Aanzet tot..
INNOVATIEPLAN
Student: Chantal Spruijt
Studentennummer:
2080954
Vak: Innoveren
Docent: Rob van Vliet
Klas: 303A
Voor u ligt een aanzet tot
Inleverdatum: 24-10-14
innovatieplan gemaakt door Chantal
Spruijt. De opdrachtgever is Sari Dubbeldam, persoonlijk begeleider bij de
ASVZ. De stichting waar vanuit gekeken is, is ASVZ (Algemene Stichting
voor Zorg) te Sliedrecht. De volgende personen zijn betrokken bij de
innovatie, namelijk de ouders, de cliënten, de groepsleiding en de
leidinggevende.
Ik wens u veel leesplezier!
1
, Inhoudsopgave
Inleiding Blz. 4/5
- Het signaal, klantfricties
- Mogelijke oplossingen
- Output doelstelling
Randvoorwaarden Blz. 5
Beschrijving relevante factoren op Blz. 6
macro niveau en meso niveau
Samenvatting SWOT analyse Blz. 7
Bijlage 1, DESTEP analyse op macro Blz. 8/9
niveau
Bijlage 2, Krachtenveldanalyse Blz. 10/11
2
,Bijlage 3, SWOT – analyse Blz. 12/13/14
Bijlage 4, De voorwaarden voor Blz. 15/16/17
innovatie
Bijlage 5, De conclusie Blz. 18
Bronvermelding Blz. 19
3
, Inleiding
De ASVZ is een Algemene Stichting voor Zorg. ASVZ is een zorgorganisatie
in kleinschalige zorg- en dienstverlening aan mensen met een
verstandelijke, lichamelijke, meervoudige beperking en psychische
problematiek. Dat kunnen jong volwassenen, ouderen en kinderen zijn. De
hoofdlocatie zit gevestigd in Sliedrecht, deze beschikt over een groot
terrein met woonvoorzieningen. De ASVZ biedt ook zorg aan gezinnen die
een kind thuis hebben wonen met een verstandelijke beperking, of
cliënten die op zichzelf wonen en hulp nodig hebben.
Mijn stage vindt plaats bij een woonvoorziening voor kinderen in de leeftijd
van 10 tot 18 jaar. Dit is een reguliere woonvorm, dat houdt in dat de
kinderen niet bij de ZZP7 behoren, maar onder de ZZP7. De ZZP7 valt
onder intensieve zorg, hier richten de cliënten gerichte agressie naar
begeleiders en vallen ze onder laag niveau (niet kunnen lopen, praten
enz).
De kinderen hebben hoog niveau, en geen gerichte agressie naar
begeleiders. Op de groep komt autisme, Syndroom van Down en
gedragsproblematieken voor.
De ASVZ werkt volgens Triple – C. Dit is een behandelmodel voor mensen
met een verstandelijke beperking, dia daarnaast gedragsproblemen of
psychische problemen hebben. Triple – C staat voor Client, Coach en
Competentie.
De Triple – C richt zich niet op het beheersen van probleemgedrag, maar
op het herstel van het gewone leven. De begeleiders, orthopedagogen,
leidinggevenden en artsen bouwen aan een onvoorwaardelijke
ondersteuningsrelatie met de cliënten.
De cliënten nemen deel aan een betekenisvol dagprogramma, waardoor
hun zelfvertrouwen toeneemt en ze competenties kunnen ontwikkelen.
Het signaal, klantfricties
Bij de woonvoorziening komt voor dat de kinderen niet gemakkelijk kunnen
doorstromen naar een andere woonvoorziening als zij het maximum
leeftijd hebben bereikt. Er woont nu een jongen op de groep met de
leeftijd van 23 jaar. Hij had vijf jaar geleden naar een andere
woonvoorziening gemoeten. Dit wordt belemmerd, omdat er geen plaats is
op andere woningen. Een ouder van deze jongen vindt het belangrijk dat
hij in een veilige omgeving blijft. Een nadeel hiervan is dat hij zich niet
meer verder kan ontwikkelen. Zodra er een activiteit georganiseerd wordt
voor de kinderen merk je dat het niet aansluit op deze jongen. Er is niet
genoeg begeleiding om hem wel de juiste activiteiten te bieden.
Mogelijke oplossingen
4
, - Er komen vrijwilligers op de woning om waar nodig kinderen extra
begeleiding te geven of activiteiten aan te bieden die aansluiten bij
hun niveau/ontwikkeling.
- Hulp van ouders om de kinderen de begeleiding/prikkels te geven
die ze nodig hebben en activiteiten te bieden die aansluiten bij hun
niveau/ontwikkeling.
- De kinderen worden qua niveau in groepen gedeeld, zodat ze op
elkaar aansluiten qua hulpvragen en ontwikkelingen.
Output doelstelling
De innovatie moet het volgende opleveren namelijk dat de kinderen
gemakkelijker kunnen doorstromen naar een andere woonvoorziening en
daar de passende begeleiding en activiteiten aangeboden krijgen. Of er
moeten alternatieven bedacht worden, zodat de kinderen
(jongvolwassenen) alsnog de gewenste begeleiding krijgen en geprikkeld
worden in hun ontwikkeling. Het belangrijkste is dat de ontwikkeling van
die kinderen gestimuleerd wordt. Bijvoorbeeld met wat extra begeleiding
of hulp van ouders/verzorgenden. Op korte termijn zal het niet gebeuren
dat het kind gelijk door kan stromen naar een andere woning, vandaar dit
alternatief.
De randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn onder andere;
Initiatief en medewerking ouders
Medewerking vrijwilligers
Medewerking van het kind
De ruimte (gymzaal, zwembad, buiten speelplaats enz.)
Beschikbare materialen m.b.t. activiteiten
(zoals een bal, kleurpotloden, puzzels enz.)
Acceptatie Raad van Bestuur, i.v.m. extra woningen of meer ruimte
op een woning.
5
, Relevante factoren op macro en meso niveau
Macro;
Door middel van een DESTEP-analyse ben ik er achter gekomen dat er een
aantal factoren relevant zijn voor het innovatieplan. De DESTEP-analyse
bevindt zich in bijlage één.
Ik ben tot de volgende belangrijke factoren gekomen:
Het is belangrijk om te weten dat er ontwikkelingen plaats vinden op het
gebied van prenatale screening en vroegdiagnostiek. Dit houdt in dat er
steeds minder mensen geboren worden met een aangeboren
verstandelijke beperking. De technologische ontwikkelingen nemen toe. Er
is wel geconstateerd dat de levensverwachting van mensen met een
verstandelijke beperking toeneemt. TNO heeft geconcludeerd dat de
prevalentie de komende jaren niet verandert, maar de prevalentie binnen
bepaalde leeftijdscategorieën zal wel veranderen. Dit zorgt er voor dat
mensen met een verstandelijke beperking ouder worden van voorheen. Dit
heeft invloed op het innovatieplan, want hoe ouder de mensen worden hoe
meer groepen er moeten zijn om aan te sluiten bij het niveau van de
mensen. Dit heeft wel met hun beperking te maken. De één groeit wel in
ontwikkeling en niveau, waardoor de behoeften en de hulpvraag
veranderd. De ander blijft op het zelfde niveau. Vaak zijn deze mensen dan
ernstig tot zeer ernstig beperkt. Met betrekking tot economische invloeden
vinden er steeds meer bezuinigen plaats in de zorg. Dit is een groot nadeel
voor mensen met een verstandelijke beperking. Het gevolg hiervan is
namelijk dat er minder mensen ingezet worden. Wat betekent dat er
minder zorg geboden wordt aan mensen met een verstandelijke
beperking. Dit is ook ten nadelen voor het innovatieplan, omdat er juist
gevraagd wordt naar extra begeleiding.
Meso;
Door middel van een krachtenveldanalyse heb ik in beeld gebracht welke
mensen er belangrijk zijn voor deze innovatie en welke mensen er
betrokken zijn. Deze krachtenveldanalyse is uitgewerkt in bijlage 2. Zie
hieronder een kleine samenvatting over de krachtenveldanalyse, die
tevens uitgebreid te vinden is in bijlage 2.
De mensen die ik in beeld gebracht heb is onder andere de
leidinggevende, de ouder, het kind, de stagiaire en het team (personeel
van de woning). Zij zijn allemaal betrokken bij deze innovatie. De
leidinggevende is de belangrijkste betrokkenen persoon in dit
innovatieplan. Zij bepaald uiteindelijk of het wordt doorgevoerd en/of het
kind gaat doorstromen naar een andere woning. Zodra dit niet gebeurd
valt de verantwoordelijkheid op het personeel. Het is dan de taak van het
personeel om toch de begeleiding te bieden die aansluit bij de kinderen.
De ouder van het kind heeft ook een belangrijke positie, omdat zij inbreng
heeft of het kind overgeplaatst mag worden. Zij heeft dit namelijk liever
6