Europese rechtsgeschiedenis
Week 1
Kennisclip ‘Het vak en het codificatiebegrip’
Codicatiebegrip
- Een codificatie is op schrift gesteld recht dat dat gehele recht of een gedeelte van
het recht omvat, bijvoorbeeld het BW of WSr
- Overheid met gezag
o Aanvaarding van dit gezag?
- Op schrift gesteld
o Onderscheid wetgeving en codificatie?
- Volledigheid door exclusieve gelding
o Verhouding tussen wetgever en rechter, bijv.
Verschillende interpretatiemethoden
- Historische achtergrond: het natuurrecht van de 18e
eeuw Montesquieu en Rousseau; streven naar
rechtszekerheid.
Kennisclip ‘Codificatie en natuurrecht’
Wat is natuurrecht?
- Natuurrecht is recht dat voortvloeit uit de menselijke natuur
- Universele gelding: altijd en overal, ongeacht tijd of plaats
- Pre-positieve gelding: onafhankelijk van erkenning door bevoegde rechtsprekende
en wetgevende instanties
- Systematische opbouw: Specifieke regels worden afgeleid uit algemene normen;
o Algemene norm: pacta sunt servanda, een belofte moet altijd
worden nagekomen
o Specifieke regel: een juridische contractuele plicht tot nakoming
Het natuurrecht in de Oudheid (500 vC-500 nC)
- Griekse filosofie
o Aristoteles (4e eeuw vC): onveranderlijkheid van het natuurrecht
o Stoa (3e eeuw vC): recht moet een bepaalde morele inhoud hebben om
als recht te gelden
- Romeinse juristen (100 vC-250 nC)
o Praktische uitwerking, natuurrecht is vanzelfsprekend en behoeft geen bewijs
o Recht van toepassing op niet-Romeinse burgers bijv via het volkenrecht
o Maar: natuurrecht kan het positieve recht niet opzij zetten! Slavernij is
in tegenspraak met natuurlijke vrijheid, maar blijft toch bestaan
Het natuurrecht in de Middeleeuwen (500-1500)
- Herontdekt in de 11e eeuw
o Decreet van Gratianus (1140)
o ‘samenvatting van de theologie’ van Thomas van Aquino (1265)
- Uitgelegd in de Christelijke context:
o Moreel
o Verbindend
o Kan positief recht opzij zetten
, - Het universele natuurrecht van de Katholieke kerk gaat boven het positieve recht
van de wereldlijke overheid
Het natuurrecht in de 16e en 17e eeuw
Fransisco de Vitoria (1483-1546)
- Commentaar op de ‘Samenvatting van de theologie’ van Van Aquino
- Over de ‘Indische landen’ (circa 1537)
o Kritiek op de onmenselijke behandeling van de oorspronkelijke bewoners
van de Nieuwe wereld
o Wel: de inheemse bevolking heeft het land in natuurlijke eigendom en
kunnen niet worden onteigend omdat zij niet Christelijk zijn
o Maar: de inheemse bevolking moet gastvrijheid verlenen aan de Spaanse
‘bezoekers’, de rechtvaardiging van de (humane) kolonisatie van de
Nieuwe Wereld
Hugo de Groot (1583-1645)
- De vrije zee (1609)
- Over het recht van oorlog en vrede (1625)
- Argument voor Nederlandse kolonisatie?
Het natuurrecht in de 18e eeuw
- Jean-Jacques Rousseau, Over het maatschappelijke verdrag (1762)
- Natuurlijk recht op vrijheid:
o Zelf-wetgeving (auto-nomie): vrij is degene die slechts gebonden is aan
regels die hij of zij voor zichzelf heeft gesteld
o Sociale of burgerlijke vrijheid: de ‘algemene wil’ van de gemeenschap
is richtinggevend
- Gevolgen:
o Het volk is soeverein, niet de vorst
o Wetten geven uitdrukking aan de algemene wil
o Er is geen recht buiten de wet; codificatiegedachte
Natuurrecht en codificatie
- Invloeden
o Geen recht buiten de wet, exclusiviteit
o Nadruk op algemene normen
o Systematiek vormt blauwdruk
- Verschillen
o Geldt ongeacht erkenning door de overheid
o Geldt universeel, waar codificaties plaatselijk gelden
o Nadruk op fundamentele normen, codificaties veel niet-normatieve regels
Kennisclip Vrije zee en koloniale geschiedenis
Hugo de Groot
- Geboren in 1583 in Delft, provincie Holland
- Tijd: opstand tegen Spanje, Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)
- Studie in 1594, advocaat in Den Haag
- Religieus conflict, gevangenzetting in Loevestein (1619)
, - Ontsnapping in 1621, vlucht naar Frankrijk
- 1625: over het recht van oorlog en vrede/ De iure belli ac pacis
- Diplomaat, dood in 1645 in Rostock
De vrije zee/ Mare liberum
- 1603: kaping van de Santa Catharina in de Straat van Malakka
- Zaak van de VOC om het schip tot buit te laten verklaren
- Verzoek aan De Groot om een verhandeling over buitrecht te schrijven, Over
het buitrecht
- 12e hoofdstuk gepubliceerd (1609), De vrije zee
o Onveranderlijk natuurrecht
o Zee als vrij te gebruiken, gemeenschappelijk goed
o Recht om vrij handel te drijven
o Soevereiniteit van de ‘inlanders’
Het natuurrecht van Hugo de Groot
- ‘Echo’ van het natuurrecht in de Vrije Zee in Over het recht van oorlog en vrede
- Relatie natuurrecht- (positieve) volkenrecht, bepaald en gelimiteerd door natuurrecht
- ‘rationeel’ vastgesteld door te kijken naar historische (tekstuele) theorie, maar
ook contemponaire praktijk
- LZ., H2: zelfs als er geen god zou bestaan, zou dit natuurrecht nog gelding hebben
- Uitgewerkt in natuurrechtelijke principes, natuurlijke rechten
- Grote invloed, eg op het Vernunftrecht
De koloniale geschiedenis van NL in de 17e eeuw
- Centraal: de VOC opgericht in 1602
- Nog geen territoriale claims, maar oprichting van handelsposten
- VOC is niet de Nederlandse staat, maar handelt wel in naam daarvan
- Intimidatie van lokale bevolking door VOC
- Strafexpedities, oa Pieterszoon Coen in 1621 op Banda eilanden,
wegens ‘contractbreuk’
- Natuurrecht van De Groot als een apologie van dit handelen?
Hugo de Groot als apologeet?
Tegen:
- Bassale erkenning van de rationaliteit van de ‘inlanders’
- Plicht om te handelen vanuit de goede trouw, pacta sunt servanda met de ‘inlanders’
- Erkenning van de soevereiniteit van de ‘inlanders’, geen territoriale
claims Voor:
- ‘objectief’ natuurrecht= Westerse, Europese, pragmatische normen
- De handelsinteresses van de VOC en NL staan voorop, met name tegen
de Spanjaarden, Portugezen en Engelsen
- Hulp aan de ‘inlanders’ vanuit een menselijke
gemeenschapsidee Oorlogshandeling tegen de Spanjaarden en
Portugezen
, Codificatie en de bloeitijd van de Romeinse wetenschap
Rome: kleine stad naar wereldrijk
• Grote uitbreiding van het recht
o Basisstructuur blijft hetzelfde:
• Rechtsbronnen in de vroege republiek:
- Wetten in formele zin (leges): consuls en volksvergadering.
- Edicten van magistraten met imperium > algemene regels (edicten) uitvaardigen
(zoals Amvb)
- Plebiscieten van de volkstribuun: algemene gelding na 286 v.c.
De wet der XII tafelen
• In 450 voor christus in de Romeinse republiek vastgesteld door
wetgevingscommissie. (decemviri)
• Twaalf tafels met basale regelingen, bv.
• De rechtsgang in handen van priesters
Het Edict van de praetor
• Praetor gaat formules aan het Edict toevoegen.
• Voorwaarden vaak ruimer dan de wet, de formule voor koop (zie powerpoint)
• Leidt tot een nieuwe procesvorm, het formula proces.
• Ondersteuning juristen door middel van adviezen.
• Hij bedeelt rechtsregels
• Formula = bevel voor rechter om bepaalde manier te oordelen
De bloeitijd en de juristen
• Juristen: individuele burgers met autoriteit.
• Verzamelingen van adviezen aan partijen en praetoren.
• Over een enkel onderwerp.
• Systematisch opgezette leerboeken, bv. De instituten van dezelfde Gaius.
De Romeinse keizertijd
• Wetten in formele zin in onbruik
• Grote invloed keizer op de senaat
• Recht om adviezen te geven aan juristen
• Vastleggen edict van de praetor