Samenvatting KUA Hofcultuur 16e en 17e eeuw
Algemeen:
- Kunnen uitleggen: de ontwikkeling van religieuze -> wereldlijke macht. De macht van
de kerk nam af corruptie binnen de kerk. Ook was er in de kerk een crisis: er
waren op een bepaald moment twee pausen! Onder meer vanwege de afnemende
macht van de kerk, lieten de mensen zich niet meer zozeer leiden door het
hiernamaals (memento mori = gedenk te sterven) maar ze wilden eerder van het
aardse bestaan genieten (Carpe Diem = pluk de dag). Toch bleef religie nog wel
belangrijk maar men stelde zich minder afhankelijk op ten aanzien van de kerk.
Ontdekkingsreizen, mens wordt zelfbewuster, wetenschap tot bloei, humanisme.
- De maatschappelijke elite waren: de vorsten, de pausen, de bankiers (een nieuwe
groep machthebbers, bijvoorbeeld de Medici familie in Florence). Naast de grote
steden zorgden de kleinere vorstenhoven van o.a. Ferrara, Urbino en Mantua dat er
een nieuwe, culturele bloeiperiode aanbrak. Deze vorsten vormden het mecenaat:
dat wil zeggen ze gaven kunstenaars opdrachten, of namen ze in dienst. De
kunstenaars werkten dus in opdracht van een dergelijke vorst en kregen op deze
manier een inkomen.
- Fascinatie voor de klassieke oudheid (architectuur, maar ook thema’s voor
opera/dans/toneel) mythes en goden
Affecten Uitbeelden van een emotie in de muziek door muzikale
middelen te gebruiken
Uomo universalis Humanistisch ideaal: een op zo veel mogelijk terreinen
ontwikkelde mens
Motet Meerstemmige, vocale compositie op geestelijke tekst
Madrigaal Meerstemmige, vocale compositie op wereldlijke tekst,
vaak in het Italiaans
A capella Alleen zang, geen begeleidingsinstrumenten
Prima prattica Zeer strenge regels voor compositie, voorbereiding van
dissonanten
Oude stijl van componeren
Als dissonant voorkomt moet dat opgebouwd worden in
de muziek en weer afgebouwd worden.
Seconda prattica De tekst is meester over de harmonie en niet dienstbaar
daaraan
In muziek in één keer een dissonant die wordt afgebouwd
en er mag weer een nieuwe komen.
Tekst voegt naar muziek.
Bij prima prattica hoor je vooral polyfone zang, bij seconda prattica hoor je homofone
zang of een monodie (solozang met een beperkte begeleiding), dus ook hier
verstaanbaar dan bij de prima prattica.
Homofoon Ritmisch gelijk, melodisch verschillend
Polyfoon Ritmisch en melodisch verschillend (meerstemmigheid)
, Intermedi Tussenspel tussen de gangen van een banket (en/of
toneelspel) door. Intermedi staan los van de inhoud van
het toneelstuk. (reclameblok)
Camerata Gezelschap van adellijke heren en beroemde geleerden en
zij hadden zich tot taak gesteld de klassieke Oudheid zo
goed mogelijk te laten herleven.
Recitatieven Half gezongen, half gesproken
Aria Groot solistisch gezongen deel in opera, waarin het
personage zijn of haar gevoelens uit.
Libretto Tekst van de opera. (boekje)
Fundamentele instrumenten Klavecimbel, orgel, luit
Ornamenteele instrumenten Strijkers, fluiten, trompetten, trombones
Recitatief/aria/libretto/ritornelli Instrumentaal tussenspel dat telkens terugkomt
Instrumenten Orgel, klavecimbel, luiten, harp, strijkinstrumenten, zink
(houten trompet), fluiten, trombones.
Castraat Volwassen mannelijke zangers die in hun jeugd (voordat
ze 10 jaar waren) gecastreerd werden om hun hoge
(sopraan-)stem te kunnen behouden.
Virtuositeit Extreme technische vaardigheid die iemand bijvoorbeeld
kan bezitten bij het bespelen van een muziekinstrument,
in combinatie met een sterke expressie. Ook bij de
zangkunst of andere kunstzinnige uitingen wordt deze
term gebruikt.
Ritomelli Instrumentaal tussenspel dat telkens terugkomt.
Hofdans Groepsdansen – figuurdansen worden vanaf het balkon
bekeken zodat de figuren goed zichtbaar zijn
Dansnotatie Systeem om dansbewegingen en danspassen schriftelijk
vast te leggen.
Herkent: slingers, rijen, rondjes, letters
Dansboek Hierin werd alle muziek en dansen verzameld.
Hofballet Soort ‘GesamtKunstwerk’. Deze term wordt pas bij
Richard Wagner in de Hoog Romantiek gebruikt, maar
eigenlijk geeft die term ongeveer weer, wat we met
“Ballet de Cour”, of ‘Hofballet’ bedoelen. Het is een
productie van van alles: Muziek, Zang, Dans, Voordracht
en Mime, en niet te vergeten prachtige decors. De
hovelingen deden er zelf aan mee. Onderwerpen: meestal
over politiek en/of moraal. Ze waren allegorisch, en
werden gekozen uit de Griekse of Romeinse mythologie,
dan wel uit de Middeleeuwse Kruisridderverhalen.
Balletkomedie Doorlopend verhaal uitgebeeld in veel dans; heeft geen
decor of theatrale effecten
Balletopera Opgebouwd uit proloog en 5 akten, bevat GEEN
toneelscenes zonder muziek, maar wel zang en
koorstukken.
Entree Opkomst van belangrijke personages uit verhaal
Divertissement Ingevoegde dansen tijdens een toneelvoorstelling