Die man had filmpjes op canvas gezet en die heb ik uitgetypt. Dat is in feite alle stof die je moet weten voor het tentamen. Er staan ook uitroeptekens in bij onderwerpen waarover vragen zijn gekomen dus dan weet je waar je op moet focussen
Behandelmethoden 2021/2022
Over hoorcollege 1 en 2 komt een open vraag. Dit betekend dat je alles waar een uitroepteken
bij staat moet kennen en uit een verhaal/casus moet afleiden of dat een sterk of zwak punt is in
het verhaal. Dit moet je kunnen onderbouwen.
De 2e en 3e open vraag gaan over de 3 therapieën waarbij je aan de hand van een casus moet
zeggen/beschrijven hoe je vanuit dat perspectief de persoon zou behandelen. Zie de map
inzage 1e kans voor extra vragen onderwerpen en verdere uitleg hierover.
Voorbereiden les 1 - Onderzoeksmethoden
Er zijn binnen de psychotherapie meer dan 350 behandelmethoden. Omdat er zo veel
verschillende methoden zijn, moet er op een manier het kaf van het koren gescheiden worden.
Deze cursus heeft daarin twee principes:
1. Evidence based principe: wat wetenschappelijk onderzocht en aangetoond werkzaam is
moet prioriteit krijgen.
2. Methode pluralisme: er zijn soms meerdere methoden die een goede behandeluitkomst
hebben. Die verschillende methoden moeten we dan ook omarmen.
Psychotherapie is een (vooral) interpersoonlijke behandeling met deze kenmerken:
a) De behandeling is gericht op het verbeteren van een stoornis, probleem of klacht bij een
cliënt die daar hulp voor zoekt
b) De behandeling wordt uitgevoerd door een therapeut die getraind is
c) De behandeling is voldoende aangepast aan deze bepaalde cliënt en aan zijn of haar
stoornis, probleem of klacht;
d) De behandeling is gebaseerd op psychologische principes
Psychotherapie gaat dus niet over biologische veranderingen door medicatie, maar over
veranderingen vanuit de psychologie.
Bona Fide Psychotherapie: is deugdelijke/goede psychotherapie. Het zijn behandelingen met
een coherente theoretische structuur, die reeds gedurende langere tijd worden uitgevoerd en
die een basis van onderzoek evidentie hebben.
Bona Fide Psychotherapie is:
- Beschreven in een handleiding (heeft duidelijke richtlijnen)
- Gebaseerd op een coherente theorie over de aard van de psychopathologie en de aard van de
verandering die nodig is om de klacht te gaan verbeteren, inclusief een beschrijving van
werkingsmechanismen en actieve ingrediënten van de behandeling (welke interventies je moet
uitvoeren voor resultaat en welke niet)
- Gebaseerd op modellen en principes waar onderzoek evidentie voor bestaat (bestaande
stromingen binnen vb gedrags-, systeem- of psychodynamische therapie)
- Worden al langere tijd uitgevoerd
- Uitgevoerd door een academisch opgeleide behandelaar
- Afgestemd op individuele hulpvraag, klachten en problemen van de cliënt
- Gebaseerd op face to face meetings en dus op een therapeutische relatie. Geïndividualiseerd
en gebaseerd op face to face meetings zodat therapeut en cliënt een relatie ontwikkelen.
Relatie is belangrijk, Bona Fide psychotherapie veronderstelt een interpersoonlijke relatie.
1
,Dus Bona psychotherapie is een psychotherapie die goed genoeg is. De psychotherapie is
betrouwbaar en heeft met een vergelijkbare variant in het verleden zich al eens bewezen.
Evidence based
Evidence-based behandelmethoden zijn theoretisch onderbouwd zijn en vooral ondersteunt
worden door wetenschappelijke evidentie. Wetenschappelijke evidentie is afgeleid uit
onderzoek. De kwaliteit van het design zegt iets over de kwaliteit van de evidentie. Niet alle
evidentie is even sterk. In richtlijnen worden aanbevelingen gebaseerd op de kwaliteit van de
evidentie die voor diverse behandelmethoden werd verzameld. Aanbevelingen worden sterker
en dwingender wanneer de evidentie sterker is voor de behandelvorm.
Diverse designs verschillen in de mate waarin ze doorgaans focussen op diverse aspecten
van interne versus externe validiteit.
!Bij interne validiteit Hoe overtuigend kan het waargenomen behandeleffect inderdaad aan de
specifieke interventie zelf worden toegeschreven? Hier ligt de focus op het bewaken van het
design.
!Bij externe validiteit ligt het accent op hoe representatief zijn de conclusies uit deze studie
voor de dagelijkse klinische praktijk. Zijn de conclusies representatief voor de klinische praktijk.
Je kan een prachtig onderzoek uitvoeren met hoge interne validiteit maar als er veel restricties
bij de behandelaar liggen dan werkt het niet.
Interne en externe validiteit staan op gedeeltelijke gespannen voet met elkaar. Dus hoe stricter
je de interne validiteit gaat bewaken hoe moeilijk het wordt om de externe validiteit hoog te
houden.
Types designs
!- Case study design
Opzet:
Het idee is dat je een beperkt aantal (soms maar 1) casus heel gedetailleerd gaat beschrijven.
Je gaat een toepassing van een bepaalde methode bij een beperkt aantal gevallen heel rijk,
gedetailleerd en kwalitatief beschrijven. We spreken daarom ook wel van een Thick
description. Dit zijn gedetailleerde en dichte beschrijvingen van de casus in al haar facetten.
Bovendien kun je een gevalstudie de werkzaamheid van de interventie bij een aantal casussen
in de natuurlijke context beschrijven. Je kan rekening houden in je beschrijving met zaken die er
in de context van de cliënt zijn opgetreden buiten de behandelkamer zelf, die mogelijk invloed
hebben op de werkzaamheid behandeling. Je gaat niet streven naar representativiteit voor de
populatie maar vooral heel gericht selecteren op grond van de verwachting dat deze case veel
informatie gaat opleveren.
Bijv. omdat het gaat om een unieke case of om een case die heel representatief is voor de
theorie (bijv. depressie) en je een interventie hebt die goed kan werken.
Voordelen:
- Kleinschalig, het wordt gebruikt in kader van een pilot. Dus je gaat eerst heel erg in detail
kijken hoe dit gaat bij een beperkt aantal cases aan de hand van nauwkeurige rijke observaties
2
,en beschrijvingen.
- Je kunt het gebruiken bij unieke of zeldzame gevallen.
- Je gebruikt het om hypothesen te genereren. Je probeert te kijken naar wat er voor zorgt dat
de behandeling werkt.
- De focus ligt niet alleen op de interventie an sich maar ook op de beschrijving van de context
waarin de interventie wordt uitgevoerd.
Nadelen:
- Generaliseerbaarheid. Omdat het bij 1 cliënt werkt wil niet zeggen dat het ook bij andere
werkt.
- Er is weinig informatie over de grootte van het effect omdat slechts 1 of enkele cases worden
onderzocht
- Interne validiteit is laag. Omdat er geen controlegroep is en dus weinig controle of de effecten
bijv aan placebo zijn toe te schrijven.
Kwalitatief vs kwantitatief
Kwantitatieve dataverzameling en -analyse richt zich op numerieke data (getallen) en
statistiek, terwijl bij kwalitatief onderzoek wordt gefocust op woorden en betekenissen.
Veelgebruikte kwantitatieve dataverzamelingsmethoden zijn experimenten, kwantitatieve
observaties en enquêtes met gesloten vragen. Met kwalitatief onderzoek kun je inzicht
verkrijgen in onderwerpen waar nog weinig kennis over is. Veel gebruikte kwalitatieve
dataverzamelingsmethoden zijn interviews met open vragen, kwalitatieve observaties en
literatuurstudies over concepten of theorieën.
!- Case study design met herhaalde metingen
Opzet:
Het lijkt op een experimenteel design. Het idee is dat je hogere niveaus van evidentie verkrijgt.
Je gaat ipv kwalitatief het kwantitatief gebruiken. Je gaat meten volgens een bepaald schema.
Bijv. een aantal metingen voordat je interventie toedient (baseline creeeren) en die je
vervolgens meet op het moment dat de interventie toeneemt.
Je gaat er vanuit dat het effect samenhangt met het toedienen of onthouden van de interventie.
Power ligt niet in het aantal subjecten maar het aantal meetmomenten per subject is groot.
Bovendien kunnen de meetmomenten toevallig verdeeld worden over de condities
(toediening/onthouding). Het idee is dat dit design de interne validiteit gaat verhogen omdat je
kunt nagaan of veranderingen toenemen of afnemen in functie van het toedienen van de
interventie.
Voordelen
- Meer interne validiteit: causaliteit kan beter worden getoetst door bijv. De metingen tijdens de
baseline (onthouden van interventie) te vergelijken met de metingen tijdens de toediening van
de interventie (waarbij je een toenemend effect verwacht bij hogere dosis).
Nadelen
- Je moet veel metingen doen waardoor het arbeidsintensief is
3
, - Het is minder sterk te generaliseren naar de populatie (minder representatief).
!- One group pre-post treatment design
Opzet:
Quasi experiment waarbij een specifieke uitkomst waarvan wordt verwacht dat ze zal worden
gerealiseerd door de interventie (vb. Vermindering van depressiviteit) gemeten wordt bij een
groep patiënten voor en na de toepassing van de interventie.
Je hebt een steekproef van cliënten met een stoornis, je hebt een behandel interventie, je doet
de meting voor en na de interventie. De groep van deelnemers wordt niet toevallig geselecteerd
en er is geen controle groep. Wanneer je een verbetering vaststelt (bijv, in depressiviteit) dat je
dat kan toeschrijven aan de interventie. H0 is dat er geen verschil is en je gaat kijken of dat wel
zo is.
Voordelen:
Je kan het gaan toepassen wanneer het niet ethisch is om te randomiseren. Je kan dit design
ook toepassen wanneer er geen controlegroep haalbaar is en het is een makkelijk design dat
makkelijk uit te voeren is.
Nadeel:
Wanneer je verbetering ziet hoeft dit niet per se door de behandeling/interventie te komen. Dus
er kunnen diverse andere redenen zijn waarom er verandering optreedt zoals natuurlijk beloop.
!- Pretest-posttest nonequivalent group design
Opzet:
Je gaat deelnemers verdelen over twee groepen en die verdeling gebeurd niet toevallig. Je hebt
behandel en controle groep. Je hebt een voor en nameting van twee groepen. Je gaat de
uitkomsten met elkaar vergelijken en wanneer er een verschil is tussen de twee groepen ga je
er vanuit dat het komt door de behandeling/interventie.
Voordelen:
- Veel makkelijker toepasbaar en praktischer. Je kan het gebruiken om interventies die op
verschillende locaties gegeven worden met elkaar te vergelijken.
Nadelen:
- Er kunnen andere redenen zijn die invloed hebben op de waargenomen verschillen (selectie
bias). Er zouden andere elementen (confounding variables) een invloed hebben op de uitslag.
Dit maakt dat de conclusie of de interventie wel of niet werkt minder serieus genomen kan
worden dus de interne validiteit is zwakker.
!- Randomized controlled trial (RCT) design
Opzet:
Lijkt op het vorige design alleen dan met random toewijzing. Je hebt behandelgroepen en een
controle groep. En de controlegroep kan heel gevarieerd zijn. Je kijkt opnieuw naar het verschil
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TiuSam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.