbezoek, hoesten, snuiten van neus
,Zichtbaar vuil: handen wassen met zeep en water
Normale handhygiëne: met alcohol
Handschoenen: verkleinen risico op overdracht ziektekiemen en worden gedragen bij
contact met bloed, urine, ontlasting, wonden, wondvocht of slijmvliezen. Ook bij omgang
materialen die hiermee in aanraking zijn geweest.
Handschoenen bieden geen bescherming tegen prikaccidenten. En bieden geen alternatief
voor handreiniging.
Nooit handhygiëne op handschoenen doen.
In praktijk: steriele handschoenen bij slecht doorbloede gebieden (onderbenen of pezen) of
bij mensen met verminderde afweer.
In ziekenhuis: steriele handschoenen bij elke bloederige ingreep.
Bij meerdere beschermende kleding – als laatste handschoenen aantrekken.
Niet-kritische instrumenten: intacte huid
Bijv. reflexhamer, stethoscoop, verbandschaar, onderzoeksbank.
- Handmatige reiniging met schoonmaakmiddel/doekje. In contact met bloed of
lichaamsvocht; extra inwrijven met alcohol
Semi kritische instrumenten: slijmvliezen
Bijv. oorspuit, keelspiegel, tekenpincet
- Verwijder eerst zichtbaar vuil
e
1 keus: desinfecterende wasmachine
2e keus: met de hand reinigen met instrumenten reiniging middel; steriliseren of inwrijven
met alcohol
Kritische instrumenten: beschadigde huid of slijmvliezen, steriele lichaamsholte
Bijv. naaldvoerder, scherpe lepel, speculum (ingreep)
- Verwijder eerst zichtbaar vuil
Instrumenten bewaren na sterilisatie (24u) in afgesloten bak met eiwit oplossend middel
1e keus: desinfecterende wasmachine
2e keus: met de hand reinigen met instrumenten reiniging middel;
Daarna inpakken
In huisartsenpraktijk
Niet-kritische ruimten: koffiekamer, opslagruimte, entree, gang en wachtkamer
Semi kritische ruimten: spreekkamer, onderzoekkamer, verkleedruimte, toiletten
Kritische ruimten: behandelruimte, laboratorium, ruimte waar instrumenten worden
gereinigd en ontsmet.
Semi-kritische en kritische ruimten; elke dag schoonmaken.
, Zichtbaar vuil op instrument schoonmaken; voorkomen van roestvorming en dat vuilresten
gaan dienen als voedingsbodem voor ziektekiemen.
Ontsmetten/desinfecteren: verlagen van het aantal micro-organismen op voorwerpen en/of
materialen tot aan aanvaardbaar niveau.
Instrumenten niet in aanraking met bloed: alcohol 70% of 250 ppm chlooroplossing.
Instrumenten wel in aanraking met bloed: 1.000 ppm chlooroplossing.
(Ppm = parts per millium)
Werking met chloor: handschoenen en veiligheidsbril op. Ventileer de ruimte.
Huishuidchloor (bleekmiddel) is verboden
Gesteriliseerde instrumenten zijn houdbaar tot een half jaar na sterilisatie.
Regels schoonmaken
- Eerst droog, dan nat
- Van schoon naar vuil
- Eerst hoog, dan laag
Scherpe afval zoals naalden, scherpe voorwerpen, mesjes etc. moeten in naaldencontainer
Instrumentenkennis
Korentang: vastpakken van steriele instrumenten en materialen. Ook bij
joderen van lichaamsdelen.
Verbandschaar (volgens Lister): afknippen en doorknippen.
Irisschaar: kleine spits-spitse schaar bij secuur werk bijv. hechtingen verwijderen
Spits-spitse schaar: grote irisschaar
Spits-stompe schaar: 1 kant spits 1 kant stomp
Stomp-stompe schaar: korte rechte stompe bladen.
- Prepareerschaar volgens metzenbaum; afgeronden uiteinden. Gebruik bij knippen en
spreiden van weefsels.
Onthechtingsschaar: 1 spits kort, 1 blad met uithollings aan onderkant bij snijgedeelte.