Probleem 1- Filosofen
• Stromingen
Determinisme: alles wat onderzocht wordt kan begrepen worden in termen van causale wetten van de natuur.
Een determinist neemt aan dat alles wat gebeurt ontstaan is door een heleboel oorzaken en dat als deze allemaal
bekend waren een gebeurtenis met volledige juistheid voorspeld kan worden.
Dualisme: Er zijn fysieke en mentale gebeurtenissen en die nemen plaats in aparte rijken.
Ziel is onsterfelijk, lichaam is sterfelijk.
Monisme: Alles wordt verklaard aan de hand van een realiteit of de geest of het lichaam, niet beide.
Vormen van monisme zijn materialisme en mentalisme (immaterialisme of subjectief idealisme).
Materialisme: Gelooft dat alles verklaart kan worden vanuit de wetten van natuur- en scheikunde.
Stoffelijk wereld is enige realiteit en gedrag moet daaruit verklaard kunnen worden.
Veel kritiek
Idealisme: realiteit bestaat alleen in de geest. De fysieke wereld is irrelevant of bestaat zelfs niet.
Ook monist, want proberen alles te verklaren uit een realiteit.
Nativisme: legt nadruk op rol van ergelijkheid bij het verklaren van menselijke eigenschappen en dat kennis
aangeboren is.
Empirisme: sensorische ervaringen zijn enorm belangrijk bij het verklaren van kennis. Zintuigen spreken een
grote rol bij het opdoen van deze ervaringen.
Hard core empiristen zeggen dat cognitieve processen niet nodig zijn.
Rationalisme: logische mentale handelingen verricht moeten worden om kennis te verkrijgen en dat kennis dus
verkregen wordt door te redeneren.
,Hard core rationalisten zeggen dat perceptie niet belangrijk is bij het verkrijgen van kennis.
• The Great Philosophers
Plato (427 – 347 B.C.)
Algemeen informatie
-1e periode: opschrijven van gedachten/methoden van Socrates (zijn leraar).
-2e periode: Na dood Socrates, ontwikkelde Plato eigen werk. Combo van Pythagoreaanse filosofie en Socrates.
Percepties verschillen per tijd, kennis klopt altijd
Kennis is waar wanneer klopt ten alle tijden, rationeel gerechtvaardigd.
Stromingen; dualisme, rationalist, nativisme (kennis aangeboren)
Realm of being: voor je incarnatie zie je alle vormen en die vergeet je als je in imperfecte lichaam zit.
-State of becoming
-State of being
Theory of forms: alles in de empirische wereld is een manifestatie van een pure vorm (idee) dat abstract bestaat.
Dit is waar voor alles waar we een naam voor hebben.
Dualisme: vormen die perfect zijn, zijn van de hemel en de kopie ervan is werelds en observeerbaar.
--> vorm is wat je niet zien (ziel), vorm wat je wel zien/kopie (lichaam).
--> Voor alles bestaat een vorm, bv. Mooi object heeft een vorm van schoonheid. à abstract
-Wat we ervaren door onze zintuigen is een interactie tussen pure vorm en materie, waardoor het resultaat van
die interactie ondergeschikt is aan de pure vorm waardoor het resultaat van die interactie ondergeschikt is aan
de pure vorm. Perceptie besmet als het ware het pure.
-Kennis kan alleen verkregen worden door (logisch) te redeneren.
Analogy of the divided line: hiërarchie van begrijpen.
-Het laagste niveau van begrip is gebaseerd op afbeeldingen van empirische objecten.
-Het volgende niveau is begrip van empirische objecten, wat resulteert ineen mening.
-Het niveau daarna is het begrijpen van abstracte wiskundige principes.
Vervolgens is het niveau van het begrijpen van vormen.
-Het hoogste niveau van begrip (true knowledge) is het begrijpen van de vorm van het goede en dit bevat kennis
over alle vormen en hun organisatie.
Drie niveaus v.d. ziel: Je hebt alle drie, maar een leidt.
Bv. Bij slecht gedrag neemt desiring ziel macht.
-Rational soul: immortal, zit in je hoofd als locatie. àGuardians
-Spirited soul: gemotiveerd door glory/fame, zit in de borst. à Soldaten
-Desiring soul: gemotiveerd door honger/lust, zit in je genitalien. à De rest
Metaforen
,a. Zon is metafoor voor goed, omdat het alles kan verlichten en dat heb je nodig om dingen te kunnen zien.
b. Metafoor van de lijn (wereld van vormen en kennis ervan)
Imagening: kopie van een ding
Believe: kijken naar objecten zelf i.p.v. kopieën
Denken: mening tegen echte kennis
Intelligentie/ kennis
c.Analogie van de grot: gevangenen gevangen in een grot. De gene die bevrijd is ziet het verschil van de duisternis
binnen. Medegevangenen binnen willen niet bevrijd worden omdat ze zagen wat vrijheid met gevangene met
hem deed.
Mensen zullen vormen niet zien omdat het niet goed voor ze is.
d.Ladder v.d. liefde: je leert eerst van een lichaam houden en vervolgens van een ziel.
Stap voor stap leren om vormen te kunnen waarderen.
The reminiscence theory of knowledge: alle kennis is aangeboren en kan verkregen worden door introspection
(het zoeken naar de verborgen ervaringen) De notie dat de ziel onsterfelijk is, is afkomstig van Pythagoras.
-Plato geloofde dat de ziel bestond uit een rationeel component dat onsterfelijk was en tripartite soul
(emotioneel/levendig) en lustig component. Deze twee maken deel uit van het lichaam en zijn dus sterfelijk.
Mortaliteit v.d. ziel
-Virtue of temperance: als de appetites beperkt worden door reason
-Virtue of courage: als de spirit wordt tegengehouden door reason
-Virtue of justice: als elk gedeelde van de ziel zijn specifieke functie uitvoerd
-Moraliteit ontstaat pas als er harmonie is in de ziel en rationaliteit de controle heeft over spirit en de appetites
Aristotles (384 – 322 B.C.)
Algemene informatie:
Leerling van Plato, ontwikkelde de eerste universiteit v.d. wereld ‘’Lyceum’’.
Vorm: wat definieert het
Bv. Wat voor standbeeld
Essential cause: wat dier/plant deffinieerd
Efficient cause: lichaam/groei/levensprocessen
Final cause: interactie tussen lichaam en ziel
Materie: waar het van gemaakt is.
Bv. Waar standbeeld van gemaakt is.
Alles heeft actualiteit en potentie, pure materie (god) is actualiteit geen potentie.
Stroming: empirisme, realist,
Teleology??
Alles wat bestaat in de natuur heeft een bepaald doel
Om iets te begrijpen moet je, volgens Aristoteles, vier dingen erover weten
, 1. Material cause: het soort materiaal waarvan het object is gemaakt
2. Formal cause: de vorm van het object of het patroon wat het aanneemt Efficient cause: de kracht die ervoor
zorgt dat de materie in een bepaalde vorm is
3. Final cause: het doel van het object
4. Entelechy: ingebouwde functie/doel van een object
Principe van mind
Dieren hebben geen mind àrationeel deel v.d. ziel en is uniek aan mens
-Potentie: passieve geest, realiseer kennis doet nog niets
-Actualisatie: actieve geest, neemt kennis op van passief à werkgeheugen
Zielen:
Er zijn drie typen zielen, potentieel van een levend wezen hangt af van type ziel die hij/zij bezit.
Vegetatieve (nutritieve) ziel: ziel die bezit wordt door planten. Het staat alleen groei toe, de assimilatie van
voedsel en reproductie, plant
Sensitieve ziel: ziel die bezit wordt door dieren, maar niet door planten. Naast de bovenstaande functies kunnen
wezens met dit type ziel ook de omgeving waarnemen en hierop reageren, plezier en pijn ervaren en hebben ze
een geheugen, dier
Rationale ziel: ziel die alleen bezit wordt door mensen. Bevat alle functies van de andere twee type zielen, maar
het staat ook denken en rationele gedachten toe, mens
Kennis: kennis kan opgedaan worden met perceptie
Sensory information: zintuigelijke informatie
Common sense: het mechanisme dat informatie van alle zintuigen coördineert, hart
Passive reason: als je gebruik maakt van je ervaring om dagelijkse dingen te doen, maar de essentie begrijp je niet
Active reason: de hoogste vorm van denken, waarbij je de essentie begrijpt
Interior senses: special senses worden aan interior doorgegeven -->passief
Imagination: beoordelen of object goed is, pijn/plezier
Geheugen: opslagplaats, vergelijkbaar met episodisch geheugen
Law of association:??
-Law of contiguity: als we aan iets denken, denken we ook aan dingen die we er ook bij ervaren hebben
-Law of similarity: als we aan iets denken, denken we ook aan dingen diedaarop lijken
-Law of constrast: als we aan iets denken, denken we ook aan dingen dietegenovergesteld zijn
-Law of frequency: hoe vaker ervaringen samen voorkomen, hoe sterker de associatie tussen deze ervaringen zal
zijn
Descartes (1594 – 1650)
Algemene informatie
Geinteresseerd in wiskunde. Raakte later geinteresseerd in fylosofie en was geinspireerd door een mechanisch
beeld.