H1 Keuzes
Economen bestuderen het keuzegedrag van mensen.
Je kunt niet alles hebben wat je wilt, de middelen zijn beperkt, dus moet je
prioriteiten stellen en keuzes maken.
Om goed te kunnen kiezen, moeten mensen een afweging maken tussen wat iets
oplevert en wat iets kost.
Consumeren = kopen van goederen en diensten door gezinnen (behoeften).
Investeren = kopen van goederen en diensten door bedrijven voor de productie
(kapitaalgoederen).
Schaars = als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het product
te maken:
Bijvoorbeeld: brood wordt in de economie gezien als schaars goed. Een bakker
heeft meel, oven, gebouw en personeel nodig.
Vrije goederen = goederen waar geen schaarse middelen voor worden
opgeofferd.
Opofferingskosten = de gemiste netto-baten van het beste, niet gekozen,
alternatief.
Bijvoorbeeld: niet alleen om geld, maar ook om tijd of energie.
Budget = het geldbedrag dat je kunt besteden. Kan ook in een ander
contextvoorkomen, bijvoorbeeld het aantal uren dat je kunt besteden.
Budgetlijn = een budgetlijn geeft verschillende combinaties van twee
bestedingsmogelijkheden aan bij een bepaald budget
Bijvoorbeeld: vrije uren of werken.
Suboptimaal = niet optimaal
, Koopkracht = de hoeveelheid goederen die je met je inkomen (of een euro)
kunt kopen. Reële waarde van het budget.
Reële waarde = koopkracht van rente, geld, loon, vermogen; hoeveel stuks
kun je er mee kopen.
Speltheorie
Spelers: nemen de beslissingen, de informatie is symmetrisch en streven naar
een zo goed mogelijk resultaat.
Pay-off: de verwachte opbrengst van een keuze dat wordt weergegeven in een
matrix (ook wel pay-off matrix, opbrengstenmatrix of resultatenmatrix. De keuze
hangt ook af van de andere speler(s).
Strategie: een speler kan in verschillende situaties terechtkomen, waarbij elke
situatie kan vragen om een andere keuze of strategie.
Dominante strategie = de strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht
de keuze van de andere speler(s).
Evenwicht: bij het oplossen van een speltheorie zoeken we naar een evenwicht.
Nash-evenwicht = een situatie binnen de speltheorie waarbij geen enkele
speler zijn opbrengst kan verbeteren door eenzijdig een andere keuze te maken.
De hogere opbrengsten zijn alleen bereikbaar met behulp van de andere
speler(s). John Nash (wiskundige)
Door een gevangenendilemma te herhalen of door het maken van afspraken kan
een coöperatieve opstelling ontstaan.
Coöperatieve spelen = samenwerken
Bindende afspraak = Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet
onderuit kunt.
In de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te
volgen (straf; reputatieverlies; contract).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Evavdtoorn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.