lOMoARcPSD|12798044
Inleiding tot de Marketing
HOOFDSTUK 1 | Samenvatting 1.1, 1.3 & 1.4
H1.1 Betekenis van marketing
Marketing slaat een brug tussen productie en consumptie. Het aanbod wordt precies
afgestemd op de vraag. Het gaat in de marketing niet alleen om een uitgekiend product,
maar ook om de juiste distributiekanalen, een gunstige prijs en de beste
promotiecampagnes. Deze factoren vormen samen de marketingmix. Deze vier
variabelen zijn nauw met elkaar verbonden, wanneer een van hen verandert kan dat
gevolgen hebben voor de rest van het beleid.
Doelgroep deel van de markt waarop het bedrijf zich richt.
Marketing omvat de (op de markt afgestemde) ontwikkeling, prijsbepaling,
promotie en distributie van producten, diensten of ideeën. En alle
andere activiteiten die de klanten toegevoegde waarde bieden;
deze leiden systematisch tot een hogere omzet of andere
gewenste respons. Een goede reputatie van de organisatie en een
duurzame relatie met de klant, waarbij alle partijen hun doelstellingen
bereiken.
Marketingmix uitgekiende combinatie van vier marketinginstrumenten om de markt
te bewerken, ook wel de 4P’s genoemd: product – prijs – promotie
– plaats (distributie).
Product goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en behoeften van
klanten tegemoetkomen. De productstrategie heeft ook betrekking op de
garantie, merkimago, service en de verpakking. Verbeteren van bestaande
producten en de beslissing om artikelen waarvan geen behoefte meer is,
uit de markt te nemen.
Prijs gaat om de hoeveelheid geld die ervoor het product of de dienst wordt
gevraagd. Bij het ontwikkelen van het prijsbeleid wordt zowel de
kostprijs, als de prijzen van de concurrenten en het effect van
verandering van de verkoopprijs op de vraag in behandeling genomen.
Plaats gaat om de manier waarop het bedrijf het product in handen van de
kopers krijgt. Voornaamste factor voor het succes van een product is
vaak hoe het wordt gedistribueerd. Douwe Egberts en Unilever hebben
een goede relatie met de detailhandel en daarom zal een nieuw
product beter worden ontvangen dan een product door een klein
bedrijf. Met een efficiënt distributiesysteem zijn de juiste producten op
het juiste tijdstip en op de juiste plaats verkrijgbaar.
Promotie hierbij gaat het om de manier waarop een bedrijf met de
markt communiceert en de verkoop bevordert. Een goede
communicatiecampagne om de potentiele kopers attent te maken voor
het product. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een promotiestrategie.
1.1 Betekenis van marketing
Definitie van marketing
Door de marketingfunctie in bedrijven wordt de ontwikkeling van producten en diensten
gekoppeld aan bepaalde markten. Anders gezegd: het aanbod wordt precies afgestemd
op de vraag. In de marketing gaat het niet alleen om het product, maar het gaat ook om
de juiste distributiekanalen, een gunstige prijs en de beste promotiecampagnes. Deze
factoren vormen samen de marketingmix. Als één van deze elementen niet klopt, wordt
het product niet goed verkocht.
Ook blijft hierdoor de doelgroep waarschijnlijk zitten met onbevredigde wensen en
behoeften.
, lOMoARcPSD|12798044
- Samengevatte definitie van marketing:
• Het moet op de markt zijn afgestemd. Afgesteld op mensen en behoeften.
• Toegevoegde waarde; hoeveel is het waard? Hoeveel tijd is de klant bereidt om
eraan te besteden?
• Moet leiden tot een hogere omzet. Oftewel, winstbijdrage.
• Duurzame relatie. Mensen moeten zich binden. Zorgen dat ze meer kopen.
Marketingmix of de 4 P’s
Een doeltreffend marketingbeleid bestaat uit een combinatie van vier
marketinginstrumenten om de markt te bewerken. Dit wordt samen de marketingmix
genoemd, oftewel de 4 P’s (product, prijs, promotie, plaats). De variabelen zijn nauw met
elkaar verbonden. Als één van deze elementen verandert, kan dit gevolgen hebben voor de
rest van het beleid. Dan ontstaat er een nieuw marketingmix.
De vier P’s uitgelicht:
- Product
Bij product gaat het om goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en
behoeften van de klant tegemoetkomen.
Ook andere factoren zijn van belang in het bepalen van het merk voor de klant.
Bijvoorbeeld de garantie, de verpakking het merkimago, het assortiment en de
service.
- Prijs
Bij de tweede P gaat het om de hoeveelheid geld die er voor het product of de
dienst gevraagd wordt.
- Plaats oftewel distributie
Bedrijven zorgen ervoor dat dat de producten op het juiste tijdstip op de juiste
plaats verkrijgbaar zijn.
- Promotie oftewel marketingcommunicatie
Kopers attent maken op het product en de voordelen die het biedt.
1.3 Het marketingconcept
Het is een manier van denken en werken waarbij de wensen en behoeften van de klant
centraal staan.
Het marketingconcept bestaat uit zes onderdelen:
1. Tevreden klanten
Zorgen dat de klanten tevreden zijn en terugkomen voor andere producten
2. Geïntegreerde aanpak
Iedereen in het hele bedrijf moeten afgestemd zijn op de klant.
3. Breed omschreven werkterrein
De formulering richten op de behoeften van de klant
4. Concurrentieanalyse
In kaart brengen van kansen en bedreigingen op de markt en inventariseren van
sterke en zwakke punten van het bedrijf.
5. Marktonderzoek & doelgroep keuze
Je moet precies weten voor wie je het product maakt en wie er behoefte na
hebben. Je maakt nooit alles voor iedereen, maar voor een bepaalde groep.
6. Winstbijdrage
Streven naar voldoende winst om te kunnen overleven.
1.4 Sleuteltaken van marketing
Eerste taak marketing
De eerste taak van marketeers is om de wensen en de behoeften op de markt op te sporen
en te inventariseren. Hiervoor verrichten ze marktonderzoek.
Voordat er vraag naar een product of dienst is, moet de consument eerst bewust worden
van de behoefte. Hier kunnen marketeers dan op in spelen. Zodra een consument op
basis van zijn behoeften en wensen in actie komt, spreken we van consumentengedrag:
er ontstaat dan vraag naar bepaalde producten.
, lOMoARcPSD|12798044
De 3 R’s
Naast de marketingmix (de vier P’s) moet voor een doeltreffend marketingbeleid ook
aandacht worden besteed aan de drie R’s. Dit is voor relatiemarketing
Reputatie
Het beeld dat de klant van het bedrijf en zijn merken heeft
(merkimago) Relatie
Door voortdurende interactie met de klant ontstaat er klantenbinding en loyaliteit.
Ook hoort de relatie met leveranciers en intermediairs.
Respons
Het tot stand brengen van een proces van ruil met een vaste groep klanten
Transactiemarketing Relatiemarketing
Korte termijn oriëntatie > Lange termijn oriëntatie
Steeds nieuwe kopers zoeken > Vaste klanten behouden en nieuwe klanten
zoeken
Vooral eenmalige verkooptransacties > Herhalingsaankopen en duurzame relatie
Oppervlakkige relatie met klanten Sterke betrokkenheid bij de klant
Succes is een hoge omzet > Succes omvat herhalingsaankopen en
reclame via mond-tot-mondreclame
Kwaliteit is een zorg van de productie afdeling > Kwaliteit is de verantwoordelijkheid van elke
medewerker
Gemiddeld serviceniveau > Uitzonderlijke service en maximale nazorg
Begrippenlijst H1:
1. Doelgroep = Het deel van de markt waarop het bedrijf zich richt.
2. Productconcept = Bedrijven gaan ervan uit dat de afnemers kwaliteitsproducten
wensen. De inspanning van de onderneming is hoofdzakelijk gericht op
productverbetering en kwaliteitsverbetering.
3. Marketingbijziendheid = Beperkte omschrijvingen van hun werkterrein
4. Missie = Hun rol en ambities in het werkterrein
5. Behoefte = Behoeften hebben te maken met een tekort aan iets en met iemands
sterke neiging om dat tekort op te heffen.
6. Vraag = Met vraag wordt het aantal producten of diensten dat op basis van
bepaalde wensen wordt gekocht om een behoefte te bevredigen.
7. Ruil = Het creëren en uitwisselen van iets van waarde.
Leerdoelen | Hoofdstuk 2
2.1 Kan uitleggen waarom een marketingstrategie en –plan voor elk bedrijf essentieel
zijn en kan een marketingplan ontwikkelen;
2.2 Kan in grote lijnen benoemen wat er in een situatieanalyse, missie en visie moet
staan;
2.3 Kan benoemen hoe zinvolle doelstellingen te formuleren;
2.4 Kan de concurrentiestrategieën van Porter uitleggen;
2.4 Kan de groeistrategieën uit de Ansoffmatrix uitleggen
, lOMoARcPSD|12798044
Hoofdstuk 2: Marketingplanning &
strategieontwikkeling
Samenvatting 2.1, 2.2, 2.3 & 2.4
2.1 Marketingplanning
De basistaken van het marketingmanagement zijn:
1. Analyse
2. Planning
3. Uitvoering
4. Controle en bijsturing
- Het marketingbeleid bestaat uit
• Strategische planning: omschrijving van doelstellingen en de strategieën om
die doelstellingen te bereiken (lange termijn)
• Tactische planning: gedetailleerde beschrijving van op welke manier de
strategie in de praktijk wordt uitgevoerd (gericht op korte termijn)
- De essentie van strategie
1. Vooruit denken en activiteiten plannen
2. Doelstellingen nauwkeurig formuleren
3. Hoe die doelen te realiseren zijn
4. Strategisch denken = inspelen op kansen en bedreigingen
5. Gebaseerd op scenario’s
Stappen in marketingplanning
Als je niet goed over je marketingplan nadenkt, is er een kans dat je failliet gaat. Denk na
over je naam, je plan van aanpak, reclames, campagnes etc.
Marketingplanning bestaat uit de volgende fasen:
1. Analyse
Een bedrijf moet keuzes maken. Je kan namelijk niet elke doelgroep blij maken. De
keuzes en prioriteiten van het management komen tot uitdrukking in de
missie (waaronder het werkterrein) en de visie.
Welk beleid een bedrijf kan volgen blijkt uit de SWOT-analyse. SWOT staat voor:
- Strength -> interne analyse
- Weaknesses -> interne analyse
- Opportunities -> externe analyse
- Threats -> externe analyse
2. Marketingbeleidsvorming
Het begint met het formuleren van marketingdoelstellingen die uit de analyse
voortkomen. Marketingbeleidvorming is de volgende stap.
Marketingbeleidvorming is het omschrijven en evalueren strategische opties. Je
ontwikkelt je strategie en plant voor lang en kort termijn.
3. Implementatie
De hoofdpunten van het marketingbeleid worden omschreven in de
marketingplanning. Dit omschrijft hoe je de marketingmix gaat gebruiken en
uitvoeren.
Bij de controle (ook wel beheersing genoemd) en bijsturing die een onderdeel is
van de uitvoering van het plan, is de vraag of en wanneer het beleid bijgestuurd
moet worden.
2.2 Omgevingsanalyse, missie en visie
Omgevingsanalyse
Een systematisch omgevingsanalyse heeft zowel betrekking op de externe omgeving
als de interne omgeving. Omdat veranderingen in de omgeving snel komen, moeten de