Hoorcollege 1 ethiek
Ethiek- de filosofische wetenschap van het afwegen tussen goed en kwaad en de keuzes
daartussenin.
Je hebt verschillende benaderingen van ethiek;
Deugdenethiek- gaat over het karakter van degene die handelt. Je gaat kijken naar het juiste
midden.
Plichtenethiek- je hebt hier waarde als richtlijn. (je kan bijv. denken zo hoort dit niet)
Gevolgenethiek- je gaat keuzes maken op basis van de gedachten van mogelijke
consequenties.
Zorgethiek- je kijkt naar de zorgrelatie tussen mensen.
De gevolgenethiek wordt ook wel ‘ultilisme’ genoemd. Het ultilsme wordt gekenmerkt door het feit
dat het de gevolgen van handelingen afmeet aan een waarde. Deze waarden zijn genot, geluk of
welzijn.
Het uitgangspunt van zorgethiek is de gedachte dat er in iedere vorm van zorg iets zit wat goed is.
Het uitganspunt van zorgrelatie is; mensen in hun waarde laten en hun eigenheid respecteren.
Professioneel handelen bestaat uit;
Zorg verlenen op basis van de taakopdracht van de organisatie.
Professionele maatstaven hanteren
Uitgaan van de zorgbehoefte van de zorgvrager.
Met professionaliteit ga je ook reflecteren, in moreel beraad gaan en onderhandelen.
Hoofdstuk 3
Voor verpleegkundigen is de relatie met de zorgvrager het belangrijkst, in die relatie doet de
verpleegkundige alle moeite om het leven van de zorgvrager dragelijk te houden. Dit is de definitie
van Smits omtrent verpleegkundige zorg.
De uitgangspunt van elke zorgrelatie is; mensen in hun waarde laten en hun eigenheid te
respecteren. Zoveel mogelijk rekening houden met de leefwijze en de wensen van de persoon in
kwestie.
Toestemming op grond van informatie is een belangrijke voorwaarde voor de zorgverlening. Alleen
als de zorgvrager ermee instemt, kan de zorg of behandeling plaatsvinden. Dit houdt ook in dat
verpleegkundigen ook de plicht hebben de zorgvrager te informeren, in elk geval betreft de
verpleegkundige zorg.
Om toestemming te kunnen geven voor een medische behandeling moet iemand bijv. het volgende
weten;
De diagnose
De aard van de behandeling
Het te verwachten resultaat en eventuele bijwerkingen
Alternatieven voor behandeling
Gevolgen gezondheid bij achterwege laten behandeling
Voor sommige mensen kan het nieuws overweldigend zijn, zijn ze in de war of ervaren ze stress. Als
verpleegkundige moet je dan achterhalen wat bij die zorgvrager zou passen. Bij de verpleegkundige
vraagt dat om mensenkennis en ontvankelijkheid; een manier van waarnemen die niet bij voorbaat
wordt gekleurd door je eigen opvattingen en leefwijze.
,Op grond van deze waarnemingen, kennis van het levensverhaal, eerdere uitspraken of uit andere
bronnen dan de persoon zelf of diens vertegenwoordiger, kun je een positieve reactie afleiden op het
zorgplan. Dit noem je ‘afgeleide toestemming’.
Soms is zorgen voor iemand uit een andere cultuur lastiger. Zo komt soms de zorgrelatie moeizamer
tot stand, worden de zorgbehoeften van een allochtone zorgvrager niet altijd even goed begrepen en
de verleende zorg wordt niet altijd als goede zorg ervaren.
Iets wat hierbij kan helpen is dat de verpleegkundige inzicht heeft in allerlei kenmerken van culturen.
Als verpleegkundige heb je het beste met de zorgvrager voor, je kan ze alleen niet weerhouden om
bepaalde dingen te doen ook al weet je dat dat niet goed voor hun is. Wel wil je goede zorg leveren,
dit wordt meestal opgevat als; de gezondheid behouden, het herstel bevorderen en schade
voorkomen. Door middel van voorlichting en aanmoediging, zal goede zorg niet in strijd gaan met de
eigen ruimtes van zorgvragers.
Sommige zorgvragers leggen zelfbeschikkingsrecht uit als een recht op alle zorg en behandelingen die
zij nodig denken te hebben. Dat is niet zo om 3 redenen; zelfbeschikking is niet hetzelfde als het
ontvangen van zorg, er is geen recht op alle zorg, en het gaat niet per definitie om de zorg die zij
nodig vinden.
Vrijheidsrecht; vrij zijn om te doen wat je verkiest op een bepaald punt. Ook gaat dit om het recht
om te bepalen of men wel of niet behandeld wil worden.
Hiertegenover staat; absolute plicht en absoluut verbod.
Claimrecht; dit betekent dat je recht hebt op iets, recht op zorg wordt hier ook onder gezien.
Hiertegenover staat; inspanningsplicht.
Voor het recht op zorg geldt wel dat mensen recht hebben op zorg en behandeling maar niet
op behandeling waar geen indicatie op staat.
Als gevolg van onbegrip en irritatie kan een zorgvrager agressief worden. Het kan soms voorkomen
worden door duidelijke informatie, goede communicatie, rustige sfeer en prettige inrichting.
Het overnemen van iemands verantwoordelijkheid voor zichzelf kan niet zomaar, je moet ook goed
hebben nagedacht over de vraag wanneer dat nu eigenlijk verdedigbaar is. Zo zijn de volgende
voorwaarden geformuleerd;
Als het aannemelijk is dat deze niet in staat is tot zelfstandige beslissing.
Als met de inbreuk ernstige schade wordt voorkomen.
Als het de bedoeling blijft hem of haar zo snel mogelijk in staat te stellen tot een zelfstandige
beslissing.
Wie zich hieraan houdt handelt paternalistisch, maar met respect naar de zorgvrager, omdat alles
erop is gericht de situatie zo te veranderen dat de zorgvrager geen schade oploopt of aanricht en zo
snel mogelijk zelf weer kan kiezen.
Als je vanuit een consequentialistisch gezichtspunt naar een situatie kijkt maak je een afweging
tussen de verschillende gevolgen.
Kinderen kunnen niet altijd hun belangen afwegen en afstand nemen tot hun wensen, in dit soort
gevallen beslist de ouder of voogd voor het kind. Elk kind heeft wel recht op informatie.
Onder de 12 mogen kinderen niet voor zichzelf beslissen. Tussen de 12 en 16 jaar is toestemming van
ouders en kind nodig, zijn deze het niet eens gaat het kind voor. Jongeren boven de 16 worden in dit
opzicht gelijkgesteld met volwassenen.
,In sommige gevallen maken naasten feitelijk deel uit van de zorgrelatie, namelijk wanneer een
zorgvrager niet goed zelf kan meepraten over de zorg of behandeling. Dan doet iemand dit namens
of voor hem. De naaste geeft dan toestemming voor zorg en behandeling. Dit wordt ook wel
vervangende toestemming genoemd. De vertegenwoordiger kan bijv. niet dement zijn.
Een situatie waarbij je wel beslissingen moet nemen voor de zorgvrager is wanneer deze
bewusteloos is.
Je hebt ook ongewenste en afgedwongen zorg (bijv. psychotische patiënt die wordt in bedwang
gehouden en gesepareerd). Speciale vermelding verdienen maatregelen waarbij sprake is van quasi
vrijheid; iemands rollator buiten handbereik zetten, iemand zo strak tegen de tafel aanschuiven
zodat het onmogelijk is om op te staan etc.
Dwangbehandeling; het is een schending van de onaantastbaarheid van het lichaam, die volgens de
grondwet verboden is, tenzij die op grond van een wet gebeurt.
Degene op wie dwang wordt toegepast is niet of tijdelijk niet wilsbekwaam. Er wordt
toestemming gevraagd tot dwangverpleging en behandeling aan een vertegenwoordiger en
er wordt naar gestreefd de wilsbekwaamheid zo snel mogelijk te herstellen.
In het zorgplan wordt aangegeven hoelang de dwang zorg duurt, wat de zorgvrager wel mag
beslissen en wie dat doet in geval van twijfel.
Een zelfbindingsverklaring is een verklaring waarin mensen onder bepaalde voorwaarden al bij
voorbaat toestemming geven voor bepaalde behandeling of voor gedwongen opname tegen hun wil
op een later moment.
Respectvol verplegen houdt in dat je niet de eigen persoonlijke waarden en normen voorop zet,
maar terughoudendheid toont als het gaat om beïnvloeding van de leefwijze en de mentaliteit van
de zorgvrager.
Vaak ontdekken we pas dat het slecht met iemand gaat als we last van diegene krijgen. In dit soort
situaties is het zaak om veel actievere hulp te bieden; bemoeizorg. De zorgverlener gaat zich dan
bemoeien met bijv. iemands leefwijze. Het helpt wel als je in het begin een soort relatie met diegene
opbouwt.
Ongewenste en ongevraagde zorg geven is te rechtvaardigen als er sprake is van een onhoudbare
situatie.
Verplegen en verzorgen is bijna altijd intieme omgang met de zorgvrager. Onder professionele
intimiteit wordt onder andere verstaan;
Iemand bijstaan die veel pijn en verdriet heeft
Iemand wassen
Aanvoelen dat iemand bang is en hier wat mee doen etc.
In het wetboek van strafrecht staat een regel over ontucht; diegene die, werkzaam in de
gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiënt of client
aan zijn zorg of hulp heeft toevertrouwd, is strafbaar.
Verplegenden en verzorgenden mogen niet profiteren van de zwakte van degenen voor wie
zij zorgen.
Er zijn 2 uitersten antwoorden op confrontatie met ongelijkheid;
Iedereen moet gelijke kansen hebben, ongeacht wat het kost.
Sommige mensen hebben pech, en dan ben je niet verplicht om dat recht te trekken.
, Respect voor de privacy behoort tot het uitgaan van de persoonlijke beleving van de zorgvrager.
Gezondheidszorg is onlosmakelijk verbonden met de verstoring van privacy, dat heeft 3 oorzaken; de
aard van de medische zorg, de aard van verpleging en het verblijven in een instelling.
Het morele recht op privacy geldt ook met betrekking tot persoonsgegevens,
verpleegkundige hebben hier veel mee te maken want bij verpleging en behandeling hoort
de toegang tot privéinformatie. Je hebt dan ook een eed die het wettelijke recht op privacy
erkend; de eed van Hippocrates.
- Al wat ik tijdens de behandeling, of zelfs daarbuiten, zal zien of horen van het leven der
mensen waaraan geen ruchtbaarheid mag worden gegeven, zal ik voor me houden,
omdat ik vind dat zulke dingen geheim moeten blijven.
Goede zorg betekent hierom ook; de privacy van de zorgvrager en de bescherming van de
persoonsgegevens waarborgen.
Hoofdstuk 6
De relatie tussen de verpleegkundige en de patiënt hoort het aanknopingspunt voor het zorgproces
te zijn. Dat is het hart van het verpleegproces en het voertuig waarmee de zorgdoelen bereikt
worden.
Je moet met je patiënt tot overeenstemming komen over wat er aan de hand is en wat er gedaan kan
worden is de persoonlijke morele verantwoordelijkheid die je draagt voor de patiënten aan wie je
zorg zijn toegewezen.
Functionele verantwoordelijkheid- de uitvoering van het werk en daar verantwoording over leggen.
De professionele verantwoordelijkheid- zorg verlenen die in overeenstemming is met de opvatting
die binnen de beroepsgroep leven over goede zorg. Deze opvatting worden ook wel aangeduid met
het begrip; professionele standaard.
Hierbij horen de richtlijnen en protocollen, gedragsregels, het beroepsprofiel en de
beroepscode. Gezamenlijk geeft dit antwoord op de vraag; wat is bij een bepaald probleem
goede zorg?
Morele uitgangspunten zijn te vinden in; vakliteratuur, de standaardpraktijken, verpleegkundige
theorieën maar vooral de beroepscode.
De beroepscode is een belangrijke manier om je maatschappelijk te presenteren en te
verantwoorden.
Als openbare toezegging is de code belangrijk voor het vertrouwen dat in verpleegkundigen
wordt gesteld. De beroepsgroep geeft met de code aan wat er van verpleegkundigen en
verzorgenden verwacht mag worden.
Het is beter om de code niet te zien als eeuwig geldige richtlijn, maar als dynamisch
werkdocument, waarmee discussies gevormd kunnen worden.
Onder moreel goede zorg wordt verstaan; een verpleegkundige verleent zorg op basis van de
taakopdracht van de organisatie, daarbij professionele maatstaven hanteert en uitgaat van de
zorgbehoefte die zij samen met de zorgvrager heeft vastgesteld.
Reflectie; kritisch terugdenken over hoe er gehandeld is en of een andere handeling niet beter was
geweest.
Door reflecteren over betwijfelde beslissingen en routines en probleemsituaties te vergelijken met
elkaar krijg je een steeds beter zicht op; meer gevoel voor details die er toe doen, doe je het een
andere keer iets anders etc.
Prudentie- het doordenken van een moreel lastige situatie helpt om er lering uit te trekken en te
bedenken of het een volgende keer anders moet.