Mooie best uitgebreide samenvatting. Wel veel taalfoutjes (rationeel i.p.v. relationeel, evalueren i.p.v. evolueren).
In dit hoofdstuk worden organisatietheorieën behandeld. Er wordt vooral gekeken naar hoe elke
theorie (voornamelijk) a.d.h.v. taakverdeling, coördinatie en leiderschap, hun doelen bereiken.
Volgorde van ontwikkeling en behandeling was/is:
Wetenschappelijke bedrijfsvoering (scientific management)
Dit is een theorie die is bedacht door F. Taylor. Hij keek naar hoe je de productieprocessen zoveel
mogelijk kon optimaliseren.
- Hij creëerden een norm waarin mensen beoordeeld konden worden.
- Overbodige bewerkingen en bewegingen werden weggehaald.
- Iedere arbeider werd gespecialiseerd (op laag niveau) in taken en trainingen zodat er goed
routine matig gewerkt kon worden.
Taken van de manager:
- Analyseren van de werkmethode en het scheppen van productievoorwaarden.
- Juiste man op juiste plaats zetten.
Mens werd hier al verleng stuk van de machine gezien.
Algemeen management/managementprocestheorie
Bedacht door Fayol. Hier wordt niet alleen naar de productie gekeken maar naar hoe de organisatie
als geheel gemanaged moest worden.
Fayol was van mening dat leiderschap aangeleerd kon worden.
Hij onderscheidde 6 verschillende managementgebieden in de algemene bedrijfsvoering:
1. Technische activiteiten (produceren, samenstellen, aanpassen);
2. Commerciële activiteiten (inkoop, verkoop);
3. Financiële activiteiten (zoeken naar optimaal aan te wenden van kapitaal);
4. Veiligheidsbewaking;
5. Boekhouding;
6. Leidinggevende activiteiten (verbinden de vorige 5 gebieden)
,Kernelementen management
Binnen deze 6 managementgebieden heeft Fayol 5 kernelementen van management:
Prevoir: De persoon die naar de toekomst kijkt, probeert te voorspellen en de organisatie voorbereid
op de toekomst. Dit wordt vastgesteld in de ‘programme d’action’ -> vergelijkbaar met wat we nu als
strategisch plan kennen. -> doelstelling, te bereiken resultaten, beleidslijnen, acties ect.
Organiser: Het opbouwen van organisatiestructuren, personeelbestanden en middelen.
Commander: Het personeel aan de slaghouden via hulp en opdrachtverstrekking.
Coordonner: Het verbinden van alle activiteiten en inspanningen in de organisatie. Zowel horizontaal
als verticaal.
Contrôler: Toetsen of alle acties conform het ‘programme d’action’ zijn gegaan.
Deze 5 punten gaan worden aangevuld met 14 managementprincipes, deze zijn situatie gebonden en
moeten niet te star worden opgevat.
1. Arbeidsdeling: specialisatie leidt tot efficiëntie;
2. Gezag: formeel en informeel;
3. Discipline;
4. Eenheid van gezag: maar 1 baas voor instructies;
5. Eenheid van bevel: bevel moet duidelijk afgebakend worden;
6. Gemeenschappelijk belang staat centraal;
7. Beloning;
8. Centralisatie vs decentralisatie: managers zijn eindverantwoordelijk maar moeten ook
delegeren.
9. Hiërarchie;
10. Orde;
11. Gelijkheid;
12. Initiatief moet gestimuleerd worden;
13. Eensgezindheid: teamgeest.
Structuurtheorie/bureaucratie
Van Max Weber. Alle taken en werkzaamheden zijn binnen de organisatie gestructureerd. Vooral
handig bij grote organisaties. Om organisatieprocessen goed te laten lopen zijn gestandaardiseerde
processen en een nauwgezette taakverdeling noodzakelijk.
6 bureaucratische managementprincipes:
1. Taakspecialisatie: zorgt voor een eenvoudige, routinematige basis;
2. Hiërarchische autoriteit;
3. Formele selectie;
4. Regels en voorschriften;
5. Onpersoonlijkheid: het voorkomt dat vriendjespolitiek voorkomt omdat iedereen gelijk
wordt behandeld;
, 6. Loopbaanoriëntatie: medewerkers worden geselecteerd op deskundigheid. Carrière
opbouwen d.m.v. kennis en ervaring is mogelijk.
Voordelen
Werk wordt consistent uitgevoerd, daarom hogere efficiëntie. Managers kunnen makkelijker
controleren en bijsturen. Iedereen wordt gelijk behandeld.
Nadelen
Veel administratie en trage communicatie.
Humanrelations benadering
Benadering van Mayo. In deze theorie wordt de mens als sociaal wezen gezien en niet alleen maar
economisch rationeel. productiviteit werd verhoogd wanneer mensen meer pauzes hadden. ->
productiviteit kon dus worden verhoogd door beter voor je personeel te zorgen.
Uit onderzoek bleek dat de subjectieve beleving van de werkomgeving van grotere invloed had dan
de objectieve werksituatie. De (on)tevredenheid kwam dan ook voornamelijk uit de informele groep
waarin men werkte.
De taak van het management is om de doelstelling van de verschillende groepen in de organisatie op
elkaar af te stemmen. Leiding moet dan ook sociaal zijn.
De experimenten worden ook wel de Hawthorne-experimenten genoemd.
Werd hier vooral gekeken naar de werk extrinsieke factoren.
Systeemtheorie
Van Kenneth Boulding. -> Hij ziet een systeem als een geheel van onderdelen die samen als geheel
functioneren. -> groepen mensen/organisaties worden ook als systeem gezien.
2 kenmerken:
Wederkerige afhankelijkheid;
Het geheel is meer dan de losse onderdelen samen: hiermee wordt bedoeld dat het geheel
ook vooral gaat om het samenspel tussen de verschillende onderdelen. Een computer heeft
hele mooie onderdelen, maar het gaat erom wat hij doet als deze samenwerken.
Deze theorie heeft ook op 2 manieren bijgedragen aan ons denken over organisaties.
1. Bedrijf is niet meer een grote black-box, maar een geheel van verschillende
onderdelen/subsystemen die samen een geheel vormen. Je kan dus kennis halen door een
onderdeel onder de loep te nemen want een deel veranderen heeft invloed op elkaar.
2. De organisatie staat in relatie met zijn omgeving. De omgeving heeft invloed op de
organisatie en vica versa.
, Socio-technische benadering
Ontworpen door het Tavistock Institute of Human Relations. Het gaat om minimale arbeidsdeling.
Groepen medewerkers zijn verantwoordelijk voor een samenhangend geheel van uitvoerende
werkzaamheden en daarbij ook de coördinerende taken. Het is op te delen in :
Het is de bedoeling dat deze 2 elementen zo goed mogelijk op elkaar zijn ingespeeld.
Modern
Tegenwoordig gaat het om het optimaliseren van productiestructuur en de besturingenstructuur.
Modern wordt gestreefd naar:
Samenstelling van taken die beroep doen op talenten van mensen;
Zoveel mogelijk verantwoordelijkheid en bevoegdheden op de werkvloer;
Een zo plat mogelijke organisatie.
Revisionisme
Deze stroming gaat erom dat er steeds meer bewustzijn kwam voor de arbeider ten opzichte van zijn
eigen positie en belangen.
McGregor
Hij heeft veronderstellingen die voor het revisionisme waren, theorie X genoemd, en
veronderstellingen van het revisionisme theorie Y.
Theorie X
Dit vind je terug in scientific management. Vooral een strenge / negatieve blik op de werknemers.
De mens is van nature lui, wilt zo minmogelijk werk doen;
Mens moet gedwongen worden te werken, d.m.v. straffen wanneer niet voldoende;
Mens heeft weinig ambitie en wilt weinig verantwoordelijkheid.
Hier is vaak een autocratische leiding met streng toezicht.
Theorie Y
Positiever tegenover de mens/werknemers. Gaat uit van de behoefte van de mens.
Werkinspanning is net zo normaal als rust;
Mens is intrinsiek gemotiveerd;
Mens werk harder wanneer die achter de doelen staat;
Mens wilt eigenverantwoordelijkheid;
Iedereen is creatief: werknemers kunnen ook problemen oplossen;
Vermogens van medewerkers worden vaak maar deels benut.
Integratiebeginsel: De taak van het management om de doelen van de medewerker en organisatie
op elkaar aan te sluiten. Dit is van belang bij het revisionisme.
Maslow: Behoeften zijn de motivatie tot handelen. Deze behoeften hebben een hiërarchisch
verband. De hiërarchie is van boven naar onder:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper andurs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.