Nee, verzuim is niet vereist
Wanneer er aan alle voorwaarden is voldaan is er sprake van een tekortkoming.
- Is ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd?
De schuldeiser kan bij een tekortkoming het volgende vorderen:
o Nakoming (art. 3:216 BW)
o Schadevergoeding (art. 6:74 BW e.v.)
o Ontbinding (art. 6:265 BW e.v.)
De schuldenaar kan zich hier tegen verweren met:
o Klachtplicht (art. 6:89/7:23 lid 1 BW)
o Opschorten (art. 6:52/6:26 BW)
o Schuldeisersverzuim (art. 6:58 BW e.v.)
Bij opschorting moet je kijken naar welke verbintenissen in het geding zijn, wie de schuldeiser en
schuldenaar zijn etc.
Hoorcollege 7 - Overeenkomsten en derden
Relativiteit van overeenkomsten
Overeenkomsten gelden in beginsel alleen tussen partijen. Heeft die overeenkomst dan ook
consequenties voor iemand die daarbuiten staat? Dat is nu partij C. Hoofdregel is: nee. C
staat erbuiten, geen rechtsgevolgen. A en B kunnen eigenlijk alleen rechtsgevolgen voor
zichzelf in het leven roepen.
o Overeenkomsten kunnen derden nóch voordeel nóch nadeel brengen.
o Autonomiegedachte: een rechtssubject bepaalt – door zijn wil te verklaren - zélf
welke rechtsgevolgen hij voor zichzelf in het leven wil roepen. Rechtssubject is in dit
verhaal C. Hij doet het dus door zijn wil te verklaren, en als daar geen sprake van is
, dan kan een contract dat tussen twee andere partijen gesloten is, zonder dat C zijn
wil heeft verklaard, niet door dat contract geraakt worden.
Dat mag dus niet tegen de wil van zo'n rechtssubject door anderen
gebeuren.
Op dit beginsel bestaan uitzonderingen.
o Overeenkomsten kunnen derden begunstigen dan wel bezwaren. De overeenkomst
tussen A en B. Kunnen positief of negatief zijn. Bevoordeeld of bezwaard door het
contract.
o Juridische grondslag van uitzonderingen.
Wilsverklaring (achteraf) van derde. C die zijn wil verklaart om linksom of
rechtsom (een deel van de) de rechtsgevolgen te ondervinden. Er wordt dan
nog steeds recht gedaan aan de autonomiegedachte.
Door derde gewekt vertrouwen. Dan is de gebondenheid aan bepaalde
rechtsgevolgen als derde is op het vertrouwen gebaseerd.
Andere rechtsfeiten, zoals feitelijk handelen van de derde of onrechtmatig
handelen van de derde die buiten het contract staat.
o De uitzonderingen komen hierna aan bod.
Uitzonderingen op het relativiteitsbeginsel
Rechtsverkrijging onder algemene titel (6:249)
Kwalitatieve rechten (6:251)
Kwalitatieve verplichtingen (6:252)
Kettingbedingen (niet in de wet geregeld)
Rechtsverkrijging onder algemene titel (6:249)
B is eigenaar van een stuk grond. B sluit een overeenkomst met A. Geen overeenkomst waar
B de eigendom kwijtraakt, geen koopovereenkomst maar een waarbij A een stuk grond van B
in pacht krijgt. Stel dat in die pachtovereenkomst ook nog een optiebeding is opgenomen die
A onder bepaalde omstandigheden het recht geeft om een koopoptie in te roepen zodat A de
grond van B kan kopen wanneer die voorwaarden zijn ingetreden. Er is nog geen derde in het
spel. Rechtsgevolgen zijn alleen nog maar voor A en B. uitgangspunt.
Nu komt B te overlijden. Roept de vraag op: wat gebeurt er nu met het stuk grond en wat
gebeurt er met de overeenkomst die B met A heeft gesloten? Dan komt C in beeld. Dat is de
erfgenaam van overledene B. Door het overlijden volgt C B op onder algemene titel op in zijn
vermogen. C erft de activa en passiva, waaronder het eigendomsrecht op het stuk grond. Dan
is de vraag: wat gebeurt er met de overeenkomst die A met B had gesloten? Je ziet dat via de
band van de rechtsopvolging onder algemene titel die overeenkomst nu tot stand komt
tussen A en C. betekent ook dat A de eventuele koopoptie die in die pachtovereenkomst
staat eventueel ook tegen C kan inroepen. Dat dit zo is kun je terugvinden in 249.
De rechtsgevolgen van een overeenkomst gelden ook voor rechtverkrijgenden onder
algemene titel, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit. Dat kan wanneer op voorhand
expliciet een beding in de overeenkomst tussen A en B is opgenomen dat in gevallen van
overlijden van B de overeenkomst tot een einde komt. Voor sommige overeenkomsten die
we kennen regelt de wet ook expliciet dat in geval van overlijden van B het contract tot een
einde komt. Je kunt denken aan de arbeidsovereenkomst of aanneming van werk,
maatschap, opdracht etc. Hoeft dus niet met alle overeenkomsten zo te zijn en dan kunnen
partijen het in de overeenkomst zelf regelen.
De rechtsgevolgen gaan over naar C en dan ontstaan er ook contractuele bindingen tussen A
en C. 249 spreekt over de rechtsopvolging onder algemene titel. Kijk in 3:80, kan door
erfopvolging, vermenging, fusie, splitsing. Wat is nu dan de juridische grondslag, de
rechtvaardiging dat C nu door die erfopvolging ook aan die overeenkomst met A gebonden
is?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiebogaards. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.