- Vroeger werden kinderen vernoemd naar de opa en oma, bijvoorbeeld
- Tegenwoordig zijn er ouders die hun kinderen vernoemen naar een beroemdheid, hechten
aan de betekenis van de naam.
Vroeger werden kinderen vaak Maria of Johannes genoemd, tegenwoordig meer Julia of Sem.
Een voornaam geven aan een kind heeft te maken met iemands referentiekader (= het geheel van
kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt)
Een referentiekader wordt ook wel een sociale bril genoemd: iedereen kijkt, ziet en beleeft de
wereld op zijn eigen manier door zijn eigen sociale bril. Mensen denken over dezelfde
gebeurtenissen anders en dat komt door hun referentiekaders.
Iemands voornaam zegt hoort bij wie iemand is en maakt daarbij onderdeel uit van iemands
identiteit (=gaat over beelden en ideeën).
- Een voornaam zegt iets over iemand zelf maar ook over iemands ouders.
Drie aspecten van identiteit:
Persoonlijke identiteit:
- Heeft te maken met het beeld dat iemand van zichzelf heeft
- Mensen willen graag een positief zelfbeeld en proberen dat ook uit te dragen naar anderen
- Bij opgroeien en ouder worden spelen ‘die anderen’ een belangrijke rol in de ontwikkeling
van iemands zelfbeeld
Sociale identiteit
- Het deel van iemands identiteit dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt (=
groepsidentificatie)
- Andere groepen zijn ook belangrijk voor iemands identificatie
- Sociale identiteit kan de persoonlijke versterken als die botsen, geeft dat spanning tussen
het individuele en de groep aanpassen of wegwezen
Collectieve identiteit
- Gaat om het beeld dat mensen hebben van een groep, en wel het beeld dat ze kenmerkend
blijvend voor die groep vinden
- Mensen hebben verwachtingen van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit
Spanningen
- Beelden en verwachtingen van iemands identiteit kan leiden tot spanning
- Groepen van mensen eisen dat dat ze hun persoonlijke identiteit opgeven en alleen die van
de groep mag gelden contact met familie verbreken Sekten
- Van nieuwkomers in een land wordt verwacht dat zij zich volledig aanpassen, collectieve
identiteit en persoonlijke botsen dan: ze moeten hun persoonlijke identiteit achterlaten
assimilatie
, Paragraaf 1.2 – Kans en variabele
Bij studies van natuurkunde of wiskunde staan natuurwetten centraal, ze beschrijven
wetmatigheden in de natuur.
Zo’n wetmatigheid in de natuurwetenschappen worden ‘natuurwetten’ genoemd: je verwacht niet
dat er uitzonderingen zijn belangrijk verschil met onderzoek naar gedrag van mensen juist wel
allerlei uitzonderingen kunnen vinden.
Uit onderzoek bleek dat de naam Felix vaker werd gegeven aan kinderen met gemiddeld een hoog
opleidingsniveau en de naam Cornelia aan kinderen met een gemiddeld lager opleidingsniveau
- De woorden ‘vaker’ en ‘gemiddeld’ geven aan dat er geen 100%-wetmatigheid is. (kan best
zij dat er een Felix is met een laag opleidingsniveau of een Cornelia met een hoog
opleidingsniveau, maar de kans is wel groter
Het woord Kans is bij onderzoek doen heel belangrijk
- Het betekent: de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden.
- De kans dat iets gebeurt, hangt altijd af van iets anders verbanden gelegd tussen
verschillende variabele
Variabele = een kenmerk van een actor of samenleving en kan variëren
Voorbeelden van variabele:
- Mensen: Leeftijd, geslacht, IQ
- Groepen mensen: woonplaats, inkomen en opleidingsniveau
- Samenlevingen: rijk of arm, traditioneel of modern
Sociale wetenschappers zoeken naar verbanden tussen variabelen en beschrijven daarmee
wetmatigheden in menselijk gedrag die wetmatigheden zijn niet zo sterk als in de
natuurwetenschappen bij gedrag van mensen spelen allerlei variabelen tegelijk een rol.
Paragraaf 1.3 – Socialisatie
Ouders voeden kinderen verschillend op (streng, vrijer). Daar komt ook bij dat op andere plekken
kinderen leren hoe ze zich moete gedragen Er gelden buitenhuis andere regels.
Op plekken waar mensen bij elkaar komen gelden steeds andere typische (gedragsregels). die
regels buitenhuis kunnen zwaarder wegen te laat komen op school heeft vaak meteen
consequenties
Het proces van gedrag aanleren en aangeleerd krijgen = Socialisatie
- Wordt ook wel ‘het proces van leren samenleven’ genoemd
- Socialisatie bestaat uit het proces van overdracht en het proces van verwerving
Het proces van overdracht
- Mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over aan nieuwkomers
- Mensen proberen zich te gedragen zoals van hen verwacht wordt in die groep/samenleving
- Mensen die een die een cultuur overdragen naar nieuwkomers = socialisatoren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joostkok2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.