ROOS COCO
HC Inleiding strafrecht, WK I t/m VI
HC 1, Introductie van het strafrecht – 12 november
Jeroen ten Voorde
Strafrecht
è Zelfstandig rechtsgebied, dat nauw met andere rechtsgebieden is verbonden.
Het strafrecht ‘houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit
hebben’ begaan.
o Bestraffen: welke sancties kent het strafrecht en wanneer en waarom mag gestraft
worden?
o Hoe kan het tot bestraffing komen en hoe vindt bestraffing plaats?
o Personen: wie kunnen worden bestraft?
o Strafbaar feit: wanneer is daarvan sprake?
è Vanuit verschillende perspectieven kan strafrecht bekeken worden,
Criminologisch perspectief:
o Perspectief van het slachtoffer en nabestaanden
o Perspectief van de verdachte & dader
o Perspectief van de overheid
Juristen kennen deze perspectieven, maar stellen andere vragen. Kijken niet alleen naar
hoe iets is/werkt, maar ook naar hoe iets behoort/zou moeten zijn. Het kader wat we
daarvoor kiezen, is het kader van de democratische rechtsstaat.
Kader: democratische rechtsstaat
Strafrecht bestaat in het verband van een democratische rechtsstaat.
o Strafrecht is democratisch gefundeerd -> Regels van het strafrecht zijn democratisch
tot stand gekomen.
o Inzet van het strafrecht moet aan rechtsstatelijke eisen voldoen -> Moet in
overeenstemming zijn met mensenrechten bijv.
Rechtsstatelijke eisen zijn o.a.:
o Eerbiedigen van grond- en mensenrechten
o Legaliteitsbeginsel
Commuun Strafrecht Bijzonder Strafrecht
Bron: Wetboek van Strafrecht Er is ook veel materieel strafrecht buiten
3 Boeken: het Wetboek van Sr:
1. Algemene bepalingen Wet wapens & munitie
2. Misdrijven Opiumwet
3. Overtredingen Wegenverkeerswet
Bepalingen gemeentes (APV)/Provincies
Materieel strafrecht (Sr): deel van het strafrecht dat gaat over strafbare feiten en
strafrechtelijke aansprakelijkheid voor die feiten. (Beschrijving, betekenis)
Formeel strafrecht (Sv): deel van het strafrecht dat gaat over opsporing, vervolging en
berechting van strafbare feiten. (Werking)
, ROOS COCO
Sanctierecht: recht betreffende strafrechtelijke sancties.
Materieel strafrecht (Sr)
Het materiele strafrecht bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor
kunnen worden bestraft.
Materieel strafrecht gaat dus over:
o Personen: Wie kan strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld?
o Gedrag: Welk gedrag is wel/niet strafbaar?
+
o Uitsluiting van strafrechtelijke aansprakelijkheid
o Verruiming van strafrechtelijke aansprakelijkheid
Art. 1 lid 1 Sr: à Strafrechtelijk Legaliteitsbeginsel
‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.’
o ‘Geen feit’ - - > Alleen gedragingen kunnen strafbaar zijn.
o ‘Wettelijke strafbepaling’ - - > Eis van geschreven tekst (= Lex scripta)
o ‘Wettelijke strafbepaling’ - - > Dus ook in niet-formele zin, materiële recht, ruim!
o Wettelijke strafbepaling moet zo toegankelijk (voor iedereen) en
voorzienbaar/duidelijk mogelijk zijn omschreven (= Lex certa)
o ‘daaraan voorafgegane’: verbod van terugwerkende kracht!
à Legaliteitsbeginsel is met name gericht op de wetgever. De rechter wordt uiteindelijk
geconfronteerd met de wet en moet de wet gaan interpreteren.
Bij onduidelijkheid in een concrete zaak -> is het woord aan de rechter, verschillende
methodes: [ZIE uitwerking, werboek!]
o Wetshistorische interpretatie
o Grammaticale interpretatie
o Systematische interpretatie
o Teleologische interpretatie (-> ‘maatschappelijke werking/doel’)
Formeel strafrecht (Sv)
‘Deel van het strafrecht wat bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een
norm van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden.’
Een straf kan pas worden opgelegd wanneer de daarvoor geldende regels zijn gevolgd. Die
regels vinden we in het formele strafrecht. De kern van het formeel strafrecht vinden we in
het wetboek van strafvordering = strafprocesrecht. Zo bestaat het strafprocesrecht uit:
o Taakstellende normen: bepalen welke organen, welke taken uitoefenen.
o Bevoegdheidsverlenende normen: bepalen welke organen, welke bevoegdheden, in
welke gevallen en op welke gronden en voor welke duur mogen uitoefenen.
Art. 1 lid 1 Sv: à Strafvorderlijk Legaliteitsbeginsel
‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’
! Wettelijke grondslag nodig voor het inzetten van strafvorderlijke bevoegdheden.
Wettelijke grondslag = wet in formele zin [Muilkorf-arrest]
, ROOS COCO
ð Volgens de gemeente van Bergen op Zoom moest een grote hond een muilkorf
hebben. De gemeente had toen een eis gesteld dat voor het opmeten van een hond.
Als er twijfel was over de grootte van de hond, moest de hond naar het politiebureau
worden gebracht om de hond op te meten. Dat mocht de gemeente immers niet
bepalen, dan moest daar een wettelijke grondslag voor zijn, een wet in formele zin.
Meegaan naar het politiebureau is immers formeel: het gaat over de procedure. ->
Alleen de bevoegdheden die in de wet in formele zin staan, mogen worden ingezet!
{Het dragen van een muilkorf is materieel. De gemeente mag wel materieel
strafrecht maken. Maar het de gemeente is niet bevoegd om formeel strafrecht te
maken.
Typen strafvordering/strafprocesrecht:
o Voorbereidend onderzoek: het onderzoek hetwelk aan de behandeling ter
terechtzitting voorafgaat, Art. 132 Sv.
Aan het einde van het voorbereidend onderzoek is er een ‘keuzemoment’ tot het al
dan wel/niet tot het onderzoek ter terechtzitting aanbrengen.
o Onderzoek ter terechtzitting: behandeling van de zaak door de rechter.
Rechters – zittende magistratuur
Officieren van justitie – staande magistratuur, als leden van het OM
Procesdeelnemers
Private personen:
o Verdachte: redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit, Art. 27 Sv.
o Raadsman/vrouw: advocaat, Art. 37 Sv.
o Slachtoffer: als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit schade
(letsel/vermogensschade etc.) of nadeel ondervonden.
o Nabestaande: familieleden van een persoon wiens overlijden rechtstreeks
veroorzaakt is door een strafbaar feit, Art. 51a Sv.
Politie:
Taak daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde in ondergeschiktheid aan het bevoegd
gezag, Art. 3 Politiewet 2012
Hulp OVJ – Ter ondersteuning van de OVJ.
, ROOS COCO
o Optreden ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde is onder gezag van de
officier van justitie, Art. 12 lid 1 Politiewet 2012
! Politie werkt dus altijd onder gezag.
Officier van justitie: lid van het OM.
Politie opereert ook in het kader van de openbare orde -> onder het gezag van de
burgemeester.
Openbaar Ministerie, OM:
Hiërarchische structuur.
Laagste niveau: parketten (10), over het land verspreid. Deze doen de grote bulk van
strafbare feiten. Daarnaast zijn erook een aantal gespecialiseerde parketten, zoals
georganiseerde criminaliteit/corruptie etc.
-> Leiding over OM
Rechtspraak
In Nederland zijn 11 Rechtbanken. Deze rechtbanken zijn verdeeld in arrondissementen: de
grenzen van deze arrondissementen bepalen welk strafbaar feit, onder welk arrondissement
vallen.
o In Leiden à Rechtbank Den-Haag Waaronder het team
o In Enschede à Rechtbank Overijssel ‘Strafzaken 1e aanleg’
ð Uitspraak rechtbank = vonnis
Deze rechtbanken zijn onderverdeeld in teams, ‘thema’s/onderwerpen’.
Ga je in hoger beroep - - > Gerechtshof. In NL zijn 4 gerechtshoven: Den Haag, Amsterdam,
Leeuwarden & Den Bosch.