Lesweek 1
Reflectieve casestudy
Vat voor jezelf in 5 zinnen samen wat een reflectieve casestudy is:
In een reflectieve casestudy ga je in op een casus die je in de praktijk hebt meegemaakt. Hier ga je
op reflecteren. Dit doe je door allereerst te beschrijven wat er precies gebeurde en hoe je je hierbij
voelde. Vervolgens kijk je kritisch na de situatie en ga je bij jezelf na hoe je de situatie anders had
kunnen aanpakken. Je stelt voor jezelf een vraag op. Deze vraag ga je beantwoorden in de laatste
fase. Dit doe je door in de literatuur opzoek te gaan naar informatie.
In mijn vorige stages reflecteerde ik op een situatie door middel van de STARRT-methodiek.
Kennisclip
Handelingsverlegenheid: het gevoel dat je met je handen in het haar zit
Fases:
What fase
o Je beschrijft de situatie zo nauwkeurig mogelijk (narratief)
So what
o Je stelt jezelf kritische vragen. Wat gebeurde er, hoe had je anders kunnen handelen
o Je eindigt deze fase met een vraag
Now what
o Je gaat je vraag beantwoorden. Dit doe je door middel van literatuur. Je schrijft vervolgens
een heroverweging. Wat had je anders kunnen doen. Je komt vervolgens tot de conclusie
(wat ging goed en wat had je anders kunnen doen)
Rechten van het kind
Voorbereidingsopdracht 1
Boek jeugdgezondheidszorg paragraaf 1.1.2 en 1.1.5 (kopje gezondheidsvermogen blz. 23)
Gezondheidsvermogen: het vertrouwen en het vermogen van mensen om zelf een optimale gezondheid
creëren, rekening houdend met hun biologische en genetische achtergrond, de sociale, politieke en
economische omgeving en de toegang tot zorg.
Wanneer we de gezondheid van mensen willen bevorderen, moeten we dus rekening houden met twee
zaken, namelijk:
1. De omstandigheden die dat gezondheidsvermogen beïnvloeden en daarmee de
gezondheidsverschillen vergroten, in stand houden of beslechten
2. De mate waarin mensen bekwaam zijn om gezonde keuzes te maken.
Bij het optimaliseren van het gezondheidsvermogen is het dus van belang gezondheidsverschillen te
verkleinen en gezondheidsvaardigheden te vergroten.
Voorbereidingsopdracht 2
Lees de inleiding en hoofdstuk 1. Beantwoord de volgende vragen:
Wat wordt verstaan onder kind?
Een individu tussen 0-8 jaar.
Welk juridisch onderscheid wordt gemaakt?
, Juridisch gezien wordt er onderscheid gemaakt tussen 0-12-jarigen – 12-16-jarigen en 16-jarigen en
ouder. Dit geldt vooral voor het informed consent, zoals geregeld in de WGBO waardoor 12-16
jarigen onder meer mogen meebeslissen over eigen behandeling en zorg.
Wetten en regelgeving
Boek jeugdgezondheidszorg hoofdstuk 1.2 en 1.2.1 en 1.2.2. en 1.4 (inleiding) en 1.4.1
De JGZ heeft als taak de gezonde en veilige ontwikkeling van jeugdigen te bevorderen en te borgen.
Wetten voor de JGZ:
Wet publieke gezondheid (Wpg)
Hierin zijn de taken van de JGZ verankerd. Het is het wettelijke kader voor de publieke
gezondheidszorg.
Publieke gezondheidszorg: gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen
voor de bevolking of specifieke groepen daaruit, waaronder begrepen het voorkomen en het
vroegtijdig opsporen van ziekten.
Kenmerkend voor de publieke gezondheidszorg is dat er sprake is van een maatschappelijke
hulpvraag.
De wet onderscheidt collectieve preventie, infectieziektebestrijding en jeugdgezondheidszorg.
De wet bepaalt dat er voor de uitvoering van de JGZ ten minste moet worden gezorgd voor:
o Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de
gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -belemmerende
factoren
o Het ramen van de behoeften aan zorg
o De vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen
o Het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding
o Het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.
Besluit Publieke Gezondheid
Hierin worden de gemeentelijke taken van de Wpg nader uitgewerkt.
De professionele standaard heeft richting en biedt een houvast in het dagelijks handelen en draagt
daarmee bij aan het leveren van kwalitatief goede en verantwoorde zorg, maar is iet vrijblijvend. Het
bestaat uit:
Vakinhoudelijke normen: vakinhoudelijke en technische regels, zorgstandaarden, richtlijnen en
protocollen, beroepscode en gedragsregels, beroepsprofielen, specifieke ethische regels binnen de
zorgverlening.
Juridische normen: wet- en regelgeving, uitspraken van de tuchtrechter
Mengvormen: richtlijnen van de inspectie, algemene juridische, ethische en beroepsnormen,
standpunten en adviezen van gezaghebbende organisaties.
Ongecompliceerde zwangerschap
,Ontwikkeling in de eerste levensmaand:
Gewichtstoename vanaf ongeveer de 10e dag
Regelmatiger ademhaling
Minder ‘fladderig’ worden
Afname van het aantal benodigde voedingen
Afname van het aantal slaapperioden, die elk wel langer duren
Minder huilen
Langer worden van de waakperioden
Ontwikkeling van een beter voorspelbaar waakslaapritme
Tot stand komen van oogcontact
Begin van een reactie op stemgeluid
1 bepaald gen beheerst 1 bepaalde eigenschap, maar een eigenschap kan ook onder invloed staan van
meer genen.
Een menselijke cel bevat 23 paren (dus 46) chromosomen. Het 23 e paar noemen we het
geslachtschromosoom.
A koppelt aan T
G koppelt aan C
A: adenine
T: thymidine
G: guanine
C: cytosine
Risicofactoren zwangerschap:
Overgewicht
Roken
Alcoholmisbruik
Leeftijd boven de 35 jaar
Medicijngebruik
Psychische/ psychiatrische problemen, bijvoorbeeld depressie en eetstoornissen
Geschiedenis van fysiek, of seksueel misbruik, emotionele verwaarlozing en/of onverwerkt verlies
of getuige geweest van huiselijk geweld.
Klachten die kunnen optreden bij een gezonde zwangerschap:
, Moeheid
Misselijkheid, overgeven en brandend maagzuur
Verstopping en aambeien
Vaak plassen
Vaginale afscheiding
Harde buiken
Rugpijn of bekkenpijn
Vocht vasthouden
Spataderen
Bruine vlekken in je gezicht
Jeuk
Zorg aan zwangeren
Voorbereidingsopdracht 1
Lees de casus van mevrouw Vriens
Onbekende begrippen:
G1P0M0
G: aantal zwangerschappen
P: aantal keer bevallen
M: aantal levende kinderen op de wereld gezet
Negatieve discongruentie: kind is te klein
Albumine: een eiwit in het bloed. Als er meer albumine in de urine zit dan normaal, dan kan dit een teken
zijn van nierschade.
Pre-eclampsie: er is naast zwangerschapshypertensie ook sprake van eiwitverlies in de urine. Bij pre-
eclampsie kunne stuipen optreden.
HELLP-syndroom: staat voor Hemolyse, Elevated Liver enzymes en Low Platelets. Er is sprake van een
verhoogde afbraak van rode bloedcellen en een gestoorde leverfunctie. Daarnaast is er een tekort aan
bloedplaatjes, waardoor de bloedstolling ontregeld raakt.
Pre-eclampsie kan overgaan in het HELLP-syndroom, maar het HELLP-syndroom kan ook plotseling
ontstaan.
ASAT: om beschadiging aan lever- of spiercellen te onderzoeken
ALAT: om leverbeschadiging te onderzoeken
Gegeneraliseerd oedeem: vocht vasthouden over het gehele lichaam of over 1 of meerdere lichaamsdelen.
Het veroorzaakt meestal opgezwollen enkels na staan en opgezwollen ogen na een tijdje liggen. Kan te
wijten zijn aan een onderliggende hartaandoening.
Voorbereidingsopdracht 2
Boek jeugdgezondheidszorg paragraaf 2.8.2. Beschrijf kenmerken van zwangerschapshypertensie, HELLP,
(pre)eclampsie en hyeremesis gravidarum