Samenvatting Humane Anatomie BMW jaar 1
2 hoorcolleges (systematische anatomie, neuroanatomie),
5 practica (hart & longen, spijsvertering & nieren & urine wegen & voortplanting,
bewegingsapparaat, neuroanatomie, ...)
Studentkaart, witte jas, practicumhandleiding, 2 euro contant (dicte schoenen, bedekte
benen)
INHOUDELIJK:
Organisatieniveaus:
Atoom
Molecuul
Organel
Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaansysteem
Organisme
Samenleving
Ana temnein = opensnijden
Renaissance : basis moderne anatomie (Andreas Vesalius : hofarts van Karel V & Filips II)
1543: humani corporis fabrica (beschrijft bouw menselijk lichaam)
Voor Vesalius volgde iedere medicus Galenus (Romeinse medicus 129-200) tot op de letter
Hij baseerde z’n kennis op de ontleding van dieren (magotaap)
Foutje: menselijke lever 4 lobben (is dus niet zo) -> werd verbeterd door
Vesalius
Vesalius sneed/ prepareerde alles zelf, dit was revolutionair -> barbier-chirurgijn sneed eerst
(bij Galenus die een praelector was)
Zelf snijden om de anatomie te begrijpen werd de nieuwe standaard, geheel in het idee van
de Renaissance (niet klakkeloos alles overnemen van anderen)
William Harvey (1578-1657) beschreef als eerste de bloedsomloop
17e & 18e eeuw: je maakte naam wanneer je een structuur ontdekte die je naar jezelf kon
vernoemen (Reinier de Graaf -> Graafse follikel & Frederik Ruysch -> ruysch membraan)
Naamgeving:
Soort structuur (bijv. Ader = vena)
Waar hoort hij bij (bijv lever = hepar)
Zijn er meer van, zo ja werlke is dit (bijv rechter = dexter) LATIJN
Resultaat: vena hepatica dextra
Resultaat: right hepatic vein ENGELS
Meer dan 13.500 structuren bekend, +- 300 behandeld deze cursus
, Anatomische stand voor het aangeven van structuren qua positie en stand
Assen: longitudinale as (craniaal: superieur, caudaal: inferieur) = van boven naar beneden
Saggitale as (ventraal: anterieur, dorsaal: posterieur) = van voor naar achter
Transversale as (lateraal – mediaal – lateraal) = zij naar midden naar zij
Vlakken: frontale (coronale) vlak: staat haaks op de sagittale as
Sagittale vlak: staat haaks op transversale as
Mediane vlak: in het midden gelegen
Paramediane vlak: naast het midden gelegen
Transversale vlak: staat haaks op longitudinale as
Toepassingen vlakken: CT-scans, MRI-scans
Posities en richtingen: craniaal, caudaal, dorsaal, ventraal etc.
Proximaal & distaal: dichterbij/ verderweg vh centrum - > slokdarm bijv proximaal,
endeldarm distaal
Orgaansystemen (11):
Alle organen in 1 orgaansysteem werken in principe samen
Sommige organen werken in meer dan 1 orgaansysteem
1 huid
Huid, haar, (zweet)klieren, nagels
Functies: bescherming, regulatie temperatuur, gaswisseling
2 skelet
Botstukken -> bot, kraakbeen, beenmerg
Functies: bescherming en steun, aanhechting pezen, spieren en ligamenten, bloedcel
vorming, calcium- en fosfaat huishouding
2 delen:
Axiaal skelet: schedel, wervelkolom (7 halswervels, 12 borstwervels met ribben en
borstbeen, 5 lendewerels, 5 heiligbeenwervels, 2-5 stuit-/staartwervels)
Appendiculair skelet: BOVEN: schoudergordel (sleutelbeen, schouderblad),
bovenarm (opperarmbeen), onderarm (spaakbeen, ellepijp), hand (handwortelbeentjes,
middenhandsbeentjes, vingerkootjes)
ONDER: bekkengordel (bekken, heiligbeen), bovenbeen (dijbeen), onderbeen
(scheenbeen, kuitbeen), voet (voetwortelbeentjes, middenvoetsbeentjes, teenkootjes)
3 gewrichten
2 groepen:
Continue (onbeweeglijke) beenverbindingen: junctura fibrosa
(bindweefselverbinding), junctura cartilaginea (kraakbeenverbinding)
Discontinue (beweeglijke) beenverbindingen: junctura synovialis
Bijv. Sutuur = fibreuze verbinding tussen twee botstukken -> schedelnaden; syndesmose =
fibreuze verbinding tussen twee botstukken (junctura fibrosa)
Bijv. Synchondrose = kraakbenige verbinding tussen twee botstukken (junctura cartilaginea)
Bijv. De knie -> gewrichtskapsel (membrana fibrosa, - synovialis) zorgt voor soepele
beweging (junctura synovialis)
4 spieren
Skeletspieren -> functies: beweging, lichaamshouding, warmteproductie
2 aanhectingen