Hoofdstuk 3
§1
met een voorbeeld uitleggen hoe het mensbeeld en het wereldbeeld veranderden
tijdens de renaissance;
In de renaissance voltrok zich in Europa een mentaliteitsverandering. Mensen gingen
anders tegen zichzelf en de wereld aankijken. We duiden dat aan als een verandering in
het mensbeeld en het wereldbeeld. Voor de middeleeuwer was de relatie met God het
allerbelangrijkst. Tijdens de renaissance begon dat te veranderen. De mens begon meer op
zichzelf te vertrouwen en zichzelf centraal te stellen. De mens had allerlei talenten, zo was
de gedachte, die hij kon ontplooien en waarmee hij zichzelf kon verbeteren. Daarom
raakten mensen ook steeds meer geïnteresseerd in het leven op aarde zelf en de precieze
werking van natuur en samenleving. Het ideaalbeeld werd de algemeen ontwikkelde mens
(uomo universale), iemand die zich volledig ontplooide.
uitleggen wat de invloed van het humanisme was op deze veranderingen;
Een belangrijk aspect van de renaissance was dat mensen nieuwe inspiratie zochten in de
cultuur van de Grieken en de Romeinen uit de oudheid. De belangstelling van geleerden
voor de antieke literatuur, poëzie en geschiedenis noemen we humanisme. Vanwege de
enorme belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur is deze periode later ‘renaissance’
gaan heten, de ‘wedergeboorte’ van de klassieke cultuur.
oorzaken noemen van het ontstaan van de renaissance in Italië;
In Italië, waar de renaissance begon, waren zelfstandige stadstaten ontstaan. Sommige
bewoners waren rijk geworden door nijverheid en handel.
1) Rijke families gaven kunstenaars opdrachten om schilderijen en gebouwen te maken,
tot nut van de hele stad, maar ook ter meerdere glorie van zichzelf. Zo groeide hier
een klimaat van culturele bloei en vernieuwing.
2) Kunstenaars richtten zich in hun werken nadrukkelijk op de antieke oudheid. De rijke
burgers in Italië voelden zich namelijk verwant met de oude Romeinse stadscultuur,
waarvan de restanten nog overal zichtbaar waren. Zij gaven daarom de voorkeur aan
kunstenaars die deze band met de oudheid gestalte gaven.
3) Wat de belangstelling voor de oudheid ook sterk stimuleerde, was dat veel verloren
gewaande teksten van klassieke auteurs weer boven water kwamen. Voor een deel
werden ze teruggevonden in kloosters in Italië zelf, maar ook door de kruistochten en
via handelscontacten met de Arabische wereld kwamen meer teksten beschikbaar. Er
bleken namelijk Arabische vertalingen van onbekende Griekse geschriften te
bestaan, die nu gretig werden vertaald.
met een voorbeeld uitleggen dat de renaissance zich ook naar Noord-Europa
verspreidde;
Dat de nieuwe denkbeelden zich snel konden verspreiden, was het gevolg van de uitvinding
rond 1450 van de boekdrukkunst: de kunst om met losse letters boeken te drukken.
Daardoor konden kunstenaars en geleerden elders in Europa eenvoudig kennisnemen van
de renaissance en kon het centrum van kunst en wetenschap zich vanaf de 16e eeuw naar
Noord-Europa verplaatsen.
§2
oorzaken noemen van de Europese ontdekkingsreizen vanaf 1300;
1) Handelsroutes via Azië werden minder toegankelijk door de ineenstorting van het
Mongoolse Rijk.
2) Technische verbeteringen. Er werden schepen gebouwd die sneller, wendbaarder en
zeewaardiger werden. Er kwamen betere instrumenten beschikbaar om de positie en
koers van de zee te bepalen; het door de chinezen uitgevonden kompas.
, 3) Het verspreiden van het Christendom. Op schepen gingen altijd geestelijken mee om
in nieuw ontdekte gebieden het christendom te verkondigen. Veel mensen wilden hun
lot verbeteren en hoopte zich hierdoor te kunnen vestigen in Europa.
voorbeelden geven van ontdekte gebieden;
Het doel van de ontdekkingsreizigers was steeds India te bereiken.
1) Vasco da Gama, die langs Afrika voer
2) Columbus, die voor de Europeanen Amerika ontdekte
3) Nederlander Willem Barendsz, die Indië via de noordelijke poolcirkel probeerde te
bereiken, maar op Nova Zembla in het ijs vast kwam te zitten.
uitleggen hoe de ontdekkingsreizen het wereldbeeld van de Europeanen
veranderden;
De continenten bleken er anders uit te zien dan voorheen werd gedacht en er bleken tot
dan toe onbekende gebieden te bestaan. Van al die gebieden werd de kustlijn steeds beter
in kaart gebracht, al was dat vanaf zee niet eenvoudig. De binnenlanden werden nog
nauwelijks verkend. Meestal beperkte men zich in Azië tot het opzetten van handelsposten
of bevoorradingspunten. In Amerika eigenden conquistadores (‘veroveraars’) als Cortés
zich wel grote stukken van het binnenland toe.
In de nieuw ontdekte gebieden leefden mensen met heel andere gebruiken. Daarover
verwonderden de Europeanen zich. Zij keken vanuit de waarden en normen van de
christelijke en klassieke cultuur. Op die manier leken andere beschavingen meestal minder
ver ontwikkeld. Daaruit ontstond de drang om vreemde volken te bekeren tot het
christendom. Daar zaten soms goede bedoelingen achter, maar de praktijk was ook dat er
veel geweld werd gebruikt.
uitleggen welke religieuze, economische en demografische gevolgen de
ontdekkingsreizen hadden.
De ontdekkingsreizen hebben niet alleen geleid tot een ander wereldbeeld in Europa, ze
hebben ook zelf de wereld veranderd.
1) Religieus: verspreidde het christendom zich over de hele wereld; het is daardoor nu
een van de grote wereldreligies.
2) Economisch: Er ontstond een wereldeconomie, waarbij op grote schaal producten uit
verschillende werelddelen werden uitgewisseld. Europeanen (vooral Spanjaarden)
haalden veel goud en zilver naar Europa, dat ze van de indianen stalen of door
indiaanse slaven uit de mijnen lieten halen. Deze wereldeconomie legde Europa
geen windeieren: veel Europeanen werden er schatrijk van.
3) Demografisch: raakte vooral de indianen.
-In Amerika verdwenen hele koninkrijken, zoals die van de Azteken, binnen enkele
decennia van de aardbodem. Dit kwam niet alleen door geweld en misbruik, maar ook
doordat de indianen geen afweersysteem bleken te hebben tegen de ziekten die door de
Europeanen werden overgebracht.
-De verplaatsing van grote aantallen Afrikanen naar Amerika. Omdat de indianen niet in
staat bleken voldoende arbeidskracht te leveren voor de plantages, lieten Europese
plantage-eigenaren mensen uit Afrika als slaven overkomen.
§3
uitleggen welke kritiek Maarten Luther op de katholieke kerk had;
Luther schreef een brief aan de plaatselijke bisschop en voegde er 95 stellingen bij, waarin hij zijn
visie gaf. Hiermee begon een conflict dat zou uitlopen op een scheuring in de christelijke kerk in
het Westen.
Luthers kritiek had betrekking op vier aspecten: de aflaathandel, de heiligenverering, een aantal
sacramenten (heilige rituelen) en de organisatie van de kerk.
, Aflaatbrieven: een bewijs van “aflaat”: het is een kwijtschending van zonden. Luther haatte
hoe de katholieke kerk zichzelf verrijkte door geld te vragen voor aflaatbrieven.
Heiligenverering: Heiligen werden gezien als bemiddelaar tussen de gelovige en God en zouden
hulp kunnen bieden in moeilijke situaties. In de middeleeuwen werden vaak beelden van heiligen
gemaakt, die in de kerk werden vereerd. Over heiligenverering stond echter niets in de Bijbel.
Sterker nog: daar stond dat je helemaal geen beelden mocht maken en niemand anders mocht
aanbidden dan God zelf.
Sacramenten: Zeven van deze rituelen beschouwde de kerk als heilig.
Luther accepteerde als sacramenten alleen de doop, het avondmaal en de biecht , omdat
die rechtstreeks te maken hadden met het verkrijgen van vergeving van zonden.
Organisatie van de kerk: Luther had moeite met de hiërarchie van de paus, bisschoppen en
de lagere priesters. De paus zijn woord was wet. Dit leidde tot de vertaling van de Bijbel
in de volkstaal. Priesters waren hierdoor niet meer nodig.
belangrijke verschillen noemen tussen het katholicisme en nieuwe geloofsrichtingen,
zoals het lutheranisme en het calvinisme;
Net als Erasmus wilde Luther de kerk aanvankelijk van binnenuit hervormen. De kerk reageerde
echter afwijzend en ging Luther en gelijkgestemden uiteindelijk vervolgen. Daardoor kwam het tot
een splitsing binnen de christelijke kerk in West-Europa. Luther was niet de enige hervormer: ook
Johannes Calvijn en anderen hadden scherpe kritiek op de kerk. Op een aantal punten
verschilden deze hervormers van elkaar. Daarom richtten de volgelingen van Luther en Calvijn
hun eigen kerken op. Zo ontstonden er in het
westen van Europa verschillende christelijke
kerken: de oorspronkelijke ofwel katholieke kerk
tegenover verschillende protestantse kerken,
zoals de lutherse en de calvinistische (ook wel
'hervormde' of 'gereformeerde' kerk genoemd).
uitleggen hoe de katholieke kerk reageerde
op deze nieuwe geloofsrichtingen;
De katholieke kerk reageerde op de ontwikkeling
van het protestantisme. Toen in de loop der
jaren steeds meer mensen de kerk verlieten,
werd het Concilie van Trente (1545-1563)
georganiseerd. Tijdens deze kerkvergadering
werd de verkoop van aflaatbrieven verboden.
Ook werd nogmaals met nadruk gesteld dat
heiligen wel mochten worden vereerd, maar niet
als goden mochten worden aanbeden. Tegelijk
werd besloten om ‘ketters’ harder aan te pakken.
Daarvoor werden kerkelijke rechtbanken (de
‘inquisitie’) opgericht. Deze reactie van de
katholieke kerk op de Reformatie noemen we
de Contrareformatie.
met voorbeelden uitleggen dat de strijd om
het geloof leidde tot verschillende
oorlogen.
De Reformatie had enorme gevolgen. Overal was
het dagelijks leven doortrokken van geloof en het maakte nogal wat uit of dat katholiek of
protestants was.
In het Duitse Rijk werd een oplossing gevonden: het geloof van de vorst werd bepalend voor dat
van zijn onderdanen. Hier ontstond dan ook een lappendeken van katholieke en protestantse
gebieden. Landen als Frankrijk, Spanje en Oostenrijk bleven officieel katholiek.