PROZA
Hier-en-nu verhalen:
Over meesters en juffen
1. De superdikke Meester Jaap (Jacques Vriens)
Dit is een boek dat gaat over de verhalen van meester Jaap. Meester Jaap is een meester van
groep 7, hij kan heel goed vertellen, luisteren en dingen oplossen maar hij is af en toe wel
een beetje gek/raar. Hij deelt graag spekjes uit in de klas. Hij zorgt altijd dat er dingen
worden opgelost. ‘’bijv. Fatima een Marokkaans meisje ging een hoofddoek dragen in de
klas, sommige kinderen gingen toen giechelen. Meester jaap zette ook wat op zijn hoofd en
toen ging iedereen dat doen zodat een hoofddoek de normaalste zaak van de wereld
wordt.’’
Meester Jaap is een Meester van ongeveer 45- jaar oud met een sikje en een baard. In het
verhaal gebeuren en dus eigenlijk steeds dingen die meester Jaap gaat oplossen.
Jaques Vriens is zelf ook leraar geweest voor dat hij schrijver werd.
2. Mees Kees: een pittig klasje (Mirjam Oldenhave)
Meester Kees heeft nog nooit voor de klas gestaan. De kinderen moeten hem nog een beetje
leren hoe dat moet, meester zijn. En dat doen ze graag! Ze leren hem dat je best om kwart
over negen je pauzeboterhammen op mag eten, als je maar op het bord schrijft dat het om
een voedselproject gaat. En dat het heel handig is als ieder kind maar één rijtje sommen van
de taak maakt, zodat niet iedereen hetzelfde werk zit te doen...
Meidenboeken in de geest van Carry Slee en Francine Oomen:
3. Voor wie doe jou een moord, Izzylove (Manon Sikkel)
Izzylove oftewel Isa heeft een vriendje, de allerleukste Jules. Ze mag twee weken bij hem
logeren maar het is toch even anders dan een slaapfeestje met vriendinnen.
Een boek dat geschreven is alsof het een detective is. De lezer én het hoofdpersonage weten
niet wie er waarom dood is gegaan. Maar Manon Sikkel zou Manon Sikkel niet zijn, als alle
gebeurtenissen niet met de liefde te maken hebben. Ook in dit deel spatten de vonken er
vanaf, en blijft de liefde je verrassen.
Boeken om over te denken:
4. voor altijd samen, amen (Guus kuijer, 1999 levensbeschouwing)
Polleke heeft verkering met de Marokkaanse Mimoen. Haar vader is verslaafd, haar moeder
gaat met de meester trouwen en Mimoens ouders willen dat hij de verkering verbreekt.
Elk weekeinde gaat ze naar de boerderij van haar opa en oma. Hoewel ze niet gelooft, leert
ze toch bidden van haar grootouders. Ze bidt dan dat zij en Mimoen samen zullen blijven:
"Voor altijd samen, amen".
,5. Robin en God (Sjoerd Kuyper 2001 levensbeschouwing)
Het verhaal gaat over de nieuwsgierigheid van Robin naar of er een God is. Hij vraagt het aan
zijn vader en aan zijn opa en krijgt verschillende antwoorden.
Bij Robin thuis logeren zijn opa en oma tijdens de kerstvakantie. Als hij ’s nachts wakker
wordt kijkt hij uit het raam. Hij ziet een hele mooie heldere ster. Hij is er bijna zeker van dat
God daar woont. De laatste dag dat Robin naar school gaat ligt er sneeuw en in de klas
wordt het kerstverhaal verteld.
Als Robin weer thuis is, vraagt hij aan zijn vader of God bestaat. Die zegt van niet. Als hij aan
zijn opa vraagt of God bestaat zegt hij van wel. Robin vraagt aan zijn opa hoe hij met God
moet praten. Samen met opa bidt Robin het ‘’onze vader’’. Als de vader van Robin
binnenkomt krijgen opa en vader ruzie. Robin schrikt ervan, maar oma en mama zeggen dat
het ook wel weer over gaat.
6. De regels van drie (Marjolein Hof 2003, omgaan met ouderen)
Opi Kas kan niet goed meer voor zichzelf zorgen en hij moet mee terug naar Nederland.
Maar opi Kas denkt hier heel anders over. Hij heeft een ontsnappingsplan bedacht en vraagt
of Twan hem wil helpen. Twan twijfelt. Wat moet hij doen? Opi Kas helpen of het geheime
plan verraden?
Marjolijn Hof gebruikt geen woord te veel. In 117 bladzijdes vertelt ze over IJsland, over
familie, over vriendschap, over grote vragen in het leven, en over doodgaan.
Het boek zet je ook beetje tot denken: Hoe belangrijk is familie voor je? Vind je dat je familie
moet zorgen voor oudere familieleden? Kun jij weten wat goed voor een ander is? Of kan die
ander dat alleen zelf weten? Hoe maak je een keuze als beide opties even slecht lijken?
7. Kampioen (Corien Oranje 2011, omgaan met een handicap)
Kampioen is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Olivier van de Voort, winnaar
zilveren medaille Paralympics Rio 2016.
Tijdens het verzorgen van zijn pony krijgt Victor een verschrikkelijk ongeluk. Zijn voet raakt
verstrikt in het halstertouw van de pony, hij valt en wordt drieënhalve kilometer
meegesleurd over de weg, door het bos, een meer in.
Het is een wonder dat hij het overleeft. Zijn onderbeen moet worden afgezet, en zijn
sportieve toekomst lijkt in duigen te vallen.
Maar Victor vecht zich terug naar de top van de Nederlandse zwemwereld!
, 8. De flat van Fatima (Janneke Schotveld 2010 multiculturele samenleving)
Nadat haar ouders gescheiden zijn, verhuist Karel met haar moeder van een groot huis in
Zuid naar een lelijke flat in Noord. Een buurt waar haar oude klasgenootjes liever niet gezien
worden… Maar Karel raakt al snel bevriend met Sami, Raja en Hafid, met wie ze vaak bij
buurvrouw Fatima te vinden is. Als Fatima wegens wanbetaling uit haar flat wordt gezet,
komen de kinderen haar te hulp. Ze maken een tijdelijke schuilplaats in een kelderbox en ze
verzinnen een plan om geld in te zamelen. Dat blijkt allemaal niet eenvoudig, want de
wantrouwige buurman Blanckensteijn houdt iedereen in de flat goed in de gaten…
Je kunt dit verhaal gebruiken om allerlei vooroordelen te bespreken, maar ook om kinderen
meer te vertellen over verschillende geloven, eetgewoonten en culturele achtergronden.
Ook is het interessant om het met de klas over inburgering te hebben. Fatima kan niet lezen
en schaamt zich daar heel erg voor.
9. Josja Pruis (Harm de Jonge, 2006, vriendschap)
En in een klein vissersstadje komt een nieuwe jongen in de klas. Zijn naam is Josja Pruis. Hij is
anders dan de andere kinderen. ‘Raadsels hoorden bij Josja' vindt klasgenoot Homme. En hij
kan het weten, want hij werd Josja's vriend.
Dat Josja een rare is zien ze meteen. Zijn hoofd is groter dan normaal en er loopt een
vreemde ribbel overheen. Een ‘lasnaad' noemt Lubbe het. Josja zit met zijn rode muts op in
de achterste bank in de klas vreemde boeken te lezen. Niemand lijkt te weten waar hij
vandaan komt. Hij woont bij vrouw Klinkhamer, die wel vaker vreemden te logeren heeft.
Aan Homme vertelt Josja dat hij eigenlijk een Siamese tweeling is. Zijn broer Kai zit in zijn
hoofd. Ze delen hun lichaam, maar hebben ieder eigen hersenen. Ook Homme heeft een
tweelingbroer, maar die is doodgegaan. Het contact met Josja blaast de vragen van Homme
over zijn overleden broertje en vader nieuw leven in. (IK ZOU HIER NOG WAT MEER INFO
OVER ZOEKEN)
Fantasy- en griezelverhalen
10. De GVR (Roald Dahl) 1983
Sophie is een meisje van 8 jaar. Ze woont in een weeshuis in Londen. Op een nacht als ze
niet kan slapen kijkt ze uit het raam en ziet dan iets heel groots met armen en benen. Het is
de GVR die met een soort trompet dromen in de hoofden van kinderen gaat blazen.
Als hij merkt dat Sophie hem ziet en haar hart hoort bonken (hij heeft geweldig goede oren),
neemt hij haar mee naar waar hij woont, reuzenland. Daar komt Sophie erachter dat de GVR
geen mensen ("mensbaksels") eet, maar snoskommers. Dat zijn een soort komkommers,
maar dan heel smerig. De andere reuzen zijn veel groter en lelijker dan de GVR en zij gaan
elke nacht naar de mensenwereld om mensen op te eten. Ze gaan steeds naar een ander
deel van de wereld, zodat het niet zo opvalt.
Sophie en de GVR gaan samen dromen vangen. De GVR vangt een jachtmerrie en die geeft
hij aan de grootste en gevaarlijkste reus, de Vleeslapeter.