Dictaat van alle colleges van het vak epidemiologie en biostatistiek I. Dit is ook een samenvatting van de boeken 'Epidemiologisch Onderzoek' (Bouter, van Dongen, Zielhuis) en 'Inleiding in de Toegepaste Biostatistiek' (Twisk).
Epidemiologie en biostatistiek I
Herhaling en uitbreiding onderzoeksdesigns, ferquentiematen en
associatiematen
Epidemiologie is methodologie van onderzoek naar gezondheid en ziekte. Beschrijvende
epidemiologie beantwoordt de vraag: “Hoe vaak komt het voor?”. Verklarende epidemiologie houdt
zich bezig met de verbanden tussen determinanten en ziekte/gezondheid de onafhankelijke
versus de afhankelijke variabele. Etiologie bestudeerd de oorzaak van ziekte en prognose de beloop
van ziekte.
In de eerste helft van de 20e eeuw ontstond er een explosie van longkankergevallen. Richard Doll
kwam in aanraking et het Medical Research Councel (onder leiding van Sir Bradford Hill), samen
kregen ze de opdracht de aanleiding van longkanker te onderzoeken. Het onderzoek omving 700
patiënten (350 met longkanker en 350 met maag- of darmkanker), opgespoord in een ziekenhuis. Dit
is dus een voorbeeld van een case-control onderzoek; men begint bij de uitkomst en vervolgens
wordt er terug gevraagd naar mogelijke oorzaken. Het selecteren van controles voor een dergelijk
onderzoek is lastig, omdat ze uit de basispopulatie moeten komen, ze moeten de blootstelling in de
basispopulatie weerspiegelen. Uit de basispopulatie worden de controles gekozen door middel van
een random steekproef. Het voordeel van een case-control is dat het efficiënt werkt; er hoeft niet
gewacht te worden op een uitkomst. Ook is er sprake van oorzaak voor gevolg. De nadelen zijn
confounding en de grote gevoeligheid voor selectiebias. Ferquentiematen die gebruikt kunnen
worden zijn prevalentie, cumulatieve incidentie en incidentiedichtheid. Alle associatiematen kunnen
gebruikt worden.
Hierna werd nog een onderzoek uitgevoerd naar de relatie van roken en longkanker; medical docters
study. Dit was een prospectief cohort onderzoek, hierbij moet iedereen ‘at risk’ zijn. De voordelen
zijn de kleine kans op selectiebias en informatiebias (vertekening door meetfouten) en ook hier is de
oorzaak voor gevolg. Nadelen aan deze methode zijn confounding, selectiebias door uitval in de
groep, het is onpraktisch en kostbaar bij een lange inductietijd of zeldzame ziekte en bovendien moet
men vooraf inzicht hebben in de relevante determinanten (deze moeten namelijk vooraf gemeten
worden). Bruikbare frequentiematen zijn prevalentie, cumulatieve incidentie (aantal nieuwe
gevallen/hele groep ‘at risk’) en incidentiedichtheid (nieuwe gevallen/totale persoonstijd ‘at risk’). De
associatiematen zijn OR, RR en RV.
Het voordeel van een retrospectief cohort onderzoek is dat de oorzaak voor gevolg is. De nadelen
zijn selectiebias (prevalentie gevallen), informatiebias (recall), confounding en de inefficiëntie. Een
bruikbare frequentiemaat is prevalentie en een associatiemaat is de oddsratio.
Bij een transversaal onderzoek wordt op één moment de uitkomst en de determinant gemeten. Het
voordeel is dat dit relatief snel is. Het nadeel is dat ziekteontwikkeling meestal vrij lang duurt. Een
transversaal onderzoek kan dus alleen toegepast worden als de determinant constant is gedurende
een lange tijd. De frequentiemaat is prevalentie en de associatiemaat is oddsratio.
Experimenteel is een speciaal soort prospectief onderzoek en is eigenlijk een soort dictatuur. De
toewijzing is op basis van randomisatie. De cohort wordt gevolgd in de tijd. Het voordeel hiervan is
dat er geen selectiebias kan zijn. Een voormeting is nodig om te checken of de randomisatie goed
, gelukt is en om te zien voor wie de resultaten gelden (beschrijving van de steekproef). Door middel
van blindering kunnen deelnemers (onderzoekers en patiënten) niet weten wie in welke proef zit
placebo. Het doel is te voorkomen dat betrokkenen de uitkomst kunnen beïnvloeden.
Een dosis-response relatie wordt toegepast om de oorzaak-gevolg relatie sterk aan te tonen, door
verschillende groepen verschillende hoeveelheid determinant toe te dienen. Bij een cross-overdesign
geldt de voorwaarde dat de interventie een kortdurend effect heeft (‘jezelf met jezelf vergelijken’).
Het nadeel van een experimenteel onderzoek is dat het vaak ethisch niet verantwoord is, er een
selectiebias is door uitval en dat het minder efficiënt is omdat er een grote populatie nodig is voor
weinig ziekte. Frequentiematen zijn prevalentie, cumulatieve incidentie en incidentiedichtheid.
Associatiematen zijn OR, RR en RV.
Ecologisch onderzoek (gebruik maken van reeds bestaande data) kan zijn geografische
correlatiestudie (vergelijke van twee gebieden) of tijdstrendstudie (vergelijken van twee tijdstippen
in één regio). Het voordeel is dat deze studie snel gedaan is, dus zeer efficiënt. Het nadeel is de
ecologische valkuil; vooral hypothesevormend (exploratief).
Rangschikking van veel naar weinig bewijs:
1. RCT
2. Nested case control
3. Case control
4. Retrospectief cohort onderzoek
5. Transversaal cohort onderzoek
6. Ecologisch onderzoek
Een nested case control is een combinatie van een retrospectief en prospectief onderzoek.
Odds is de verhouding zieken ten opzichte van niet-zieken. OR = (ziek/niet-ziek van cases)/(ziek/niet-
ziek van controles).
RR is relatief risico en RV is risicoverschil, deze twee maten zijn alleen uit te rekenen als de
cumulatieve incidentie beschikbaar is.
APE (cinical) is de attributieve proportie onder de geëxponeerden, het geeft het percentage van
risico of kans bij blootgestelden dat kan worden toegeschreven aan de blootstelling. (Rexposed-
Runexposed)/Rexposed 1- (1/RR) (RR-1)/RR. Hoe groter het RR, hoe hoger de APE. Door de
blootstelling van determinant volledig weg te nemen kan het volle percentage APE verminderen.
APT (cmmunity) is voor de totale populatie. (Rpopulation-Runexposed)/Rpopulation p(RR-1)/p(RR-
1)+1 . De hoogte van APT is de sterkte van het verband en proportie van populatie die blootgesteld
is. Het betekend dus dat het zoveel procent van het aantal gevallen in een populatie toe te schrijven
is aan de determinant. Hierbij moet de aanname gedaan worden dat de prevalentie van de
risicofactor/determinant in de onderzoeksgroep ook representatief is voor de gehele populatie.
NNT is number needed to treat. 1/RV. Betekenis: er moeten x aantal mensen met een behandeling
behandeld worden om één extra persoon beter te maken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maaloess. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.