Geschiedenis 1.1 en 1.2
1.1 De moderne beleving van tijd
6 april 1896 is de eerste Olympische Spelen in Athene. De Olympische Spelen maakten voor
internationaal contact mogelijk, (mede ook) door de trein, het stoomschip, en de groeiende
welvaart. De sport werd populair in de industriële samenleving. Machines namen het werk
over en mensen werkten op kantoor en woonden in de stad. Arbeiders hebben meer vrije
tijd. Lichamelijke beweging vult hiermee de vrije tijd in. In veel landen ontstonden het
nationalisme; sport maakten jongens geschikt voor het leger. De Coubertin hield van sport
om zo het Franse leger sterker te maken. Maar de Spelen moest vriendschap tussen de
volkeren en een wedloop tussen de naties zijn, vond de Coubertin.
Tijdmeting werd belangrijker; succes hing af van snelheid. Citius, altius, fortius (sneller,
hoger, sterker). Door de net uitgevonden stopwatch kon de tijd precies gemeten worden.
In 1900 werd voor het eerst de nieuwe eeuw precies op hetzelfde moment ingeluid in
Europa. Vanouds had men de tijd afgestemd op de zonnewijzer. Door de komst van
spoorwegen kwam er een eind aan lokale tijden, want ze hadden vaste vertrek- en
aankomsttijden nodig. Er waren dus vaste tijden nodig. In Groot-Brittannië werd 1 nationale
tijd ingevoerd, de Greenwichtijd. In 1891 was Europa verdeeld in de tijdzones. Maar doordat
het internationale treinverkeer toenam, groeide de behoefte aan internationale afspraken
over de tijd.
1890-1914 werd La belle epoque (het mooie tijdperk) genoemd. Het leek na de gruwelijke
oorlog een mooie tijd. Optimisme over de vooruitgang heerste; uitvinding telefoon,
elektrisch licht maakten het leven aangenamer en voedden het vooruitgangsgeloof.
Arbeiders kregen beter betaald, beter te eten en minder werktijd.
1.2 de Grote oorlog
Im Western nichts neues ( Van het westelijk front geen nieuws) Oorlogsroman die de zinloze
massaslachting beïnvloedde.
Nationalisme en massapolitiek; voor 1914 wilden Rusland en Duitsland meer macht, maar
waren ook bang voor elkaar. Frankrij wilt wraak op Duitsland door de nederlaag in de Frans-
Duitse oorlog. Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië (geallieerden) wilden dat Duitsland, en
bondgenoot Oostenrijk-Hongarije (de centralen), geen macht kreeg.
De Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand en zijn vrouw werden op 28 juni 1914
doodgeschoten. Oostenrijk-Hongarije dachten aan Servische betrokkenheid en eisten in
Servië een onderzoek. Servië werd gesteund door Rusland. Duitsland was bang voor een
tweefrontenoorlog (Frankrijk en Rusland). Om dit voor te zijn hadden ze het von
Schlieffenplan. Het Duitse leger zou Frankrijk verrassen door eerst het neutrale België
(wilden niet meewerken) heentrekken en zo Parijs omsingelen.
Mobilisatie nam snel toe door de opeens hoge spanningen op eind juli 1914.
Op 8 juli 1914 verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk en Rusland. 4 augustus 1914 komt
Duitsland België binnen, waardoor Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland verklaarde. Het is
Duitsland net niet gelukt om Parijs binnen te dringen.
De Duitsers maakten hierna loopgraven. Dit deden de Belgen, Fransen en Britten ook.
Er was in het westelijk front nauwelijks beweging in de loopgraven.
Met het von Schlieffenplan had Duitsland een tweefrontenoorlog willen voorkomen, maar
toch gebeurde het. Oosten; Oostenrijk-Hongarije vs Rusland en Westen; België/Frankrijk vs
Duitsland.
, Er ontstonden meer fronten, waardoor meer landen meededen. Het Ottomaanse rijk sluit
zich aan bij de centralen en Italië bij de geallieerden.
Italië vs Oostenrijk-Hongarije in de Alpen. Turken vs Britten rond de Middellandse Zee en
Midden-Oosten. Turken en Russen in de kaakasks.
Kolonies in Afrika en Azië werden betrokken. Hierdoor werd het een echte oorlog.
In 1917 doen de Russen een wapenstilstand met Duitsland. Daardoor kon Duitsland in 1918
een nieuw offensief in het westen beginnen. Maar verloren toch van de geallieerden.
Amerika gaat meedoen bij de geallieerden. De VS levert nu ook veel soldaten. Echter
ontstond de tank door de Britten in 1916. In augustus kwam er een tegenoffensief dat de
Duitsers terugdrong. Er was hongersnood doordat de geallieerden de handel met Duitsland
stopzetten. De keizer vlucht naar Nederland en wederom een nieuwe wapenstilstand.
Voor de Eerste Wereldoorlog vonden er 2 revoluties plaats:
Democratische revoluties
- Verlichtingsidealen van vrijheid (liberalen) en gelijkheid (socialisten)
- Ontstaan democratieën
Industriële revoluties
- Wetenschappelijke revolutie zorgt voor opkomst moderne industrie
- Vooruitgang lijkt eindeloos
Hierdoor:
- Massaproductie en consumptie
- Opkomst arbeiders proletariaat
- Sociale kwestie
- Massademocratie en politiek
- Opkomst politieke stromingen (liberalen, socialisten en confessionele)
- Modern Imperialisme
Door de dubbele revolutie:
Is globalisering in volle gang (ontstaan van de treinen, vliegtuig, auto, oceaanlijner).
Komen er tijdzones, zodat men in verwarring raakt. De fabrieken worden ‘’moderner’’ dan
landbouw.
Vooruitgangsgeloof
Het kan alleen maar beter worden. Door de nieuwe uitvindingen (fiets, koets, trein, vliegtuig,
de telefoon, elektriciteit, stofzuigerdienst, wasmachine, strijkijzer, diepvries en de
supermarkt) werd het leven makkelijker.
Men had kantoorbanen en woonden in de stad, waardoor vrije tijd werd ingevuld met sport
(Olympische Spelen).
La belle epoque (het mooie tijdperk)
1890-1914 werd als een mooie tijdperk gezien. Maar niet voor iedereen:
Kinderarbeid; kinderen werkten gewoon nog in fabrieken
Urbanisatie; men woont in de stad, maar er was niet veel ruimte meer. Waardoor gezinnen
in kelders moesten gaan wonen (kelderwoning) die andere gezinnen verhuurden.
Er was een hoge kindersterfte door de hygiëne rondom huis, de epidemieën die er heerste
en de kinderarbeid.