Hoorcollege 1
Fundamentele begrippen
• Populatie = totaal van elementen/personen waarin je geïnteresseerd bent
• Steekproef = een kleiner deel van de populatie die je gaat onderzoeken
• Categorische variabelen = zijn in te delen in categorieën (bijv. geslacht), er kunnen
cijfers gebruikt worden maar die hebben geen betekenis
• Kwantitatieve variabele = de waarde representeer hoeveel je van iets hebt (bijv.
leeftijd), de cijfers die gebruikt worden hebben betekenis
- Discrete variabele = er zijn een aantal vaste waarden en daar ligt niks tussen (bijv.
aantal kinderen per gezin, je kan niet 1,5 kind hebben)
- Continue variabele = de tussenliggende waarde hebben ook betekenis (bijv. lengte,
alle mogelijke waarden hebben betekenis)
• Statistic (statistiek/steekproefwaarde) = een samenvatting van de data, gebruik je om
de parameter in te schatten
• Parameter = samenvatting van de data van de populatie (bijv. een gemiddelde)
• Beschrijvende statistiek = gericht op het samenvatten, beschrijven en grafisch
weergeven van data
• Toetsende statistiek = gericht op wat de data over da populatie zegt
Beschrijvende statistiek voor één variabele
• Grafische weergave
• Centrummaten
• Spreidingsmaten
Beschrijvende statistiek voor categorische variabele
• Grafische weergave
- Cirkeldiagram > handig om percentages in de taartpunten weer te geven
- Staafdiagram > bevat geen tussenwaardes, de staven kunnen los van elkaar staan
• Frequentietabel > bevat de frequentie en evt. percentages
Beschrijvende statistiek voor kwantitatieve variabele
• Modus = de waarde die het vaakst voorkomt
- Wordt vaker gebruikt bij categorische variabele
• Mediaan = na het ordenen van je data is het de waarde die precies in het midden ligt
- Wordt vaker gebruikt bij de kwantitatieve variabele
- Mediaan vindt jij bij de kolom van de cumulatieve percentage in een frequentietabel
> bij de mediaan ligt 50% eronder en 50% boven die waarde, je gaat opzoek naar het
cumulatieve percentage rond de 50%
- De mediaan is nuttig om te achterhalen wanneer je uitschieters hebt omdat die veel
invloed op je gemiddelde zullen hebben
, • Het gemiddelde
Mediaan vs. gemiddelde
• Of het beter is om de mediaan of het gemiddelde te gebruiken is afhankelijk van de
verdeling van je data, als deze scheef is kun je het beste de mediaan gebruiken
- Hoogte van de lijn geeft aan hoe vaak een score voorkomt
- Klokvormige verdeling > dan maakt het niet uit welke je gebruikt
, - Scheef naar linkse verdeling > meer mensen zitten aan de hoge kant, maar het
gemiddelde wordt omlaag getrokken
- Scheef naar rechts verdeling
Hoorcollege 2
Spreiding
• Bereik (variatiebreedte) = geeft weer binnen welke afstand van elkaar geobserveerde
waarden zich bevinden
- Berekenen door maximum - minimum
• Percentielen = het percentiel is de waarde waarvoor geld dat ‘p’ procent van de
waarnemingen kleiner is, of gelijk aan is
- Bijv. de waarde waarvoor de helft van alle waarnemingen kleiner of gelijk is, heet het
50ste percentiel (P50) en wordt ook wel de mediaan genoemd
- Bij het zoeken nar het 75e percentiel kun je kijken naar het cumulatieve percentage,
deze moet dan 75% of hoger liggen. Die frequentie hoort bij het 75 e percentiel
, • Interkwartielafstand = verdeelt de data in vier gelijke stukken, de kwartielafstand
(IQR) = Q3 – Q1
→ Wordt voornamelijk gebruikt voor scheve verdelingen, deze is niet gevoelig voor
uitschieters
- Q1 = Percentiel P25
- Q2 = mediaan P50
- Q3 = Percentiel75
- Q4 = Percentiel 100
- Interkwartielafstand (IKA) kan ingezet worden om uitschieters in de data vast te
stellen > Q1 – 1.5 x IKA & Q3 + 1.5 x IKA, alles wat hierboven of hieronder uitkomt
zijn uitschieters (deze formule uit hoofd kennen, niet in formule boek)
Boxplot
• Boxplot = brengt uitschieters in beeld op basis van de Interkwartielafstand
- De streepjes aan het uiteinde kunnen wegvallen wanneer de verdeling heel scheef is
Deviatie = de afstand tussen de geobserveerde waarde tot het gemiddelde
• Het gemiddelde wordt telkens van de waarde afgetrokken (andersom kan niet!) > het
is van belang dat je uiteindelijk positieve en negatieve waarde hebt
- Als de waarde in de min staat zit die persoon onder het gemiddelde
- Als de waarde boven de 0 is zit die persoon boven het gemiddelde
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnvv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.