Straf(proces)recht II
HC 1 Materieel strafrecht
Inleiding; rechtvaardiging straf(recht) en legaliteit
• Functie strafrecht
• Belang materieel strafrecht: legitimeert strafrechtelijk optreden overheid
• Formeel en materieel strafrecht: onderscheiden maar niet gescheiden
Bijv opzet kan niet los worden gezien van de bewijsregels die voor opzet gelden.
• Methode van materiele strafrecht
o Algemene leerstukken niet gedefinieerd in de wet
▪ Opzet – niet in de wet, hangt af van omstandigheden.
o Criteria uit standaardarresten van HR
o Toepassing van deze criteria op casus
• Twee kanttekeningen
1. Beperkte toetsing in cassatie (begrijpelijkheid en motivering)
HR gaat van feiten uit die door Hof zijn vastgesteld en toetst dus alleen de
begrijpelijkheid en de motivering van het oordeel van de feitenrechter. Oordeel van HR
dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd, wil dus niet zeggen dat opzet niet bewezen
kan worden, maar alleen dat de feitenrechter gezien ’t feitencomplex onvoldoende
gemotiveerd.
2. Sommige leerstukken spelen een beperkte rol in de rechtspraak (bijv
strafuitsluitingsgronden). Dat maakt het lastiger om de precieze inhoud van deze
leerstukken te achterhalen. Betekent niet dat deze leerstukken van ondergeschikt belang
zijn. Ze kunnen een belangrijke rol spelen bij opsporing en vervolging.
Strafrecht als dynamisch en problematisch rechtsgebied
Straffen en strafrecht niet vanzelfsprekend.
Zaak; zwerver woonde in container met hond. Heeft nooit overlast veroorzaakt maar wel psychische
problematiek die hij heeft opgelopen (in ’t leger). Op gegeven moment belde hij politie vanuit woning
vriend van hem met mededeling dat hij gaskraan had opengezet. Toen politie kwam zagen zij vd met
hond buiten zitten. In woonkamer brandde 1 kaars. Achteraf kon worden vastgesteld dat gasvorming
niet tot ontploffing kon leiden, omdat er raam openstond. Vd wordt vervolgd voor poging tot
veroorzaken ontploffing in woning en aantal bedreigingen van gemeenteambtenaren. Deze
bedreigingen hebben eerder plaatsgevonden dan het gaskraan incident. Betrokken ambtenaren hebben
toentertijd geen aangifte gedaan. Vd stond toen bekend als iemand die snel schreeuwt en scheld, maar
geen bedreiging in fysieke zin vormt. OvJ – alle incidenten bij elkaar en eis: TBS met
dwangverpleging. Vd had hulp nodig en moest behandeld worden, maar wilde deze niet accepteren
vanwege zijn hond. Hond mocht niet mee naar kliniek. Vd zei op zitting dat hij hulp wilde, dat was
ook gedachte dat hij gemeenteambtenaren steeds had gebeld. Hij wist ook dat hij kon schreeuwen/
schelden, maar hij zei dat hij nooit iemand kwaad zou kunnen doen. Voor strafrechter was de vraag:
wat kan strafrecht bieden? TBS met dwangverpleging is zware maatregel. Kan die wel worden
gerechtvaardigd in zo’n geval? De vraag waar dient het strafrecht toe? (In deze zaak TBS niet
opgelegd), maar het gaat erom dat het strafrecht een ingrijpend instrument is om rechtsorde te
bewaken. Vrijheidsstraf – meest ernstige inmenging leven individu. Strafrecht houdt ons een spiegel
voor, en confronteert ons met onze visie op de mens en samenleving waarin we leven en deel van uit
willen maken. – in zoverre is strafrecht een dynamisch gebied. Het verandert steeds met de tijd en
door de tijd.
Wat is het doel van straffen?
Wat is de rechtvaardiging van de straf?
Doel en wezen van straf
Als je straft, breng je leed toe.
1
, • Straf = vergelding = opzettelijk toebrengen van
leed Gaat het om vergelding of afschrikking? Of
herstel?
• Rechtvaardig?
Vergeldingstheorieën > Misdrijf = grondslag van de straf = daad staat centraal
Misdrijf vormt zelf grondslag voor straf. Straf wordt dus door het misdrijf zelf gerechtvaardigd. Dit
staat dus los van het effect.
Klassieke richting
Beccaria
- Alleen geschreven wetboeken
- Geen onnodige strafbaarstellingen
- Duidelijke en heldere formuleringen
- Proportionele straffen
- Effectieve bestraffing
- Geen preventief optreden door de overheid
- Openbare bestraffing
= grondslagen
Maar te veel focus op vergelding en onvoldoende preventie. Ook onvoldoende rekening gehouden met
zwakheden mensen.
Preventietheorieën > straf = middel om verschillende doelen te bereiken = dader staat centraal
Deze stellen preventie en afschrikking centraal, ipv vergelding. De straf dient als instrument om deze
doelen te bereiken.
Moderne richting
Stelde preventieve strafdoelen meer centraal.
Niet de daad maar dader kwam op voorgrond te staan. En waren andere factoren van belang
(opvoeding, psyché, milieu, samenleving.
Doelen: generale preventie (voorkomen dat andere sf begaan), speciale preventie (afleren van gedrag
bij vd), conflictoplossing en genoegdoening (tav slachtoffer, beveiliging maatschappij en bevrediging
rechtvaardigheidsgevoel in maatschappij.
Behandeling persoon dader kreeg veel meer aandacht in strafrecht. Immers bedoeling dat iemand die
z’n straf heeft uitgezeten terugkeert in maatschappij en weer kan functioneren. Iedereen wordt hier
beter door.
Verenigingstheorie in NL
Sterk karakter klassieke richting
• In NL: compromis tussen klassieke en moderne richting = verenigingstheorie ligt ten
grondslag
Gedachte moderne richtingen van belang ivm fundamentele wijzigingen > bijv Kinderwetten
(strafstelsel voor minderjarigen), voorwaardelijke veroordeling, geldboete en alternatieve
straffen (taakstraffen), en TBS-maatregelen
Vergelding = grondslag en rechtvaardiging van de straf. Vergelding beschermt individu omdat
straf proportioneel moet zijn aan de ernst van het feit.
Nastreven van andere doelen (preventie), nuttig, maar mag niet bovengrens te buiten gaan.
• Wezen van straf = vergelding van schuld; het doel van straf = behartiging algemeen welzijn;
en de werking van straf = speciale en generale preventie.
- Ging uit van verantwoordelijke mens, en kans moet krijgen om geschonden vertrouwen, weer
te verdienen. De kans om het goed te maken. Strafrechter is dagelijks bezig met de vraag
omtrent het wezen en het doel van straffen.
2
,Karakter en rechtvaardiging van strafrecht en de ‘tijdsgeest’
De tijdsgeest: van ultimum remedium naar…
• Modderman (Wetboek van Sr) door ingrijpende en pijnlijke karakter van het strafrecht >
alleen toepassing als uiterst redmiddel
Het strafrecht mag alleen worden ingezet wanneer er geen ander middel meer mogelijk is en
dat steeds voor en nadelen voor straf worden ingezet.
Ook onmogelijk om alle strafbare feiten op te sporen – dus dwingt tot terughoudendheid.
… Optimum remedium
Meest geschikt instrument om bepaalde problemen aan te pakken. Strafrecht moet maatschappij meer
veiligheid bieden.
• Maatschappelijk ontwikkelingen: toename zware (georganiseerde) criminaliteit en terrorisme
mede onder invloed van internationalisering en digitalisering > veiligheids denken
• Misdaad is geen uitzondering maar een normaal sociaal probleem dat de overheid behoort te
managen
• Juridische ontwikkelingen: strafbaarstelling voorbereidingshandelingen, versterking positie
slachtoffer, internationale invloeden
Steeds meer gedragingen gecriminaliseerd (gedragingen die ver weg staan van strafbare
feiten), die worden strafbaar gesteld. Nadruk meer op intentie dader.
• Strafrecht als optiumum remedium: aanpak die het best bijdraagt aan het oplossen van
maatschappelijke problemen?
• Betekenis ultimum remedium nu: stemt tot terughoudendheid, bezinning.
Het moet in ons bewustzijn verankerd blijven en bewust zijn bij de strafbaarstellingen en de
rechter bij de daadwerkelijke bestraffing.
Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel 1 Sr
Legaliteitsbeginsel
• Art. 1 lid 1 Sr: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling (ook 16 Gw, 7 EVRM, 15 IVBPR, 49 Handvest grondrechten EU)
> Nullum delictum, nulla poena sine praevia lege poenali
• Beoogd de waarden van rechtszekerheid en rechtstaatgedachte (Rule of Law) te beschermen
Burger moet kunnen weten welk gedrag strafbaar is, en moet daarop zijn gedrag kunnen
afstemmen.
Iedere machtsuitoefening moet te zijn gebaseerd op tijdig uitgevaardigde rechtsregels van
goede kwaliteit. Daarmee wordt macht van overheid om strafrechtelijke op te treden begrenst.
Legaliteitsbeginsel dient doel generale preventie. Afschrikking burgers kan alleen worden
bereikt wanneer duidelijk is dat dit strafbaar is en hoe ’t gedrag wordt bestraft.
1. Verbod van terugwerkende kracht
o Strafbaarstellingen en strafbedreigingen
Bij verandering van wetgeving, na het begaan van het sf, de meest gunstige bepaling moet
worden toegepast.
2. Lex scripta: geschreven recht
Alleen geschreven recht kan een bron van strafrecht zijn. Gewoonte recht dus niet.
3. Lex certa: toegankelijke en scherpe normen in strafbaarstellingen
Ze moeten toegankelijk en voorzienbaar zijn voor burger. Wetgever kan wel met open normale
werken.
4. Grenzen aan de interpretatieruimte voor de strafrechter
Open normen nodig, ivm maatschappelijke veranderingen en ontwikkelingen. Deze normen
kunnen dan in rechtspraak verder worden verduidelijk.
Bijv. het verbod van onbehoorlijk gedrag, gevaarlijk of hinderlijk gedrag, of ontuchtelijke
handelingen.
Tekstueel gezien vaak redelijk duidelijke termen die voor interpretatie vatbaar zijn.
Tegenwoordig te ruime termen. Bepalingen soms erg complex (273f Sr mensenhandel bijv).
o Verbod op analogische toepassing norm (begrenzing interpretatieruimte)
3
, Analogische toepassing > rechter de norm toepast op geval die strikt genomen niet
onder de norm valt, maar door gelijkelijke aspecten toch onder de norm wordt
gebracht. – Rechter gaat dan eigenlijk op stoel wetgever zitten.
o Interpretatiemethoden (wetsgeschiedenis, teleologische etc
Interpretatieproblemen – maatschappelijke ontwikkelingen. Bijv tongzoen
arrest.
Afsluitend
• Ingrijpende en pijnlijke karakter van het strafrecht
• Rechtvaardiging voor de straf en voor het strafrecht
• De ontwikkeling van het strafrecht als ultimum remedium naar een optimaal instrument voor
de aanpak van maatschappelijke misstanden met het oog op steeds vergaande bescherming
van onze veiligheid, en
• Bij de noodzaak om de macht van de overheid te beperken en burgers te beschermen tegen
willekeurig optreden overheid, iets wat het legaliteitsbeginsel tracht te beschermen.
4