Theorie auto rijbewijs
Hoofdstuk 1 – veilig autorijden
Polderblindheid = een vertrouwde route of het rijden op lange, kaarsrechte
wegen door een eentonig polderlandschap zorgen ervoor dat je concentratie
verminderd.
Na iedere 2 uur rijden, moet je min. 15 minuten pauze nemen. Toegestane
hoeveelheid alcohol in je bloed bedraagt max. 0,5 promille. Bij een
ademonderzoek is de toegestane grens van het alcohol gehalte max. 220
microgram per liter uitgeademde lucht. Voor beginnende bestuurders is de grens
0,2 promille (88 microgram bij ademonderzoek). Je bent een beginnend
bestuurder als je je 1e rijbewijs voor je 18e verjaardag hebt behaald en dat minder
dan 7 jaar geleden is of als je je 1e rijbewijs na je 18e behaald en dat minder dan
5 jaar geleden is. Lichaam breekt alcohol met 0,1 promille per uur af. Voor het
gebruik van alcohol en drugs tegelijkertijd geldt een zero tolerance beleid: het is
strafbaar, ook al gebruik je maar een klein beetje.
Defensief gedrag = voorkomen van gevaar (je kijkt effectief, anticipeert en
reageert goed).
Sociaal gedrag = rekeninghouden met anderen (bestuurders in laten voegen,
niet rijden door plassen als bestuurders daar last van hebben, niet onverwacht of
met een klein snelheidsverschil inhalen).
Besluitvaardig gedrag = snel beslissen en handelen (niet onnodig voorrang
verlenen, snel de juiste beslissing nemen).
Voor achteropkomende bestuurders laat je de alarmlichten knipperen als je
plotseling snelheid moet minderen of moet stoppen. Dit geldt vooral:
- Bij filevorming
- Als je stil staat op onoverzichtelijke plaatsen
- Als je moet stoppen en het zicht door duisternis of weeromstandigheden
onvoldoende is om jou tijdig te kunnen opmerken
Hoofdstuk 2 – wettelijke bepalingen
Op je rijbewijs staan je pasfoto, BSN-nummer, naam, woonplaats en voor welke
voertuigcategorieën het rijbewijs geldig is. Deze categorieën zijn er:
- Rijbewijs A: geldig voor motorvoertuigen op 2 wielen (+ eventueel zijspan
of aanhangwagen) en voor gemotoriseerde driewielers. Rijbewijs A heeft 3
varianten:
-Categorie A1: voor motorfietsen tot 125 cc en 11 kW. Min. leeftijd voor
deze is 18 jaar.
-Categorie A2: voor motorfietsen met een vermogen van max. 35 kW. Min.
leeftijd is 20 jaar.
-Categorie A: voor motorfietsen met onbeperkt vermogen. Min. leeftijd is
22 jaar, maar dan moet je min. 2 jaar rijbewijs A2 hebben. Wil je A
rechtstreeks halen, moet je min. 24 jaar zijn.
- Rijbewijs AM: voor voertuigen van categorie bromfiets (fiets met
hulpmotor, bromfiets, bromscooter, brommobiel, brombakfiets). Rijbewijs
krijg je na bromfiets theorie- en praktijkexamen. Als je A of B rijbewijs hebt,
dan krijgt je AM er al automatisch bij.
- Rijbewijs B: voor personenauto’s en lichte bestelwagens, volgende
bepalingen gelden:
-Toegestane max. massa van het motorvoertuig mag niet meer bedragen
dan 3500 kg (onder toegestane max. massa wordt verstaan: gewicht
voertuig + max toegestane gewicht lading).
, -Motorvoertuig mag niet zijn ingericht voor het vervoer van meer dan 8
personen, bestuurder niet meegerekend.
-Met het motorvoertuig mogen aanhangwagens met een max. massa van
niet meer dan 750 kg worden voortbewogen.
-Voor het trekken van zwaardere aanhangwagens met rijbewijs B gelden
speciale voorwaarden, maar vaak moet je rijbewijs BE gehaald hebben.
- Rijbewijs C: voor zware bestelwagens en vrachtauto’s (= motorvoertuigen
met een max. massa van meer dan 3500 kg en deze zijn niet ingericht op
het vervoer van personen). Met rijbewijs C1 mag je vrachtauto’s besturen
met een max. massa tussen 3500 en 7500 kg. Ook
- mag je rijden met een aanhangwagen met een max. massa van niet meer
dan 750 kg.
- Rijbewijs D: voor autobussen (+ aanhangwagen met max. massa van niet
meer dan 750 kg). Autobus is een motorvoertuig die is ingericht voor
vervoer van meer dan 8 pers., bestuurder niet inbegrepen. Met rijbewijs D1
mag je alleen autobussen besturen voor max. 16 personen.
- Rijbewijs E: voor rijden met zwaardere aanhangwagen dan op grond van je
B, C of D rijbewijs is toegestaan, hier moet je een apart praktijkexamen
voor afleggen.
B rijbewijs is 10 jaar geldig. RDW= De Dienst Wegverkeer (deze stuurt bijv. je een
herinnering als je rijbewijs bijna verlopen is. Personen ouder dan 70 jaar krijgen
een rijbewijs die 5 jaar geldig is. Voertuigen die vanaf januari 2014 op kenteken
zijn gezet of van eigenaar zijn veranderd, hebben een kentekencard
(kentekenbewijs op creditcard formaat). Deze kentekencard bevat de gegevens
van het voertuig en de kentekenhouder. Voertuigen zonder kentekencard krijgen
een papieren kentekenbewijs die bestaat uit de volgende delen:
- Deel IA – voertuigbewijs: technische gegevens van het voertuig
(kentekennummer, merk, type, massa van voertuig etc.). Dit deel is de
gehele levensduur van het voertuig geldig.
- Deel IB – tenaamstellingsbewijs: tenaamstelling van het voertuig (naam,
adres, woonplaats, geboortedatum van de eigenaar). Dit deel is geldig van
koop tot verkoop van het voertuig.
- Deel II – overschrijvingsbewijs: heb je nodig om bij verkoop van de auto het
kenteken over te laten schrijven op naam van de nieuwe eigenaar.
Deel IA en IB moet je tijdens een controle kunnen tonen, deel II bewaar je thuis.
Bestemmingsverkeer = bestuurders van wie een bestemming gelegen is aan
of in de directe nabijheid van een weg die d.m.v. een bord gesloten is voor
bepaalde bestuurders, maar open voor bestuurders die alleen via deze weg hun
bestemming kunnen bereiken (en lijnbus bestuurders).
Bestuurders = alle weggebruikers behalve voetgangers. Geleiders van rij- en
trekdieren en vee zijn weggebruikers die ook onder de categorie bestuurders
vallen.
Militaire colonne = achter elkaar rijdende militaire motorvoertuigen. Alle
voertuigen rijden met ingeschakelde verlichting. 1 e voertuig heeft aan de
voorkant 2 blauwe vlaggen en een rechter koplamp met blauw licht. Alle
volgende voertuigen hebben aan de rechtervoorkant 1 blauwe vlag en een
rechter koplamp ket blauw licht. Laatste voertuig heeft aan de rechtervoorkant 1
groene vlag en een rechter koplamp met groen licht.
Verkeer = alle weggebruikers
Voetgangers = iedereen die te voet aan het verkeer deelneemt, ook als je aan
de hand een klein voertuig meevoert (rollator, kinderwagen, motorfiets,