Samenvatting thema 5 & 6
Thema 5
Vier preoperatieve handelingen om risico op complicaties na de operatie te verminder:
1. Informeren / adviseren client krijgt inzicht in het behandelplan voor realistische
verwachtingen en therapietrouw te stimuleren
a. Kortom; informatie over de operatie, het gewricht en het beloop
2. Voorbereiding thuis leren lopen met hulpmiddelen & postoperatieve steun
(familie)
3. Fysiotherapie spierversterkende / functionele oefeningen (ADL) & belasting -
belastbaarheid verbeteren
a. Hoe betere mobiliteit voor de operatie, hoe meer bewegingsmogelijkheid
na de operatie.
4. Op de dag zelf hoe je uit bed moet komen en wat je allemaal niet mag doen
Postoperatieve complicaties nabloedingen – trombose – luxatie – sensorische
sensibiliteit
o Luxatie: bij posterolaterale benadering (endoratie / adductie) & anterieure
benadering ( exorotatie / extensie)
Vroeger waren er twee soorten knieprotheses:
o Een non-constrained prothese haalt de stabiliteit uit intacte kruisbanden
o Een semi-constrained prothese kan flexie, extensie en rotatiemogelijkheden
uitvoeren en er ook genoeg stabiliteit aanwezig is
Bearing = polyethyleen als tussenschijf tussen de femur en tibiacompoentn van de
prothese
Moderne type knie prothese
o Gecementeerde knieprothese de prothese is direct van 100% belastbaar
o Ongecementeerde knieprothese minder botverlies bij revisie.
Bij jongeren cliënten is de kans op onderhoud groter, dus dan is
ongecementeerde beter.
o Bij hybride knieprothese is één component gecementeerde en de andere
ongecementeerde
Cruciate retainig kp achterste kruisbandsparende prothese, waar de
achterste kruisband blijft zitten
Heeft een langer levensduur en heeft optimale balans
Posterior stabilised achterste kruisband wordt weggehaald en vervangen
door een prothese
o De high flexion kp deze heeft een flexie mogelijkheid van 155 graden,
doordat het verder doorloopt bij de achterzijde van de femurcomponent.
o Geslachtsspecifieke prothese deze is voor vrouwen beter omdat het een
smaller femurcomponent heeft en dunnere protheseprofiel aan de voorzijde
Algemeen gesproken zijn cliënten minder tevreden over het resultaat dan chirurgen
doordat hun kijken naar hun dagelijks leven en chirurgen naar lang termijn complicaties
Reden voor TKP is artrose posttraumatische afwijkingen, osteonecrose of maligniteit
o Pijn is de belangrijkste gegeven bij de indicatiesteling voor TKP
, o Er wordt een component op het uiteinde van de distale femur en op het
uiteinde van de proximale tibia
Bij deze operatie wordt de voorste kruisband en meniscus verwijdert
Je hoeft niet altijd het gehele gewricht vervangen en dan kun je een hemiprothese nemen
o Dan wordt er een prothese via één zijde van de knie geplaatst.
o Mediale hemiprothese wordt toegepast bij cliënten met geïsoleerde mediale
gonartrose
Dit komt vooral voor bij ouderen die geen actieve levensstijl hebben
o Voordelen hemiprothese: kleine incisie, minder zware ingreep en sneller
postoperatief herstel
Groot gedeelte van de kniegewricht blijft intact plus voorste kruisband
Reden voor patellofemorale prothese is primaire artrose van alleen de patella.
o Is het meest succesvol bij cliënten met een geïsoleerde patellofemorale artrose
Er zijn 3 soorten anesthesie: algehele (narcose), spinale (ruggenprik) of epidurale (prik
bij de locatie van de operatie)
Een minimaal invasieve chirurgie houdt in dat er veel kleine incisie gemaakt wordt
o Dit doe je vaak niet omdat de chirurg de knie niet goed kan zien
o Voordelen: sneller herstel en geen bijkomende schade
Knieartrose is vaak aan de mediale kant doordat de gewrichtsspleet smaller is en daar
mee belasting op komt
o Om zeker te weten dat je pijn krijgt door artrose, wordt er een botscan gemaakt .
Voordeel hemiprothese ten opzichte van TKP minder lang herstel proces, kleinere
ingreep en beter looppatroon
o Nadelen: als de andere kant door artrose ook slecht wordt, moet je weer een
operatie & de technische uitvoering is lastiger
Cliënten onder de 60 jaar krijgen vaker een correctie op het gewrichtsstand dan
hemiprothese, want via deze manier wordt de druk verminderd.
Belangrijk voor TKP is versterken van de quadriceps en helemaal vastus medialis
o Postoperatieve revalidatie:
Voorkomen complicaties, wondgenezing, verhoging belastbaarheid van
de been, spierkracht, spierlengte, mobiliteit, stabiliteit, coördinatie en
functionele training
o Bij de revalidatie moet je rekening houden met de bot-protheseovergang, dus
niet tot het einde door bewegen want anders krijg de prothese te veel druk en
kan het schade geven
Je begint daarom met lage belasting met gesloten ketenoefeningen
Verschil revalidatie TKP met CR of PS prothese
o Bij CR-prothese moet de follow-up gericht zijn op controle en training bij
stabiliteit omdat de kruisbanden kunnen uitlebberen.
Net na TKP operatie focus actieve flexie, extensie en aanspanning quadriceps
o Ook begeleiding / uitleg om uit bed te komen / te lopen / trap te lopen.
Oefeningen voor TKP op geleide van pijn wordt e mate van ondersteuning verminderd
o Lopen / fietsen wordt aangeraden, maar schokbelasting de gehele therapie niet
o Werkhervatting is meestal na 3 maanden weer mogelijk.
Het aantal THP cliënten stijgt, doordat de mensheid ook ouders wordt
o Mensen hoeven na deze operatie maar een paar dagen in het ziekenhuis blijven
Benaderingen: posterolaterale, Laterale, Anterior
o Bij jongeren wordt ongecementeerd aangeraden, maar bij ouderen juist
gecementeerd
, Tijdens de THP operatie kun je onder anesthesie (narcose), maar regionaal wordt
aangeraden. Bestaat uit:
o Spinale anesthesie operatiegebied wordt verdoofd d.m.v. een injectie met
lokaalanestheticum random het ruggenmerg.
Volledig onderlichaam wordt verdoofd
o Peridurale anesthesie hierbij wordt een katheter tussen de twee ruggenwervels
ingebracht en wordt via een holle naald verdovende middelen toegediend
De naald kun je een paar dagen laten zitten voor postoperatieve pijn
De vier benaderingen voor THP:
1. Posterolaterale benadering weinige kans op zenuwletsel plus heupabductoren
worden gespaard, maar verhoogde kans op posterieure luxatie
a. Luxatie risico bij endorotatie, anteflexie boven 90m graden en adductie
2. Laterale benadering weinig kans op luxatie, maar heupabductoren zijn
aangedaan
a. Luxatie risico bij adductie, rotatie en anteflexie boven 90 graden
3. Anterolaterale benadering weinig kans op luxatie, abductoren worden niet
aangedaan, maar risico voor beschadiging van zenuwstelsel
4. Anterieure benadering weinig spier beschadiging plus kleine luxatie kans, maar
risico zenuwstelsel en weinig zicht voor de chirurg.
o Litteken komt aan de voorzijde
o Soorten complicaties: luxatie, infectie, liespijn, fractuur, loslating v/d prothese
en drukpijn in de kuit
o Deze mensen moeten lage stoelen, wc en bedden vermijden
o De acetabulum componenten gaat relatief vaker los dan de femur component
o Als je een infectie krijg is het vaak bij het bot op de slijtagepartikels uit het
kop-kom lager
Drie types heupprotheses
1. Gecementeerde THP worden met kunststof vastgezet
a. Levensduur is ongeveer 10 jaar, maar bij ouderen wat meer en jonger minder
2. Ongecementeerde THP klemvast in bovenbeen of kom
a. Deze worden vaak gebruikt bij jongeren en levensjaar ook ongeveer 10 jaar
3. Resurfacing prothese geen luxatie risico en goed geschikt voor actieve cliënten
a. Kans op fracturen in collum plus door metaalsijtage kan
bindweefselwoekeringen plaatsvinden wat kan leiden tot blind of doofheid.
Het synoviale kapsels kan op fysiologische wijze slijtage afvoeren naar lymfeklieren
en omliggende weefsels
o Maar de verhoogde druk in het gewrichtskapsel door spieractiviteit worden de
partikels in de prothese omgeving geperst wat ervoor zorgt dat de prothese los laat
Moderne THP moeten na de operatie pijnvrij zijn & functieherstel moet met 3
maanden al verbeteren
o Je moet na 3 maanden minstens 90 graden flexie heup kunne maken
Mogelijke complicaties bij een pijnlijke heupprothese
o Low-grade (infectie) laaggradige ontsteking waar er steeds een lichte
activatie van het immuunsysteem plaatsvind
Pijn in liesregio / bij de wond is een indicatie hiervoor
o Mechanische loslating de prothese laat los
Hoeft niet altijd gepaard te gaan met pijn
Pijn bij rotatie is een indicatie hiervoor
o Synovitis door slijtage van prothesematerialen infectie van het gewricht
Elk gewricht is bekleed met kraakbeen wat geen bloedvaten en zenuwen heeft