Oude geschiedenis – hoorcolleges
Progamma 7 weken oude geschiedenis
- De dageraad van Europa (800-500 v.Chr.)
- Gouden Eeuw van Athene (500-300 v.Chr.)
- De Hellenistische wereld (300 voor Christus - keizerlijke periode)
- De opkomst van Rome (509-133 v.Chr.)
- De Romeinse revolutie (133-27 v.Chr.)
- Pax Augusta (27 v.Chr. - ca. 200 n.Chr.)
- De transformatie van de antieke wereld (ca. 200-400 n.Chr.)
Tijdslijn
Griekenland:
- 2000-1200 BC Myceense periode (bronstijd)
- 1200-750 BC donkere middeleeuwen/ vroege ijzertijd
- 750-500/480 BC archaïsche periode
- 500/480-ca. 330 v.Chr. Klassieke periode
- ca. 330 BC - 27 BC Hellenistische periode
Rome:
- 753-510/ 9 BC Monarchie
- 510/ 9-27 BC Republiek
- 27 BC-476 AD Keizerlijke periode
Hoorcollege 1: De Dageraad van Europa .
Dit college behandelt de Griekse en Romeinse beschaving tussen c. 900 en 500 voor Christus, met de nadruk op
de opkomst van de stadstaat (polis) in Griekenland (archaïsche periode) en in Rome (monarchie).
De Griekse wereld - Agean in de Brons Tijd – Handelsroutes
- De Bronstijd > andere Griekse wereld.
- Mycene, Troy.
o Er zijn culturen voor de Griekse tijd die wij bespreken.
o Hadden contacten over het hele middellandse zee gebied (Italië, Afrika)
- Mycene (ca. 1600 voor Christus)
o Een koning, een centrum
o Landbouw is belangrijk
o De Leeuwenpoort in Mycene
o “Agamemnons Mask”
Death Mask
- Troy
o Verschillende fases
Oost Middellandse Zee gebied
- Oosten heeft altijd invloed gehad op wat in dit gebied gebeurt
- De culturen hierboven verdwijnen.
o Deels door invallen van mensen vanaf de zee
The Dark Ages 1200-c. 750 voor Christus
- Afname van het aantal nederzettingen in vergelijking met de bronstijd (Myceense periode)
- ‘Systeem instorten’
o Overheid, economisch systeem
- Fragmentatie
- Verdwijning van schrijven (lineair B)
- Afname van de bevolking
- Ca. 1000 voor Christus - Griekenland bestaat uit kleine en ongedifferentieerde en geïsoleerde
gemeenschappen.
o Kleinere en minder nederzetting
,Ontwikkelingen in de archaïsche periode 900-550 v. Chr
- Archaisch = oud
- IJzer > IJzertijd
o Vanaf brons naar Ijzer
o Ijzer is harder dan brons
- Meer contact met het Nabije Oosten > de invloeden waren groot en goed
o Alfabet > van de Fenicische samenleving
Eerst voor economische reden
De Grieken komen er achter dat je schrift ook kan gebruiken voor verhalen
Homer: Eliat
o Verbeterd graan voor de teelt
Is meer opbrengst > meer mensen die gevoed kunnen worden
o Oriëntaliserende stijl
- Bevolkingsgroei vanaf ca. 900 voor Christus
- Opkomst van de polis
- Griekse kolonisatie
o Grieken vertrekken uit de Griekse wereld en gaan ergens anders wonen
- Ontwikkeling van de hopliet falanx
Fenicische expansie 9e-6e eeuw. BC
- Handelaren
- Handelsnederzettingen in het middellandse zee gebied
- Settelen in Noord-Afrika
Fenicische en Griekse kolonies
- Zijn een oplossing voor de spanningen die in de poleis ontstonden. Dit door bijvoorbeeld de overbevolking
die het gevolg was van de bevolkingsgroei
- Ze poleis zijn onafhankelijk van hun moederpolis.
Polis
- Een autonome politieke gemeenschap, inclusief een stedelijke kern omgeven door territorium (meestal
relatief klein).
o Autonoom = politieke, militaire en economische onafhankelijkheid
- Burgers = politai
- Typisch met een centrale akropolis (bolwerk), heiligdommen en een agora (gemeenschappelijke openbare
ruimte).
- opmerking: sommige poleis waren ommuurd, maar niet alle - veel poleis zouden eruit hebben gezien als
eenvoudige dorpen
- Belangrijke poleis: Sparta, Athene, Korinthe, Thebe, Argos
o Er waren veel kleine, ook allemaal onafhankelijk
o Griekenland in deze periode > Geschiedenis van de Griekse poleis. Geen Griekse natie. Ze voelden
zich wel allemaal Grieks. Cultuur, taal, gewoonten werden gedeeld. Grieks maar in de eerste plaats
Spartaans, Atheens etc.
- Stadsstaten: polis
- Indeling van de polis
o Akropolis: waar mensen samenkomen
o Agora
o Tempels
Niet allemaal van steen gebouwd, de eersten waren van hout gebouwd.
Politieke organisatie van de polis
- Magistraten, Raad, Vergadering van de mensen
- Alleen politai (= burgers = man) hebben een stem in de overheid.
- Politiek, militair en gerechtelijk zaken in de vroege poleis werden gedomineerd door de aristocratie.
o In de vroege polis > politiek en militaire zaken werden overheerst door de aristocratie, de besten.
, o Ze vonden zichzelf goddelijk
o Dit zorgt natuurlijk voor spanningen
o Zij worden rijk door de landbouw, grote boerderijen
o Laten hun status en rijkdom zien
Aristocratische samenleving
- Landgoederen als sociaal, cultureel en economisch ideaal
- Zeer statusbewust (‘opvallende consumptie’; weergave van paarden)
- Sociaal amusement (symposium en sport)
o Samen komen met je vrienden, wijn drinken, feestjes.
o Sport = een Griekse uitvinden.
Veel Games
Wordt naakt gedaan
- Nadruk op genos (afkomst)
- Opmerking: de burger van de polis was typisch een boer die zijn oikos (huishouden) ondersteunde met de
winst van het land.
Sociale spanning in de polis
- Opkomst van een rijkere middenklasse
- Bevolkingsgroei
- Veranderende oorlogstactieken (hopliet falanx)
- Rivaliteit tussen de aristocratie
o Iedereen wil de beste zijn
- Verarming van de kleinschalige boer
Hoplieten/Hopliet falanx
- Zwaarbewapende soldaat
- Vechten in een lijn
- Nieuwe militaire ontwikkeling
- Burgers zijn soldaten
- Door de opkomst van de middelklasse zie je de zwaarbewapende soldaten opkomen.
o Polis beschermen > ze willen ook graag een stem in de politiek
o Spanningen tussen de Hoplieten en de aristocratie.
Oplossingen voor de spanningen
- Uitbreiding van grondgebied - of - kolonisatie (8e-7e eeuw)
o Mensen vertrekken en stichten een nieuwe polis
- Verhoogde betrokkenheid van niet-aristocratische groepen (oligarchische regimes)
o De middenklasse meer macht krijgen
- Schrijven van gewoonterecht
o Wanneer de rechten zijn opgeschreven kan je altijd daarop terugvallen.
- Tirannie
Athene en Sparta
- Zijn heel verschillend
Athene
- Grote polis, daardoor al wat anders dan andere poleis.
- Heel omgeving van Attica.
o Alle nederzettingen in dit gebied zijn onderdeel van Athene.
- Weinig kolonisatie doordat het zo groot was
De hervormingen in Athene van Solon: 593.
- Verdeling van de burgerklasse naar kapitaal
o Je afkomst was niet mee belangrijk maar je welvaart wordt belangrijk.
- 4 kapitaalklassen:
, o Pentekosiomedimnoi, Hippeis, Zeugitai, Thetes
- Afschaffing van schulden
- Oprichting van de Raad van 400 (boulè)
o De bestaande organen blijven bestaan
o Twee bovenste klassen hebben toegang tot magistraten en council.
Na Solon
- 560-510: tirannie Peisistratids (Peisistrates, Hippias en Hipparchus)
- 510: Einde van tirannie
- 509/8: Cleisthenes: herverdeling van Athene in 10 phylai (phylè = "stam"); verdere democratie
Expansie van Sparta vanaf 8e eeuw v. Christus
- Geen kolonisatie maar gebieden veroveren.
- De inheemse bevolking werden slaven.
Sparta
- Vanaf ca. 700 Spartaanse expansie in de Peloponnesos, Messeniërs onderworpen (heloten)
- Perfectie van hoplietoorlogvoering
- Wet van Lycurgus - belangrijke rol voor de hoplietklasse
o Hij is soort van hervormer en wetgever van Sparta
- Militaristische samenleving met Spartaanse opvoeding
- Differentiatie van de samenleving (gebasseerd op hoe goed je was in het leger)
o Spartiaten (Lacedaemoniërs)
o Perioikoi
De mensen die rond Sparta woonden
Vochten soms ook voor Sparta
o Heloten
Slaven
- Council: de 28 ouderen, 2 koningen.
De wereld van Rome
- Archaïsch Italië
- Geïnspireerd door: Etrusken, Feniciërs en Grieken domineren het westelijke deel van de Middellandse Zee.
o De Grieken waar in dit gebied gaan koloniseren, daardoor deze invloeden.
Rome
- Opgericht in 753 v. Chr volgens de traditie
- Vanaf 6e eeuw v. Chr “verstedelijking” in Rome
- Forum is het centrum van de stad
o Net als een agora in Griekenland
- Constructie van tempels en aristocratie huizen
- Bij Time (rivier)
Monarchistische organisatie
- Koning; hoogste politieke, gerechtelijke en militaire macht (imperium)
- Hoofden van aristocratische families (patres of patriciërs) in de senaat, adviesraad voor de koning
o Patres > de rijke familiehoofden.
- Gewone mensen (populus of plebs)
- Familia maakte deel uit van de gens (clan).
o Gentes waren verenigd in curiae, de basis voor politieke en militaire organisatie (elke curie bestond
uit 10 ruiters en 100 infanteristen (centuria))
o Familia omvatte ook cliënten en slaven
Cliënt: de mensen die afhankelijk waren van de familie.
510/509 v. Chr. Opstand door L. Junius Brutus
- De koning werd afgezet