ROOS COCO
HC – BDR, Beginselen Democratische Rechtstaat, Week 1 t/m 6.
HC, BDR -Week 1
Prof. Mr. G. Boogaard
Staatsrecht (definitie)
Regels over de organisatie van de overheid en fundamentele normen over de verhouding
met de overheid. -> Hoe zorg je dat ovh effectief is en geen totalitaire staat wordt.
Het vermogen van het recht om instituties te scheppen.
Functies van het staatsrecht
Regels die constitueren: bepalen dat er een ambt is/ een constitutie is. Roept nieuwe
organen in het leven.
Regels die attribueren: ’toekennen’, waar een bevoegdheid (taak) aan wordt toegekend.
Regels die reguleren: die de toegekende bevoegdheid clausuleren/grondrechtelijke norm
erbij. -> Op welke manier er gebruik gemaakt moet worden van de bevoegdheid/er invulling
aan moet worden gegeven.
[Art. 81 GW]
Recept voor een staat ‘TIEN’
- Territoir: Duidelijke grenzen, een afgebakend grondgebied
- Natie: Bevolkt met een gemeenschap die een zekere eenheid vormt
- Interne soevereiniteit: Oefent effectief gezag uit over de gemeenschap -> Betrekking
op het gezag binnen de grenzen van een staat.
- Externe soevereiniteit: Erkenning van andere staten -> mate waarin andere staten de
grenzen van die staat erkennen.
Soevereiniteit duidt dus de mate van (effectief) gezag aan in een bepaalde context.
!: De hoogste soevereiniteit ligt in Nederland bij het volk. In Nederland is nooit
volkssoevereiniteit erkend, hoewel de kerngedachte van de Nederlandse democratie
inmiddels wel is dat het laatste woord (in de zin van ultieme volkssoevereiniteit/bron vh
gezag) uiteindelijk wel bij het volk ligt.
Micro states – Think about: Mini landje grens NL-DUI, ontbrak aan externe soevereiniteit.
Fragile states – Staten die in geen/mindere mate geen intern gezag genereren è geen
effectief gezag, ontbreekt dus aan interne soevereiniteit.
Dwang of (effectief) gezag?
Macht is feitelijke dwang: de mogelijkheid om anderen te dwingen.
Gezag is gelegitimeerde macht: macht die wordt geaccepteerd door degenen over wie het
wordt uitgeoefend. à De macht die wordt uitgeoefend is in overeenstemming met een in
een (democratisch gelegitimeerde) wet afgebakende bevoegdheid.
- Max Weber, 3 manieren om met macht meer te laten bereiken dan gezag:
• Traditie
• Charisma: Koning, minister-president heeft charisma
• ‘Het werkt’: het beschermt onze vrijheid het beste, uit overtuiging is de acceptatie
, ROOS COCO
Minimale macht, maximaal gezag: Macht – Bevoegdheid – Gezag
Rechtstaat/democratie => om machtsuitoefening te minimaliseren.
Grondwet VS Constitutie
Bronnen & Begrippen:
Formele constitutie à Ook wel GW: het belangrijkste constitutionele document dat er is in
een staat en de regels bevat.
Materiele constitutie à Het geheel van fundamentele regels dat het handelen van de OVH
normeert. Bestaat ook (dus naast de GW) uit de overige regels mbt de organisatie vd ovh en
fundamentele normen over de verhouding met de ovh. (het Reglementen van Orde,
ongeschreven regels (‘vertrouwensregels’) enz.) Het begrip (Materiele) constitutie is dus een
meer omvattender begrip dat het begrip GW.
!; De trias politica en de 4 elementen van de rechtsstaat (1. Legaliteit 2. Machtenscheiding 2.
Grondrechten 4. Rechtsbescherming) maken alleen deel uit vd constitutie voor zover zij in
een (wettelijke of ongeschreven) regel zijn opgenomen.
Grondwet
Statuut
Organieke Wetten
Algemene Maatregelen van Bestuur
Ongeschreven staatsrecht
Reglementen van Orde
Conventies
Rechtsstaat (geschiedenis)
à Maakt van machtsuitoefening iets onpersoonlijks wat is gebaseerd op procedures. Voelen
dat aan, presenteren zich als degene die het best in de procedure past.
Grondwet hebben we in het begin omdat de koning het aan ons gegeven had, nu omdat de
grondwet dat voor ons bepaalt.
Rechtsstaat, belangrijkste elementen:
• Legaliteit: bevoegdheidsuiting moet gebaseerd zijn op wet/grondwet
• Machtenscheiding: Een iemand kan nooit alle macht uitoefenen
• Grondrechten
• Rechtsbescherming: Onafhankelijke effectieve rechter, kunt op papier gelijk hebben,
maar moet ook een manier zijn om het te verkrijgen.
Trias Politica: machtenscheiding
*Scheiding in functies
Theoretisch mogelijk om te splitten in soorten machtsuitoefening.
Wetgeven, besturen en rechtspreken
*Scheiding in instituties
, ROOS COCO
Kunt het attribueren in instanties
Wetgever, bestuur en rechterlijke macht
*Scheiding in personen
Steeds meer op de voorgrond
Kamerleden, ministers, rechters
4 beginselen van week 1
*Een staat heeft gezag, de maffia heeft macht
*Mooie GW, is nog geen goede constitutie
*Democratische rechtsstaat: maximaal gezag met minimale macht
*Goede motieven zijn mooi, slechte motieven zijn betrouwbaar -> daar boek je het juiste
resultaat mee.
HC, BDR -Week 2
Prof. Mr. G. Boogaard
Politiek Staatsrecht
Democratie – Het volk regeert
- Het hele idee dat ‘Het Volk’ niet bestaat, is ook de waarborg dat ‘Het Volk’ niet kan
ontsporen. Er kan ook nooit een procedure komen, waarmee wordt besloten dat
‘Het Volk’ iets wil: zouden we dat doen -> zou het hele systeem ontsporen.
Democratische rechtsstaat:
De bevolking (demos) oefent op verschillende manieren beslissende invloed uit op het
beleid:
- Door verkiezingen van de regering:
- En/of van een vertegenwoordigend orgaan (parlement).
=> Representatieve democratie
- En/of door direct zelf beslissingen te nemen.
=> Directe democratie
* Referendum, Gekozen burgemeester, Gekozen kabinetsformateur, Rechtstreekse
verkiezingen Eerste Kamer, Uitbreiding kiesrecht w.b. nationaliteit en leeftijd
Democratische voorwaarden:
Invloed Actief en passief kiesrecht in vrije en
geheime verkiezingen
Deliberatie: de mogelijkheid om ergens Politieke grondrechten:
over te overleggen/te bedenken wat je wil - Vrijheid van meningsuiting [Art. 7 GW]
& jezelf van informatie voorzien. - Vrijheid van vergadering [Art. 8 GW]
- Vrijheid van betoging [Art. 9 GW]
Inclusie Gelijke rechten voor iedereen [Art. 1 GW]
Transparantie Openbaarheid van informatie en
transparantie [Art. 110 GW, Wob, Woo]
De wijze waarin deze 4 voorwaarden zijn vastgelegd in onze materiele constitutie & ook
daadwerkelijk in de praktijk worden gerealiseerd bepalen of Nederland een democratie is.
De vraag is dus of Nederland voldoet aan de basis voor het zijn van een democratie.