Medische kennis 1.1c
Hoorcollege 13: Bloed
1. De onderdelen van bloed, de belangrijkste functies van bloed en de fysische
eigenschappen van bloed beschrijven.
Onderdelen bloed:
- Bloedcellen (55%):
- Erytrocyten → Rode bloedcellen: geen kern, vervoeren O2 en CO2
(hemoglobine)
- Leukocyten → Witte bloedcellen: afweer
- Trombocyten → Bloedplaatjes: stolling
- Bloedplasma (45%): Water + eiwitten:
- Albumine → Handhaven osmotische druk
- Fibrinogeen → Stolling
- Immunoglobulines → Afweer
Functies bloed: Transport, warmteregulatie, homeostase (pH, osmose), bescherming
(ziekten en bloedverlies)
Fysische eigenschappen bloed:
5-6L, pH: 7,35 - 7,45, hogere dichtheid dan water, temp. 38°C.
2. De samenstelling en functies van bloedplasma beschrijven.
Samenstelling bloedplasma: Gele vloeistof met rode bloedcellen, witte bloedcellen en
bloedplaatjes. Het bestaat uit water en een klein beetje eiwitten, zouten, vetten en suikers.
Functie bloedplasma: Vervoert O2/CO2, hormonen, glucose en lipiden. Ook regelt het je
lichaamstemperatuur.
3. De kenmerken en functies van rode bloedcellen beschrijven, aangeven op welke wijze
onderdelen van rode bloedcellen opnieuw worden gebruikt, en erytropoëse
beschrijven.
Kenmerken rode bloedcellen: Geen celkern, schotelvormig: opp.
vergroting.
Functies rode bloedcellen: Transporteert O2 en CO2 dmv het eiwit
hemoglobine.
Hernieuwen onderdelen rode bloedcellen: Ijzer uit het hemoglobine wordt weer
hergebruikt voor de aanmaak van nieuw hemoglobine.
Verouderde (120 dagen) rode bloedcellen worden door de milt en de lever verwijderd.
1
,Erytropoëse: Aanmaak van rode bloedcellen in het rode beenmerg
Bouwstenen: Ijzer, vit-B12, vit-B6 + foliumzuur, aminozuren, EPO
4. De factoren bespreken die iemands bloedgroep bepalen en beschrijven waarom een
bloedgroep belangrijk is.
4 bloedgroepen: A, B, AB, O
Factoren die bloedgroep bepalen: Oppervlakte antigenen: A, B, (Rhesus (D)
Belangrijk voor bloedtransfusies bij bijv operaties, bloedingen, ongevallen
Bloedgroep O: universele donor
Bloedgroep AB: universele ontvanger
Rhesusfactor WEL aanwezig: positieve bloedgroep
Rhesusfactor NIET aanwezig: negatieve bloedgroep
5. De kruisreacties bij een bloedtransfusie beschrijven.
Transfusiereactie: Verkeerde bloedgroep toedienen zorgt voor klonten die worden
afgebroken (hemolyse)
6. De verschillende soorten witte bloedcellen indelen op basis van structuur en functie.
Monocyten: fagocyten
Lymfocyten: T-, B-, NK-cellen
Granulocyten: betrokken bij de vernietiging van parasieten en bij allergische reacties
- Neutro’s: immuunrespons, fagocytose (40-75% van leuko’s)
- Eo’s: vernietiging parasieten en allergische reacties (±1,5% van leuko’s)
- Baso’s: S-vormige kern: ontstekingsreacties (<1% van leuko’s )
2
, 7. De structuur, functie en productie van bloedplaatjes beschrijven.
Structuur bloedplaatjes( trombocyten) →
Functie bloedplaatjes: helpen de stolling van het bloed door
adhesie en aggregatie
Productie bloedplaatjes: bloedplaatjes worden in het beenmerg
gemaakt, leven 8-10 dagen en worden afgebroken in de lever,
longen of milt
8. Het normale stollingsmechanisme beschrijven.
Stollingsmechanisme:
- Primaire hemostase: Trombocyten → plakken aan vaatwand plakken (adhesie),
samenklontering aan elkaar tot prop (aggregatie)
→ Vaak slijmvliesbloedingen (tandvlees, neus)
- Secundaire hemostase: Fibrinestolsel → Geeft stevigheid aan de korst.
Stollingsfactoren en vit-K
→ Spier- en gewrichtsbloedingen (hematoom)
9. Aandoeningen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes beschrijven, zoals
anemie, leukemie en de termen leukopenie/leukocytose, trombocytopenie/trombocytose
uitleggen.
Anemie: Bloedarmoede (te weinig erytrocyten): Bleek, hoge hartslag, kortademig, moe,
duizelig.
Oorzaak anemie
Bloedverlies: Acuut: Trauma
Chronisch: Ulcus, coloncarcinoom, menstruatie
Verhoogde bloedafbraak (hemolyse): Aangeboren cel afwijkingen (sikkelcel)
Verkeerde bloedtransfusie
Gestoorde bloedaanmaak: Beenmergbeschadiging
Te kort bouwstenen: Ijzer, B12, foliumzuur
Verminderde aanmaak van EPO
Leukopenie: Te weinig leukocyten → gevoeliger voor infecties
Leukocytose: Te veel leukocyten → te hoge productie witte bloedcellen zorgt voor tekort
aan normale bloedcellen
3