OVV-2 SAMENVATTING
Week 5
PC LUTS
LUTS met name bij 50-plussers omdat de prostaat dan gaat groeien.
Lower urinary tract symptoms
- Irritatieve klachten / opslag functie
Symptomen > Urgency, frequency, urge incontinentie, nycturie, dysurie (pijn bij het
plassen)
d.d. > UWI, cystitis, blaastumor, urolithiasis, BPH, overactieve blaas (als de blaas heel
vaak samentrekt), neurogeen
MET NAME IRRITATIEVE KLACHTEN REDEN OM NAAR DE DOKTER TE GAAN
- Obstrutieve klachten / mictie functie
Symptomen > Hesitatie (duurt even voordat het plassen opgang komt), zwakke straal,
nadruppelen, residu gevoel
d.d. > BPE, BPH, prostaatcarcinoom, blaassteen, urethrastrictuur (vaak veroorzaakt
door SOA m.n. gonorroe welke zorgt voor ontsteking en zo littekenvorming),
blaashalssclerose, detrusor sphincter, dyssynergie
Prostaatkanker zit vaak aan de buitenkant van de prostaat en geeft in dit geval vaak geen
klachten.
B is gevaarlijk, want dan zit de blaas
te pompen tegen een obstructie.
Opgegeven moment kan de blaas
verzwakken > urineretentie. Dit kan
ook weer leiden tot
nierinsufficiëntie.
,OVV-2 SAMENVATTING
BPH (Benigne prostaat hyperplasie)
- Iedereen die ouder wordt krijgt het
- 20% leeftijd 40, 50% leeftijd 50, 70% leeftijd 60
- Geen correlatie tussen histologie en symptomen (ongeveer 50% heeft symptomen)
BPH en BPE zijn niet gerelateerd aan het feit dat iemand klachten heeft.
BPO
Normale prostaat weegt 10-15 gram. Je kan voorkomen dat de prostaat gaat groeien als je
testosteron wegneemt (castreren op vroege leeftijd): je krijgt dan geen BPH en ook geen
prostaatkanker. Maar dit heeft heel veel negatieve effecten.
Aanvullend onderzoek
- Lichamelijk onderzoek: abdomen, urogenitaal, DRE
- Urine onderzoek: onderzoek op aanwezigheid van ery’s, leuco’s, bacteriën & nitriet >
deze duiden op aanwezigheid van een blaasontsteking. Bij vrouwen geef je antibiotica
bij mannen moet je verder onderzoeken >> blaasontsteking bij mannen is niet
normaal (bij mannen is de urethra langer en minder contact met anus en geen vagina)
Ery’s in de urine en geen UWI > kanker
- Op indicatie bloedonderzoek (creatinine gehalte > is er geen stuwing van de nieren)
- Uroflowmetrie en residumeting met echo (je kan hiermee alleen niet de blaasspier
kracht meten)
- Mictielijst
- IPSS (internationale prostaat symptoom score lijst)
- Op indicatie beeldvorming urinewegen (dilatatie, urolithiasis, anatomie), cystoscopie
(bij verdenking blaastumor, urethra afwijkingen), urodynamisch onderzoek
,OVV-2 SAMENVATTING
PSA (prostaat specifiek antigeen)
- Eiwit dat m.n. door de prostaat wordt gemaakt en
zorgt voor vervloeiing van het zaad
- Naarmate je ouder wordt stijgt de PSA waarde:
40-49: < 2.5
50-59: < 3.5
60-69: < 4.5
70-79: < 6.5
- Marker voor prostaatkanker
- Groeit de tumor ? dan neemt de PSA waarde toe,
slinkt de tumor dan neemt de PSA waarde af
➢ Deze marker wordt dus vooral gebruik om het
verloop van de kanker bij een patiënt te volgen.
- Vrij en totaal PSA
is de verhouding verschoven naar minder vrij PSA
dan is het risico op prostaatkanker verhoogd
WC LUTS
Hetzelfde slijmvlies in de blaas zit ook in de urineleiders, in de nierbekken en in de nierkelkjes.
Dit is belangrijk, want als er een tumor van het urotheel in de blaas is kan de tumor zich ook
op een hogere blek ontwikkelen.
Het urotheel in de blaas is met name gevoelig voor tumor ontwikkeling, omdat het langer
blootgesteld wordt aan urine. De expositie aan carcinogene stoffen duurt langer.
, OVV-2 SAMENVATTING
Het urotheel heeft een specifieke samenstelling. Er mag geen resorptie plaatsvinden, enkel
opslag.
Blaasfunctie
- Opslag urine (reservoir functie t.g.v. relaxatie detrusor)
- Urine evacuatie (detrusor contractie: functionele eenheid die bij contractie o.i.v. de
wil tot verkleining van het lumen leidt)
- Continentie man door sfincter internus (blaashals) en distaal sphincter mechanisme
(man heeft in tegenstelling tot de vrouw 2 sfincters: inwendige in de blaashals en
uitwendig sfinctermechanisme in de bekkenbodem)
Sfinctermechanisme
- Gladde musculatuur in de wand van urethra
- Dwarsgestreepte externe sfincter periurethraal
- Bekkenbodem spiergroep
- Bij de man ook prostaat van invloed op het
continentiemechanisme?
Blaasfunctie
- Duale autonome innervatie
- Parasympathicus S2, S3, S4
- Sympathicus Th. 10-L2
- In rust overheerst de sympathicus (detrusor
relaxatie)
- De mictie wordt verzorgd door de
parasymp. Bij verminderde sympat.
Activiteit
- M. sfincter externus > n. pudendus