Medische basiskennis de ouder wordende huid en benigne
huidtumoren
Veroudering
Endogene (= van binnenuit ontstaand) veroudering epidermis :
• Melanocyten, langerhans cellen zweetklieren en talgklieren nemen af
• De snelheid van de celdeling vermindert
• Epidermis wordt dunner, droger en bleker
• Retelijsten vervlakken, zijn minder uitgesproken
Onder de steunkousen nooit vet aanbrengen → vet tast het rubber dat in de kousen verwoven
zitten aan
Endogene veroudering van de dermis:
• Dermis wordt dunner
• Elasticiteit neemt af
• Minder collagene vezels plakken aan elkaar; huid wordt minder elastisch
• Minder elastine vezels; vezels worden dikker
• Cellen van de dermis zijn minder en weinig actief
• Afname van bloedvaten, verminderde doorbloeding
Veroudering van de subcutis:
• Verlies van subcutaan vet
• Verdeling van het vet verandert, heeft te maken met geslacht en leeftijd.
Veroudering van huid, haar, nagels (adnexen):
• Vermindering van melanocyten in de haarfollikel → haar wordt grijs
• Aantal haren nemen af;
- Alopecia = kaalheid
- Androgenetica = mannelijke vorm van haargroei
• Nagels gaan langzamer groeien, en de nagels worden dikker
Onychrophosis: nagels die moeilijker te knippen zijn doordat ze dikker zijn.
Huidtumoren:
Rol huidtherapeuten bij huidtumoren:
• Patient adviseren naar huisarts te gaan
• Advies geven in zonbescherming
• Evt behandeling
• Nazorg
Benigne huidtumoren:
Je hebt uitgaande benigne huidtumoren van de dermis, epidermis en melanocyten.
,Dermis → o.a bloed- en lymfevaten zorgen voor het ontstaan van huidtumoren. Ook bindweefsel
zorgen voor het ontstaan van huidtumoren.
Huidtumoren van melanocyten → kunnen goed aardig en kwaadaardig zijn.
De tumormassa kan op verschillende manieren ontstaat, bijvoorbeeld door afzetting van materialen
(ophopingen van materialen) (xanthomen), door proliferatie (snelle vermenigvuldiging; woekering)
van het weefsel, door retentie = vasthouden (cysten) of door degeneratie (een vermindering van de
functionaliteit van een cel of weefsel) en ontsteking. Benigne huidtumoren manifesteren zich vaak als
(solitaire of multipel voorkomende) papels, pustels, noduli of cysten. Ze kunnen verworven → later
gekregen of congenitaal→ bij geboorte aanwezig zijn.
Tumoren uitgaande van de epidermis:
• Verruca seborrhoica, verucca senilis (seborrheic keratosis):
- Liggen oppervlakkig
- Verschijnen vanaf de 40e leeftijd, nemen in aantal toe
- Aanleg kan een rol spelen
- Ontstaan door proliferatie→ snel vermenigvuldigen van epidermale keratinocyten
- Voorkeurslocatie: bovenste deel van de romp, handruggen en gezicht→ vooral op en
rond de slapen.
- Eerst ontstaat er een licht gele of geelbruine hyperpigmentatie die veranderen in ronde,
ovale wratachtige papels en plaques met een donkerbruine tot zelfs zwarte kleur. Lijken
bovenop de huid te liggen.
- Kenmerken:
o Pseudocyten die op kleine witte milia lijken
o Hoornpluggen, donker gekleurd die in de follikels liggen.
- Behandeling: curettage → afschrapen, of cryotherapie → meer kans op
hypopigmentatie.
- Er zijn twee morfologische (de studie en de kennis van vorm en bouw, de anatomie in
engste zin) varianten van seborrhoische wratten:
1. Stuccokeratosen: witgele kleine (< 5 mm) vlakke hyperkeratotische papeltjes die op
oudere leeftijd (vanaf 45-50 jaar) voorkomen, vooral aan de onderbenen en
onderarmen. Zijn goedaardig.
2. Dermatosis papulosa nigra: → huidafwijking met zwarte
papels. Wordt vaak gezien bij aziaten en patienten met een
donkere huid. Vaak multiple donkergekleurde papeltjes op
het gezicht. Behandeling: elektrochirurgie → wel veel kans op
hyperpigmentatie.
• Vlekjes van fordyce
- Dit zijn ectopische talgklieren, een fysiologische variant van de
normale talgklierontwikkeling waarbij er talgklieren op de lippen of
op het mondslijmvlies aanwezig zijn. Soms ook op de genitale mucosa.
Patiënten beschouwen dit soms als een afwijking, maar het is normaal en onschuldig en
moet niet behandeld worden.
,• Seniele talgklierhyperplasie
- gevolg van een vergroting van een talgklier. Efflorescenties: een
of meer gelige papels, soms met wat teleangeectasieen, vaak gelokaliseerd
op het voorhoofd, in het midden is een inzinking (delle) zichtbaar.
- Behandeling: oppervlakkige vernietiging met de elektrocauter of
Cryotherapie.
• Syringoom
- Benigne huidtumoren uitgaande van zweetklierbuizen
- Komt iets vaker voor bij vrouwen
- Begint in de pubertijd, op volwassen leeftijd kunnen er weer nieuwe laesies bijkomen.
- Gelokaliseerd onder de oogleden, minder vaak op de borst en hals, oksels, buik, vulva,
penis. Op de borst kunnen ze in de puberteit eruptief ontstaan.
- Behandeling: ablatieve laser is het beste. Behandeling met TCA, cryotherapie of de
elektrocauter geven wisselende resultaten.
- Wordt vaak verward met xanthelasma en milia
• Dermatofibroom/ histiocytoom
- Goedaardige woekering van op histiocyten gelijkende bindweefselcellen
- Ontwikkelt zich op jongvolwassen leeftijd
- Exacte oorzaak niet bekend, kunnen ontstaan als reactie op trauma zoals insectenbeten.
Multiple eruptieve komen vaak voor bij auto-immuunziekten zoals lupus of hiv.
- Kleur meestal bruin, bij blanke ook vaak roze. Kan overal gelokaliseerd zijn.
- Dimple sign is kenmerkend; Als je de huid samenknijpt aan beide zijden van het
dermatofibroom komt de huid normaal gesproken omhoog. Waar het dermatofibroom
zit, wordt de huid naar binnen getrokken (kuiltje) belangrijk toets
- Behandeling: afsnijden
• Cyste= is een afgesloten holte in de huid met een eigen wand, die gevuld is met vocht en
cellen of cellen producten (zweet, talg, pus). Wel een wand! = belangrijk toets
• Pseudocysten → lijken op cyste, maar zij missen de cyste wand en zijn meestal begrensd
door een bindweefselkapsel. Vb abces met pus. Geen wand! = belangrijk toets
• Epidermale cysten/atheroomcyste:
- cyste waarvan de cystewand bestaat uit epidermis. De epidermis verhoornt, schilfert af,
de belangrijkste component van de inhoud van de cyste is dan ook keratine. Daarnaast
kan er talg (sebum) in zitten, pus en bacteriën. Epidermale cysten kunnen heel groot
worden.
- Gelokaliseerd op het behaarde hoofd, borst, gezicht, hals, scrotum.
- Behandeling: wegsnijden en het “zakje” eruit halen. Als het geinfecteerd is kan je het
opensnijden en uitknijpen.
• Tricholemale cyste
- Klinisch niet te onderscheiden van een normale cyste
- Zijn 90% van de gevallen gelokaliseerd op het behaarde hoofdhuid van patienten van
middelbare leeftijd.
, • Kerato- acanthoom
- is een nodeuze, snelgroeiende benigne tumor, uitgaande van de pilosebaceus unit
(haarfollikel + talgklier), 1-2 cm doorsnede, met een opgeworpen epitheliale wal en
centraal een inzinking waarin een hoornmassa. Het komt vooral voor op het gelaat, en de
overige aan zonlicht blootgestelde huid. De voorkeursbehandeling bestaat uit excisie met
een marge van 3-5 mm of curettage. je moet het onderscheiden van een
plaveiselcelcarcinoom.
Medische basiskennis basiskennis de ouder wordende huid en premaligne en
maligne huidtumoren
Huidveroudering door exogene factoren:
Zon:
- zichtbaar licht zorgt voor ons zicht en het bioritme (biologische klok)
- infraroodlicht zorgt voor warmte
- ultravioletlicht zorgt voor aanmaak vitamine D, werkt ontstekingsremmend en kan
schadelijk zijn
lichtspectrum:
- UV-A→ heeft diepste indringdiepte → versnelt het verouderingsproces → dringt door
tot in de dermis →kan bijdragen aan het ontstaan van huidkanker maar minder dan UVB
en UVC. → Aging. 315-400nm. (uva1 dringt door tot in subcutis)
- UV-B→ middeldiepe indringdiepte → dringt door tot in de epidermis → zorgt voor
verbranding → speelt een rol bij huidveroudering en vooral huidkanker → Burning. 280-
315nm
- UV-C → komen we op de aarde niet tegen, wordt tegengehouden door de ozonlaag →
zeer kankerverwekkend, is het gevaarlijkst. Dringt door tot stratum corneum. 100-280nm
Bescherming van de huid tegen de zon:
- Door blootstelling aan de zon wordt het stratum corneum verdikt = zonne-eelt,
epidermale hyperplasie
- Aanmaak van pigment → directe pigmentatie treedt al tijdens en direct na de uv straling
op (UV-A), het is het gevolg van herverdeling van al aanwezig melanine in de huid.
Vertraagde pigmentatie is het gevolg van UV-B; UV-B bereikt zijn maximum drie dagen na
blootstelling en is het gevolg van het toenemen van het aantal melanocyten, verhoogde
synthese van melanine en een toegenomen melanosomen overdracht naar de
keratinocyten. → aanmaak van pigment dient als een soort parasol voor het
beschermen van het DNA.